ECLI:NL:OGEAA:2018:790

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
10 december 2018
Publicatiedatum
3 januari 2019
Zaaknummer
AUA201803082
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Weigering afgifte verklaring omtrent gedrag op basis van recente veroordeling

In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 10 december 2018 uitspraak gedaan in een klachtprocedure van klager tegen de beschikking van de aangewezen ambtenaar, die op 18 september 2018 het verzoek van klager om afgifte van een verklaring omtrent het gedrag had afgewezen. Klager, die de Dominicaanse nationaliteit heeft, had de verklaring nodig voor het regelen van zijn verblijfsstatus in Aruba. De aangewezen ambtenaar weigerde de verklaring op basis van bezwaren tegen klager, voortvloeiend uit een eerdere veroordeling tot een gevangenisstraf van drie jaren voor het handelen in strijd met de Landsverordening verdovende middelen.

Tijdens de zitting heeft klager zijn situatie toegelicht, waarbij hij aangaf dat hij de verklaring nodig had om een baan te vinden en zijn gezin te onderhouden. Klager voerde aan dat hij recht heeft op een tweede kans en dat hij kankerpatiënt is, wat zijn noodzaak voor werk vergroot. Het gerecht heeft echter geoordeeld dat de aangewezen ambtenaar op goede gronden heeft gesteld dat er bezwaren tegen klager zijn, gezien de aard en ernst van het strafbaar feit en de recente veroordeling. Het gerecht verklaarde de klacht van klager ongegrond, waarbij het benadrukte dat de wetgeving vereist dat de verklaring omtrent het gedrag alleen wordt afgegeven als er geen bezwaren tegen de persoon zijn.

De beslissing van het gerecht houdt in dat de aangewezen ambtenaar de gevraagde verklaring terecht heeft geweigerd, en dat klager niet in aanmerking komt voor de afgifte van de verklaring, gezien zijn strafblad en de wetgeving die hierop van toepassing is. Tegen deze beschikking staat geen hoger beroep open, wat betekent dat de uitspraak definitief is.

Uitspraak

Beschikking van 10 december 2018
AUA201803082

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA

BESCHIKKING
op het klaagschrift als bedoeld in artikel 25 van de Landsverordening justitiële documentatie en op de verklaringen omtrent het gedrag (hierna: de Lv VOG) van:

[klager],

wonend in Aruba,
KLAGER,
procederend in persoon,
gericht tegen de beschikking van 18 september 2018 van:

de aangewezen ambtenaar als bedoeld in artikel 14 van de Lv VOG,

zetelend in Aruba,
VERWEERDER.

PROCESVERLOOP

Bij beschikking van 18 september 2018, aan klager uitgereikt op dezelfde dag, heeft verweerder het verzoek van klager om afgifte van een verklaring omtrent het gedrag afgewezen.
Bij brief van 28 september 2018 heeft klager daartegen een klaagschrift ingediend.
Het gerecht heeft de zaak behandeld in raadkamer op 12 november 2018, waar klager en verweerder zijn verschenen.
Uitspraak is bepaald op heden.

