ECLI:NL:OGEAA:2018:794

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
11 december 2018
Publicatiedatum
3 januari 2019
Zaaknummer
2580 van 2017/AUA201703250
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot gezag van moeder afgewezen in het belang van de minderjarige

In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 11 december 2018 uitspraak gedaan in een verzoek tot gezag van de moeder over haar minderjarige kind. De moeder, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. N.S. Gravenstijn, heeft verzocht om het gezag over haar kind, terwijl de vader, vertegenwoordigd door mr. D.L. Emerencia, zich hiertegen verzet. De minderjarige is onder voogdij geplaatst bij de Fundacion Guia Mi, die ook de moeder begeleidt. Uit het rapport van de Voogdijraad, ingediend op 17 augustus 2018, blijkt dat de moeder momenteel niet in staat is om de zorg voor de minderjarige volledig te dragen. De minderjarige heeft een traumatische ervaring gehad en de moeder heeft extra begeleiding nodig om te voorkomen dat de minderjarige verwaarloosd wordt. De Voogdijraad heeft geadviseerd dat het niet in het belang van de minderjarige is om de moeder met het gezag te belasten, gezien de huidige situatie en de noodzaak voor de minderjarige om rust, veiligheid en behandeling te krijgen.

Het gerecht heeft het verzoek van de moeder afgewezen, met de overweging dat de belangen van de minderjarige voorop staan. De moeder is momenteel niet in staat om de specifieke opvoedingsbehoeften van de minderjarige te waarborgen, en het gerecht achtte het niet in het belang van de minderjarige om haar met het gezag te belasten. De proceskosten zijn gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt. Deze beschikking is gegeven door mr. M. Soffers ter zitting op 11 december 2018, in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

Beschikking van 11 december 2018
Behorend bij EJ nr. 2580 van 2017/AUA201703250
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
op het verzoek van
[NAAM VERZOEKSTER],
wonende in Aruba,
VERZOEKSTER, hierna: de moeder,
gemachtigde: de advocaat mr. N.S. Gravenstijn,
tegen
[NAAM VERWEERDER]
wonende in Aruba,
VERWEERDER, hierna: de vader,
gemachtigde: de advocaat mr. D.L. Emerencia.
Belanghebbende:
[NAAM MINDERJARIGE], de minderjarige.

1.DE PROCEDURE

De verdere procedure blijkt uit:
  • de beschikking van dit gerecht van 27 maart 2018;
  • het rapport van de Voogdijraad, ingediend op 17 augustus 2018;
  • de griffiersaantekeningen van de mondelinge behandeling achter gesloten deuren op 30 oktober 2018, waaruit blijkt dat partijen in persoon en bijgestaan door hun gemachtigden zijn verschenen. Namens de Voogdijraad was aanwezig [NAAM RAADSONDERZOEKER VAN VOOGDIJRAAD]
De uitspraak is bepaald op heden.

2.DE VERDERE BEOORDELING

2.1
Uit het rapport van de Voogdijraad blijkt - kort gezegd - dat de Fundacion Guia Mi belast is met de voogdij over de minderjarige. De Fundacion Guia Mi begeleidt tevens de moeder. Moeder kan nu de zorg over de minderjarige niet volledig dragen, omdat ze nog meer begeleiding nodig heeft voor wat betreft de emotionele ondersteuning van de minderjarige, het omgaan met de benodigdheden van de minderjarige alsmede de opvoedingsondersteuning. De minderjarige heeft een traumatische ervaring gehad en de moeder heeft begeleiding nodig om te voorkomen dat de minderjarige wordt verwaarloosd. De minderjarige heeft nog steeds geen psychologische behandeling gekregen. De Voogdijraad meent dat de ontwikkeling van de minderjarige dreigt klem te raken indien de moeder met het gezag over de minderjarige belast wordt. De minderjarige is slachtoffer geweest van verwaarlozing, mishandeling en misbruik onder het gezag van de vader. De moeder heeft begeleiding nodig om te voorkomen dat de minderjarige weer slachtoffer wordt.
2.2
Het gerecht wijst het verzoek van de moeder af en overweegt daartoe als volgt. Uit het rapport van de Voogdijraad blijkt dat de moeder nu niet in staat is de specifieke opvoedingsbehoeften van de minderjarige te waarborgen. De minderjarige heeft een traumatische ervaring gehad en heeft rust, veiligheid en behandeling nodig. Het gerecht is van oordeel dat het niet in het belang van de minderjarige is de moeder nu met het gezag te belasten. De belangen van de minderjarige dienen op de eerste plaats te komen.
2.3
De aard van deze procedure brengt met zich dat de proceskosten zullen worden gecompenseerd tussen partijen, aldus dat ieder van hen de eigen kosten draagt.

3.DE BESLISSING

Het gerecht:
wijst het verzoek af,
compenseert de proceskosten tussen partijen, aldus dat ieder van hen de eigen kosten draagt.
Deze beschikking is gegeven door mr. M. Soffers, rechter in dit gerecht, ter zitting van dinsdag 11 december 2018 in aanwezigheid van de griffier.