In deze tussenbeschikking van het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, gedateerd 27 november 2018, wordt een verzoek tot gerechtelijke rangregeling behandeld, ingediend door de stichting Hollands Vastgoed in Costa Rica, vertegenwoordigd door advocaat mr. G.W. Rep. De tegenpartij, aangeduid als [VERWEERDER], wordt vertegenwoordigd door advocaat mr. E.E. Rosenstand. De notaris, die niet is verschenen, is betrokken bij de procedure. De zaak betreft een rangregeling ingevolge artikel 552 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv).
De rechter overweegt dat in het verzoekschrift tot een gerechtelijke rangregeling, volgens artikel 552 lid 2 Rv, een uittreksel van de bewaarder van de openbare registers moet worden gevoegd, waarin relevante inschrijvingen en boekingen worden vermeld. Tevens dient een staat van de schuldeisers die beslag hebben gelegd op de opbrengst van de executie te worden overgelegd door de notaris.
Hollands Vastgoed heeft op 23 april 2018 een dagregister overgelegd, maar er ontbreken andere noodzakelijke uittreksels. De rechter geeft Hollands Vastgoed de gelegenheid om de ontbrekende documenten alsnog te overleggen. De zaak wordt verwezen naar de rol van 15 januari 2019, waar Hollands Vastgoed de kans krijgt om de benodigde uittreksels en notariële opgaven in te dienen. De rechter houdt verdere beslissingen aan en verwijst de zaak naar de rolzitting voor een akte aan de zijde van Hollands Vastgoed.