OVERWEGINGEN

1. Ingevolge artikel vijf, eerste lid, van de Lv VOG wordt een strafblad uit het strafregister verwijderd na verloop van een termijn van vier jaren.
Ingevolge het tweede lid, voor zover thans van belang, beloopt de termijn acht jaren, indien bij de veroordeling is opgelegd gevangenisstraf.
Ingevolge artikel 7, eerste lid, wordt de in artikel 5 bedoelde termijn verlengd met de bij de uitspraak bepaalde duur van de opgelegde vrijheidsstraf met uitzondering van de straf of het gedeelte daarvan ten aanzien waarvan de rechter heeft bepaald dat het niet zal worden tenuitvoergelegd en een last tot herroeping niet is gegeven.
Ingevolge artikel 15, tweede lid, houdt een verklaring omtrent het gedrag niet anders in dan dat de aangewezen ambtenaar uit het onderzoek met betrekking tot het gedrag van de betrokkene ingesteld, gelet op het doel waarvoor de afgifte is gevraagd, niet is gebleken van bezwaren tegen die persoon.
Ingevolge artikel 22, eerste lid, geeft de aangewezen ambtenaar een verklaring omtrent het gedrag slechts af wanneer hem uit een onderzoek met betrekking tot het gedrag van de betrokkene niet is gebleken van bezwaren tegen die persoon. In alle andere gevallen weigert hij de gevraagde verklaring af te geven.
Ingevolge artikel 23, eerste lid, mag de aangewezen ambtenaar, voor zover thans van belang, bij zijn onderzoek uitsluitend acht slaan op:
a. de uittreksels uit de strafregisters die hem ten aanzien van de betrokkene verstrekt worden;
b. gegevens ontleend aan de registers van de politie;
c. andere schriftelijke bescheiden welke hem in verband met de afgifte van de verklaring omtrent het gedrag ter beschikking zijn gesteld.
2. Klager heeft de Dominicaanse nationaliteit. Hij heeft verzocht om afgifte van een verklaring omtrent het gedrag ten behoeve van het regelen van zijn verblijfstatus bij het Departamento di Integracion, Maneho y Admision di Stranhero (DIMAS). Om in Aruba te kunnen verblijven en werkzaam te kunnen zijn, is een daartoe strekkende verblijfsvergunning vereist, over welke vergunning hij thans niet beschikt, zo heeft klager zijn verzoek ter zitting nader toegelicht.
3. Bij de afwijzing heeft verweerder zich op het standpunt gesteld dat, gelet op het doel waarvoor de afgifte is gevraagd, hem is gebleken van bezwaren tegen klager. Daaraan heeft verweerder ten grondslag gelegd dat klager bij onherroepelijk geworden vonnis van het hof van 5 januari 2015, voor zover thans van belang, is veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie jaren (één jaar voorwaardelijk) voor het handelen in strijd met artikel 3 van de Landsverordening verdovende middelen. De aard en ernst van dit strafbaar feit vormen volgens verweerder, gelet op het doel, waarvoor afgifte van een verklaring omtrent het gedrag is verzocht, zodanige bezwaren dat deze moest worden geweigerd.
4. Klager betoogt dat verweerder zich ten onrechte op het standpunt heeft gesteld dat hem is gebleken van bezwaren tegen zijn persoon, gelet op het doel, waarvoor de afgifte is verzocht, te weten het verkrijgen van een verblijfsvergunning. Daartoe voert hij - kort samengevat - aan dat hij de verzochte verklaring nodig heeft om zijn verblijfsvergunning te regelen, zodat hij een baan kan vinden. Klager voert voorts aan dat hij drie kinderen heeft, dat hij een baan nodig heeft om zijn gezin te kunnen onderhouden en dat hij recht heeft op een tweede kans. Ter zitting heeft klager voorts aangevoerd dat hij kankerpatiënt is en dat hij - zo begrijpt het gerecht - een baan nodig heeft om zijn medicijnen te kunnen kopen.
5. Het gerecht is van oordeel dat, in aanmerking genomen de recente veroordeling van klager, alsmede de aard en ernst van het strafbaar feit, verweerder zich op goede gronden op het standpunt heeft gesteld dat hem is gebleken van bezwaren tegen de persoon van klager, gelet op het doel, waarvoor afgifte is verzocht.
Onder deze omstandigheden was verweerder ingevolge artikel 22, eerste lid, van de Lv VOG gehouden te weigeren de gevraagde verklaring af te geven. Het betoog van klager faalt.
6. Gelet op het vorenoverwogene zal de klacht ongegrond worden verklaard.

BESLISSING

De rechter in dit gerecht:
verklaart de klacht ongegrond.
Deze beslissing werd gegeven door mr. A.J.H. van Suilen, rechter in dit gerecht, op 10 december 2018.
Tegen deze beschikking staat geen hoger beroep open (artikel 28, derde lid, van de Lv VOG).