ECLI:NL:OGEAA:2018:733

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
27 november 2018
Publicatiedatum
24 december 2018
Zaaknummer
EJ nr. AUA201800550
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Tussenbeschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenbeschikking inzake rangregeling ex artikel 552 Rv in civiele procedure

In deze tussenbeschikking van het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, gedateerd 27 november 2018, wordt een verzoek tot gerechtelijke rangregeling behandeld, ingediend door de stichting Hollands Vastgoed in Costa Rica, vertegenwoordigd door advocaat mr. G.W. Rep. De tegenpartij, aangeduid als [VERWEERDER], wordt vertegenwoordigd door advocaat mr. E.E. Rosenstand. De notaris, die niet is verschenen, is betrokken bij de procedure. De zaak betreft een rangregeling ingevolge artikel 552 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv).

De rechter overweegt dat in het verzoekschrift tot een gerechtelijke rangregeling, volgens artikel 552 lid 2 Rv, een uittreksel van de bewaarder van de openbare registers moet worden gevoegd, waarin relevante inschrijvingen en boekingen worden vermeld. Tevens dient een staat van de schuldeisers die beslag hebben gelegd op de opbrengst van de executie te worden overgelegd door de notaris.

Hollands Vastgoed heeft op 23 april 2018 een dagregister overgelegd, maar er ontbreken andere noodzakelijke uittreksels. De rechter geeft Hollands Vastgoed de gelegenheid om de ontbrekende documenten alsnog te overleggen. De zaak wordt verwezen naar de rol van 15 januari 2019, waar Hollands Vastgoed de kans krijgt om de benodigde uittreksels en notariële opgaven in te dienen. De rechter houdt verdere beslissingen aan en verwijst de zaak naar de rolzitting voor een akte aan de zijde van Hollands Vastgoed.

Uitspraak

Beschikking van 27 november 2018
Behorende bij EJ nr. AUA201800550

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA

BESCHIKKING
ex artikel 552 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv)
de stichting naar Nederlands recht
1. STICHTING HOLLANDS VASTGOED IN COSTA RICA,
te Nederland,
hierna te noemen: Hollands Vastgoed,
gemachtigde: de advocaat mr. G.W. Rep,
tegen

[VERWEERDER],

te Nederland,
hierna te noemen: [VERWEERDER],
gemachtigde: de advocaat mr. E.E. Rosenstand,
de notaris
[naam Notaris]
te Aruba, de la [adres],
hierna te noemen: de notaris,
niet verschenen.
PROCESVERLOOP:
Het verdere verloop van de procedure blijkt:
  • de beschikking 10 april 2018 behorend bij E.J. nr. AUA201800550;
  • de brief met producties ingediend zijdens Hollands Vastgoed op 12 april 2018;
  • de akte met producties ingediend zijdens [VERWEERDER] op 23 april 2018;
  • de akte met producties ingediend zijdens [VERWEERDER] op 4 juni 2018;
OVERWEGINGEN:
In het verzoekschrift tot een gerechtelijke rangregeling dient ingevolge artikel 552 lid 2 Rv. te worden gevoegd (1) een door de bewaarder van de openbare registers af te geven uittreksel, waarin de inschrijvingen en de boekingen in het register van voorlopige aantekeningen worden vermeld die voor de aanwijzing van de schuldeisers van belang zijn en (2) een door de notaris af te geven staat van de schuldeisers die beslag hebben gelegd op de opbrengst van de executie.
Bij de akte met producties ingediend op 23 april 2018 zijdens [VERWEERDER] is een dagregister van de bewaarder van 16 februari 2018 om 15:00 uur overgelegd waaruit blijkt dat [naam belanghebbende] belanghebbende is bij de opbrengst van de executie van het onroerend goed gelegen te [adres]. In het dossier zijn geen andere uittreksels uit de openbare registers van de bewaarder aangetroffen. Hollands Vastgoed zal alsnog in de gelegenheid worden gesteld om ingevolge artikel 552 lid 2 Rv een door de bewaarder verstrekte uittreksel uit de openbare registers over te leggen waaruit alle inschrijvingen aangaande [adres] blijken.
Bij het verzoekschrift is slechts een ongedateerde brief van de executienotaris Johnson overgelegd waaruit de opbrengst van het verkochte perceel [adres] blijkt. Hollands Vastgoed zal alsnog in de gelegenheid worden gesteld om ingevolge artikel 552 lid 2 Rv. een notariële opgave over te leggen van degenen die beslag op de opbrengst van [adres] hebben gelegd onder de notaris of de gerechtelijke bewaarder.
De zaak wordt verwezen naar de rol van 15 januari 2019 waarbij Hollands Vastgoed in de gelegenheid wordt gesteld om een door de bewaarder verstrekte uittreksel uit de openbare registers over te leggen waaruit alle inschrijvingen aangaande [adres] blijken en een notariële opgave over te leggen van degenen die beslag op de opbrengst van [adres] hebben gelegd onder de notaris of de gerechtelijke bewaarder.
UITSPRAAK:
de rechter commissaris:
verwijst de zaak naar de EJ rolzitting van dinsdag 15 januari 2019 voor een akte aan de zijde van Hollands Vastgoed;
houdt verdere beslissingen aan.
Deze beschikking is gegeven door mr. J. Sap, rechter en in het openbaar uitgesproken op 27 november 2018 in het bijzijn van de griffier.