ECLI:NL:OGEAA:2018:732

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
27 november 2018
Publicatiedatum
24 december 2018
Zaaknummer
AUA201801839
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beëindiging arbeidsovereenkomst en kennelijk onredelijk ontslag

In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft de verzoeker, [VERZOEKER], een rechtszaak aangespannen tegen zijn werkgever, Retraco Aruba N.V., over de beëindiging van zijn arbeidsovereenkomst. De verzoeker was sinds 3 maart 2009 in dienst als lasser bij Retraco en had in april 2018 zijn dienstverband met onmiddellijke ingang opgezegd. Hij stelde dat deze beëindiging kennelijk onredelijk was en verzocht om een vergoeding.

De procedure begon met een verzoekschrift dat op 26 juni 2018 werd ingediend, gevolgd door een verweerschrift van Retraco op 7 september 2018. De zitting vond plaats op 16 september 2018. De verzoeker voerde aan dat hij onder druk was gezet om de beëindigingsbrief te ondertekenen en dat hij niet goed begreep wat de gevolgen waren. Retraco daarentegen stelde dat de ondertekening van de brief een duidelijke en ondubbelzinnige verklaring was voor de beëindiging van de arbeidsovereenkomst.

De rechter oordeelde dat de verzoeker, door de beëindigingsbrief te ondertekenen, instemde met de beëindiging van zijn dienstverband. De rechter concludeerde dat er geen sprake was van kennelijk onredelijk ontslag, omdat de verzoeker zich bewust was van de inhoud en de gevolgen van de ondertekening. De vorderingen van de verzoeker werden afgewezen en hij werd veroordeeld in de proceskosten van Retraco.

Deze beschikking werd uitgesproken op 27 november 2018 door mr. Y.M. Vanwersch, rechter in het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba.

Uitspraak

Beschikking d.d. 27 november 2018
Behorend bij AUA201801839
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
in de zaak van:
[VERZOEKER],
wonende te Aruba,
VERZOEKER, hierna: [VERZOEKER],
gemachtigde: de advocaat mr. J.F.M. Zara,
tegen:
de naamloze vennootschap
RETRACO ARUBA N.V., h.o.d.n. Retraco Aruba,
gevestigd in Aruba,
VERWEERSTER, hierna: Retraco,
gemachtigde: de advocaat mr. M.O. Lopez.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift met producties, ingediend op 26 juni 2018;
- het verweerschrift met producties, ingediend op 7 september 2018;
- de behandeling ter zitting van 16 september 2018 en de daarvan gemaakte aantekeningen van de griffier.
1.2
Aan partijen is meegedeeld dat vandaag beschikking zou worden gegeven.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1 [
[VERZOEKER] is op 3 maart 2009 als lasser in loondienst getreden van Retraco tegen een brutoloon van Afl. 11,13 per uur.
2.2
Volgens het beleid van Retraco neemt het personeel in december collectief vakantie. Om die reden wordt gedurende de rest van het jaar geen vakantie meer aan het personeel verleend.
2.3
Op 1 januari 2018 heeft [VERZOEKER], voor de periode 28 maart tot en met 12 april 2018, om medische redenen 11 vakantiedagen aangevraagd en toegewezen gekregen.
2.4
Bij brief van 24 april 2018 heeft Retraco [VERZOEKER] onder meer medegedeeld dat hij binnen twee dagen een doktersverklaring dient te overleggen, waaruit volgt dat [VERZOEKER] tijdens zijn afwezigheid daadwerkelijk bij de cardioloog in Colombia is geweest. Indien [VERZOEKER] daaraan niet voldoet, zal hij een ‘aviso’ ontvangen wegens het liegen tegen Retraco, waarna direct ontslag zal volgen.
2.5
Bij brief van dezelfde datum heeft Retraco [VERZOEKER] bericht dat hij op respectievelijk 17 en 21 april 2018 de directeur en diens familieleden grovelijk heeft beledigd en bedreigd met de dood, reden waarom Retraco [VERZOEKER] niet langer in dienst wil houden. Retraco biedt [VERZOEKER] een bedrag van Afl. 7.500,-- aan om het bedrijf te verlaten.
2.6
Bij brief van 25 april 2018 heeft [VERZOEKER] onder meer verklaard het dienstverband met onmiddellijke ingang op te zeggen. In de ontslagbrief van bedoelde datum staat, voor zover van belang, het volgende.
“ Sr. [DIRECTEUR],
Pa medio di es carta aki ami [VERZOEKER], ID # [id-nummer] ta rece na bo conocemento ku mi kier bandona servicio di RETRACO inmediatamente i bow di e condicion manera presenta y ofreci na mi persona den e carta fecha 24 di April 2018.
Firmando es carta aki mi ta declara tambe a la vez ku mi relacion ku RETRACO ARUBA N.V. ta keda desolvi completamente y mi no tin ningun razon mas ni den ley ni fuera di ley pa ku RETRACO y mi ta absolve RETRACO di tur responsabilidad pa ku mi persona tanto den ley como fuera de ley tanto awor komo pa den futuro.
E carta aki ta hasi completamente liber y di mi mes un boluntad sin ningun presion di ningun hende y o instancia.”
2.7
Op 25 april 2018 heeft Retraco [VERZOEKER] na verrekening een cheque van Afl. 6.495,73 overhandigd.

