ECLI:NL:OGEAA:2018:770
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Vordering tot medewerking aan de verkoop van onroerend goed in kort geding
In deze zaak, die voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba werd behandeld, vorderde eiser dat gedaagde zou meewerken aan de verkoop van onroerend goed voor een bedrag van Afl. 360.000,--. Eiser en gedaagde hadden een affectieve relatie en waren gezamenlijk eigenaar van het onroerend goed. Eiser had eerder aangegeven het onroerend goed zelf te willen kopen, maar gedaagde weigerde medewerking te verlenen aan de onderhandse verkoop. De rechter moest beoordelen of gedaagde onterecht weigerde mee te werken aan de verkoop aan eiser, terwijl zij eerder had ingestemd met een lagere verkoopprijs aan een derde partij.
De procedure begon met een kort geding, waarin eiser zijn vordering onderbouwde met de stelling dat gedaagde onrechtmatig handelde door niet mee te werken aan de verkoop. Gedaagde voerde verweer en concludeerde tot afwijzing van de vordering. Tijdens de zitting bleek dat gedaagde financiële problemen had en dat zij het onroerend goed voor een hogere prijs wilde verkopen. De rechter oordeelde dat gedaagde geen gegronde redenen had om haar medewerking te weigeren, vooral omdat de openbare verkoop van het onroerend goed geen biedingen had opgeleverd.
Uiteindelijk oordeelde het gerecht dat gedaagde moest meewerken aan de verkoop aan eiser voor de afgesproken prijs. De rechter bepaalde dat deze uitspraak in de plaats zou treden van de vereiste medewerking van gedaagde, mocht zij weigeren. De proceskosten werden gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten droeg. Het vonnis werd uitgesproken op 12 december 2018 door rechter mr. J. Sap.