ECLI:NL:OGEAA:2018:753
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep wegens termijnoverschrijding in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft de Minister van Ruimtelijke Ontwikkeling, Infrastructuur en Integratie (hierna: appellant) beroep ingesteld tegen een beslissing van het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba. De zaak betreft een verzoek om verlening van een vergunning tot tijdelijk verblijf, dat door verweerder op 29 mei 2017 is afgewezen. Appellant heeft op 20 juni 2017 bezwaar gemaakt tegen deze afwijzing. Aangezien verweerder niet tijdig op het bezwaar heeft beslist, heeft appellant op 12 december 2017 beroep ingesteld bij het Gerecht. De zitting vond plaats op 15 oktober 2018, waarbij verweerder vertegenwoordigd was door zijn gemachtigde, maar appellant niet verschenen was.
De rechter heeft overwogen dat het bezwaarschrift van appellant kennelijk nog niet was behandeld en dat de termijn voor het indienen van het beroepschrift, ingevolge artikel 27, tweede lid, van de Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar), acht weken bedraagt. Aangezien verweerder in gebreke was gebleven om tijdig op het bezwaarschrift te beslissen, diende het beroepschrift uiterlijk op 5 december 2017 te worden ingediend. Het beroep is echter pas op 12 december 2017 ingediend, wat betekent dat het buiten de termijn is ingediend en derhalve niet-ontvankelijk is verklaard.
De rechter heeft verder opgemerkt dat er inmiddels nieuwe informatie is overgelegd door de gemachtigde van verweerder, maar dit heeft geen invloed op de beslissing over de niet-ontvankelijkheid van het beroep. De rechter heeft geen aanleiding gezien om een partij in de kosten van het geding te veroordelen. De uitspraak werd gedaan door mr. A.J.H. van Suilen en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 26 november 2018. Beide partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken na de uitspraak hoger beroep in te stellen bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie.