ECLI:NL:OGEAA:2018:745
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A.H.M. van de Leur
- Rechtspraak.nl
Vonnis inzake incasso door Aruba Bank N.V. tegen gedaagde
In deze zaak heeft Aruba Bank N.V. een vordering ingesteld tegen een gedaagde, die in persoon procedeerde. De vordering betreft onbetaalde bedragen uit verschillende kredietovereenkomsten, waaronder een rekening courant, een creditcard, een autolening en een hypotheeklening. Aruba Bank verzocht het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba om een uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis, waarin de gedaagde wordt veroordeeld tot betaling van de openstaande bedragen, inclusief rente en buitengerechtelijke incassokosten.
Het procesverloop omvatte een verzoekschrift, conclusies van antwoord, repliek en dupliek, en een akte uitlating producties door Aruba Bank. De gedaagde heeft verweer gevoerd, maar het Gerecht oordeelde dat hij de vorderingen van Aruba Bank onvoldoende had bestreden. Het Gerecht stelde vast dat Aruba Bank op basis van haar algemene voorwaarden de bewijslast had en dat de gedaagde geen bewijs had geleverd voor zijn stellingen van fraude of valsheid in geschrifte door Aruba Bank.
Het Gerecht heeft de vorderingen van Aruba Bank toegewezen, inclusief de gevorderde rente vanaf 25 november 2014. Daarnaast werd de gedaagde veroordeeld tot betaling van buitengerechtelijke incassokosten en proceskosten. Het vonnis werd uitgesproken op 28 november 2018 door rechter A.H.M. van de Leur, en is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.