In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 11 december 2018 uitspraak gedaan in een verzoek tot gezag van de moeder over haar minderjarige kind. De moeder, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. N.S. Gravenstijn, heeft verzocht om het gezag over haar kind, terwijl de vader, vertegenwoordigd door mr. D.L. Emerencia, zich hiertegen verzet. De minderjarige is onder voogdij geplaatst bij de Fundacion Guia Mi, die ook de moeder begeleidt. Uit het rapport van de Voogdijraad, ingediend op 17 augustus 2018, blijkt dat de moeder momenteel niet in staat is om de zorg voor de minderjarige volledig te dragen. De minderjarige heeft een traumatische ervaring gehad en de moeder heeft extra begeleiding nodig om te voorkomen dat de minderjarige verwaarloosd wordt. De Voogdijraad heeft geadviseerd dat het niet in het belang van de minderjarige is om de moeder met het gezag te belasten, gezien de huidige situatie en de noodzaak voor de minderjarige om rust, veiligheid en behandeling te krijgen.
Het gerecht heeft het verzoek van de moeder afgewezen, met de overweging dat de belangen van de minderjarige voorop staan. De moeder is momenteel niet in staat om de specifieke opvoedingsbehoeften van de minderjarige te waarborgen, en het gerecht achtte het niet in het belang van de minderjarige om haar met het gezag te belasten. De proceskosten zijn gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt. Deze beschikking is gegeven door mr. M. Soffers ter zitting op 11 december 2018, in aanwezigheid van de griffier.