ECLI:NL:OGEAA:2018:754

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
26 november 2018
Publicatiedatum
27 december 2018
Zaaknummer
AUA201800404
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Recht op reparatietoeslag en inschrijving in bevolkingsregister

In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 26 november 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen de Sociale Verzekeringsbank Aruba (SVB) en een appellante die bezwaar maakte tegen de beslissing van de SVB. De appellante ontving van februari 2011 tot en met februari 2017 een reparatietoeslag op haar ouderdomspensioen, maar de SVB stelde dat zij ten onrechte deze toeslag had ontvangen omdat zij niet haar werkelijke woonplaats in Aruba had. De appellante, geboren in 1941 in Aruba, had sinds 1998 in Las Vegas gewoond en verbleef minder dan drie maanden per jaar in Aruba.

De SVB had op 21 februari 2017 meegedeeld dat de appellante ten onrechte de reparatietoeslag had ontvangen en dat deze schuld zou worden ingehouden op haar ouderdomspensioen. Na een ongegrond verklaard bezwaar op 3 januari 2018, heeft de appellante op 14 februari 2018 beroep ingesteld. De zaak werd behandeld op 15 oktober 2018, waarbij beide partijen vertegenwoordigd waren door hun gemachtigden.

Het Gerecht oordeelde dat de appellante gedurende de relevante periode niet haar werkelijke woonplaats in Aruba had en dus ten onrechte in het bevolkingsregister was ingeschreven. Dit leidde tot de conclusie dat zij geen recht had op de reparatietoeslag. De uitspraak verklaarde het beroep ongegrond en bevestigde dat de SVB gerechtigd was om de onverschuldigd uitgekeerde reparatietoeslag in te houden op het ouderdomspensioen van de appellante. De uitspraak biedt richtlijnen voor het indienen van hoger beroep.

Uitspraak

Uitspraak van 26 november 2018
Lar nr. AUA201800404

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA

UITSPRAAK
op het beroep in de zin van de
Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar) van:

[appellante],

APPELLANTE,
gemachtigde: de advocaat mr. C.B.A. Coffie,
gericht tegen:

DE SOCIALE VERZEKERINGSBANK ARUBA,

zetelend in Aruba,
VERWEERDER,
gemachtigde: de advocaat mr. M.D. Tromp.

PROCESVERLOOP

Bij beschikking van 21 februari 2017 heeft verweerder appellante meegedeeld dat zij ten onrechte Reparatietoeslag en Extra (RepT+X) heeft ontvangen voor de periode januari 2011 tot en met februari 2017 en dat verweerder deze opgebouwde schuld zal inhouden op haar algemene ouderdomspensioen met ingang van maart 2017.
Tegen deze beschikking heeft appellante op 8 maart 2017 bezwaar gemaakt.
Bij beschikking van 3 januari 2018 (de bestreden beschikking) heeft verweerder het bezwaar van appellante ongegrond verklaard.
Tegen de bestreden beschikking heeft appellante op 14 februari 2018 beroep bij het gerecht ingesteld. Appellante heeft op 24 april 2018 de gronden waarop haar beroep berust, ingediend.
Verweerder heeft op 24 juli 2018 een verweerschrift ingediend.
De zaak is behandeld ter zitting van 15 oktober 2018. Appellante is bij haar gemachtigde verschenen en verweerder is verschenen bij zijn gemachtigde en mr. B.M. Every (juriste bij de SVB).
De uitspraak is bepaald op heden.

OVERWEGINGEN

Feiten

1.1
Appellante is geboren op [datum] 1941 in Aruba en heeft de Nederlandse nationaliteit.
1.2
Appellante heeft op 20 augustus 2001 een aanvraag ingediend om ouderdomspensioen te ontvangen krachtens de algemene ouderdomsverzekering.
1.3
Appellante ontvangt vanaf 1 oktober 2001 een ouderdomspensioen.
1.4
Appellante ontvangt vanaf 1 januari 2011 een reparatietoeslag op haar pensioen.
1.5
Appellante staat ingeschreven in het bevolkingsregister van Aruba.
1.6
Appellante woont in ieder geval sinds 1998 in Las Vegas en verblijft per jaar minder dan drie maanden in Aruba (bij haar zus) en in Curaçao.
Geschil
2 In geschil is of appellante gedurende de periode januari 2011 tot en met februari 2017 terecht reparatietoeslag heeft ontvangen. Met name is in geschil of daarvoor vereist is dat appellante daadwerkelijk woonachtig was in Aruba. Appellante beantwoordt deze vraag ontkennend, verweerder bevestigend.
Beoordeling
3.1
Op grond van artikel 6 van de Landsverordening reparatietoeslag heeft de persoon die is ingeschreven in het bevolkingsregister en een pensioenuitkering ontvangt, recht op een reparatietoeslag.
3.3
Ingevolge artikel 12, in samenhang met artikel 22, lid 1 van het Landsbesluit bevolkingsregister, geeft het bevolkingsregister de staat der bevolking te kennen en worden in het bevolkingsregister bijgehouden, de gegevens van de personen die hun werkelijke woonplaats in Aruba houden (vgl. College van Beroep 23 januari 2014, CVB nr. 379 van 2013).
3.4
Uit voorgaande bepalingen volgt dat nu appellante gedurende de periode januari 2011 tot en met februari 2017 niet haar werkelijke woonplaats in Aruba had, zij ten onrechte in het bevolkingsregister was ingeschreven. Naar het oordeel van het gerecht brengt dit mee dat belanghebbende gedurende die periode geen recht had op reparatietoeslag. Verweerder is mitsdien gerechtigd om met ingang van maart 2017 de onverschuldigd uitgekeerde reparatietoeslag over de periode januari 2011 tot en met februari 2017 in te houden op het ouderdomspensioen.

BESLISSING

De rechter in dit gerecht:
- verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gegeven door mr. A.J.H. van Suilen, rechter in dit gerecht, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van 26 november 2018, in tegenwoordigheid van de griffier.
Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen binnen zes weken na dagtekening van deze uitspraak hoger beroep instellen bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie (LAR-zaken).
Het hogerberoepschrift moet worden ingediend bij de griffie van dit Gerecht.
U wordt verzocht bij het indienen van het hogerberoepschrift het volgende in acht te nemen:
1. Leg bij het hogerberoepschrift een afschrift over van deze uitspraak;
2. Onderteken het hogerberoepschrift en vermeld het volgende:
a. de naam en het adres van de indiener of de gemachtigde,
b. de dag van ondertekening,
c. waartegen u in hoger beroep komt,
d. waarom u het niet eens bent met deze uitspraak (de gronden van het hoger beroep).
Voor het instellen van hoger beroep is een griffierecht van Afl. 75 verschuldigd.