3.HET VERZOEK

3.1
Het verzoek strekt ertoe om bij beschikking:
- voor recht te verklaren dat het verleende ontslag kennelijk onredelijk is;
- Retraco te veroordelen om tegen bewijs van kwijting aan [VERZOEKER] een vergoeding naar billijkheid te betalen, althans een bedrag dat het gerecht billijk voorkomt;
- Retraco in de kosten van deze procedure te veroordelen.
3.2
Retraco voert gemotiveerd verweer, dat zo nodig bij de beoordeling aan de orde komt.

4.DE BEOORDELING

4.1
Aan de orde is de vraag of Retraco het dienstverband tussen partijen heeft opgezegd dan wel dat [VERZOEKER] zelf ontslag heeft genomen.
4.2 [
VERZOEKER] stelt zich op het standpunt dat Retraco de dienstbetrekking kennelijk onredelijk heeft beëindigd. Hij heeft in dat verband aangevoerd dat hij onder zware druk de beëindigingsbrief van 25 april 2018 heeft ondertekend. [VERZOEKER], die het Papiaments niet machtig is, is voorgehouden dat hij, indien hij weigert in te stemmen met de beëindiging van de arbeidsovereenkomst, zonder enige vergoeding ontslagen zou worden. Ondertekening van de brief heeft volgens [VERZOEKER] in beginsel tot gevolg dat de arbeidsovereenkomst is beëindigd, maar het ontslag is niet gebaseerd op redenen die verband houden met de geschiktheid of het gedrag van [VERZOEKER] dan wel noodwendigheden van de onderneming. Ook heeft Retraco [VERZOEKER] geen redelijke vergoeding betaald.
4.3
Op grond van jurisprudentie mag aangenomen worden dat een werknemer met de beëindiging van de arbeidsovereenkomst heeft ingestemd, indien sprake is van een duidelijke en ondubbelzinnige verklaring die erop is gericht om de beëindiging te bewerkstelligen. Deze strenge maatstaf dient ertoe de werknemer te behoeden voor de ernstige gevolgen die vrijwillige beëindiging van het dienstverband voor hem kan hebben, kort gezegd het verloren gaan van de mogelijkheid zich op ontslagbescherming te beroepen, en het mogelijk verlies van aanspraken op grond van de Cessantia-verordening. In verband met die ernstige gevolgen zal de werkgever niet spoedig mogen aannemen dat een verklaring van de werknemer is gericht op vrijwillige beëindiging van de dienstbetrekking.
4.4
Retraco stelt zich op het standpunt dat de ondertekende brief van 25 april 2018 een duidelijke en ondubbelzinnige verklaring betreft die is gericht op de beëindiging van de arbeidsovereenkomst. Zij heeft [VERZOEKER] nimmer onder druk gezet om de beëindigingsbrief van 25 april 2018 te tekenen. Ter onderbouwing hiervan heeft de heer [DIRECTEUR] (directeur van Retraco) ter zitting het volgende verklaard. [VERZOEKER] is met de tweede brief van 24 april 2018, waarin te lezen is dat Retraco het dienstverband met hem wenst te beëindigen tegen een vergoeding van Afl. 7.500,--, bij de Directie Arbeid en Onderzoek (DAO) geweest en heeft aldaar advies ingewonnen. Ook heeft [VERZOEKER] bij de afdeling financiën informatie opgevraagd. Toen [VERZOEKER] vervolgens op 25 april 2018 op kantoor is verschenen met de mededeling dat hij de arbeidsovereenkomst tussen partijen wil beëindigen, heeft [DIRECTEUR] de beëindigingsbrief in het Papiaments opgesteld. Deze brief is door [DIRECTEUR] aan [VERZOEKER] voorgelezen en in de Spaanse taal vertaald. Hierna is aan [VERZOEKER] gevraagd of hij de inhoud van de brief goed heeft begrepen en [VERZOEKER] heeft daarop bevestigend geantwoord. [VERZOEKER] heeft vervolgens de beëindigingsbrief in het kantoor van mevrouw [hoofd financiële administratie] (hoofd financiële administratie van Retraco), in afwezigheid van [DIRECTEUR], ondertekend.
4.5 [
VERZOEKER] heeft de door [DIRECTEUR] geschetste gang van zaken, die overigens ter zitting bevestigd is door mevrouw [hoofd financiële administratie], onvoldoende gemotiveerd weersproken. Zo stelt [VERZOEKER] wel dat het allemaal anders is gelopen en dat hij de brief wel degelijk onder druk van Retraco heeft ondertekend, maar hij heeft in dit verband geen sluitende verklaringen afgelegd. [VERZOEKER] heeft bovendien verklaard dat hij de brief heeft ondertekend omdat hij het dienstverband met Retraco niet zonder enige vergoeding wilde beëindigen. Kennelijk was [VERZOEKER] zich ervan bewust wat de brief inhield en wat de consequenties van de ondertekening waren. Dit klemt temeer nu hij bij DAO langs is geweest voor advies omtrent zijn arbeidsgeschil. Onder deze omstandigheden moet de brief worden aangemerkt als een duidelijke ondubbelzinnige verklaring die is gericht op de beëindiging van de arbeidsovereenkomst. Dat [VERZOEKER] achteraf ontevreden is over de hoogte van de door hem ontvangen beëindigingsvergoeding, leidt niet tot een ander oordeel.
4.6
Nu [VERZOEKER] heeft ingestemd met de beëindiging van zijn dienstverband, is de vraag of sprake is van een kennelijk onredelijk ontslag niet aan de orde. De gevorderde verklaring voor recht en vergoeding worden afgewezen.
4.7
Als de in het ongelijk te stellen partij zal [VERZOEKER] in de proceskosten worden veroordeeld.
5.DE BESLISSING
De rechter:
5.1
wijst het verzochte af;
5.2
veroordeelt [VERZOEKER] in de kosten van de procedure, die tot aan deze uitspraak aan de kant van Retraco worden begroot op Afl. 2.500,00 voor salaris gemachtigde
Deze beschikking is gegeven door mr. Y.M. Vanwersch, rechter in dit gerecht en werd in het openbaar uitgesproken op dinsdag 27 november 2018, in tegenwoordigheid van de griffier.