ECLI:NL:OGEAA:2018:730

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
30 november 2018
Publicatiedatum
19 december 2018
Zaaknummer
365 van 2018
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Diefstal door middel van valse sleutel met gebruik van pinpas in Aruba

In deze Arubaanse strafzaak werd de verdachte beschuldigd van diefstal door middel van een valse sleutel, waarbij hij gebruik maakte van een pinpas om geld op te nemen bij verschillende geldautomaten. De feiten vonden plaats tussen 23 maart en 27 maart 2018, waarbij de verdachte samen met medeverdachten in totaal Awg. 292.000,- heeft weggenomen. De verdachte werd bijgestaan door zijn raadsman, mr. V.A.V. Carlo, terwijl de benadeelde partij, vertegenwoordigd door mr. M.A. Kock, een schadevergoeding van Afl. 50.000,- eiste. De officier van justitie, mr. W.V. Gerretschen, eiste een gevangenisstraf van achttien maanden, maar het Gerecht veroordeelde de verdachte uiteindelijk tot vijftien maanden gevangenisstraf. Het Gerecht oordeelde dat er geen sprake was van diefstal met gebruik van een valse sleutel, omdat de pinpas niet gestolen was, maar vrijwillig ter beschikking was gesteld door de eigenaar. De vordering van de benadeelde partij werd toegewezen zonder oplegging van de schadevergoedingsmaatregel, omdat de benadeelde partij verzekerd was voor de schade. De uitspraak vond plaats op 30 november 2018.

Uitspraak

Parketnummer: P-2018/03537
Zaaknummer: 365 van 2018
Uitspraak: 30 november 2018 Tegenspraak
Vonnis van dit Gerecht
in de strafzaak tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1967 in [geboorteplaats]
,
thans gedetineerd in het huis van bewaring in Aruba.
1. Onderzoek van de zaak
Het onderzoek ter openbare terechtzitting heeft plaatsgevonden op 9 november 2018. De verdachte is verschenen, bijgestaan door zijn raadsman, mr. V.A.V. Carlo, advocaat in Aruba.
De benadeelde partij [benadeelde partij] gemachtigd door zijn raadsman mr. M.A. Kock, heeft zich ter terechtzitting gevoegd in het strafproces met een vordering tot schadevergoeding.
De officier van justitie, mr. W.V. Gerretschen, heeft ter terechtzitting gevorderd dat het Gerecht het primair ten laste gelegde bewezen zal verklaren en de verdachte daarvoor zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van achttien (18) maanden, met aftrek van voorarrest. Zijn vordering behelst voorts de toewijzing van de vordering van de benadeelde partij tot een bedrag van Afl. 50.000, te vervangen door 318 dagen vervangende hechtenis alsmede de oplegging van de schadevergoedingsmaatregel voor een bedrag ad Afl. 68.000,00.
De raadsman heeft verweer gevoerd en verzocht verdachte van het primair tenlastegelegde vrij te spreken. Daarnaast heeft de raadsman betoogd dat de vordering van de benadeelde partij niet-ontvankelijk dient te worden verklaard dan wel afgewezen dient te worden.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van
23 maart 2018 tot en met 27 maart 2018 in Aruba,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen
in totaal Awg. 292.000,- (tweehonderdduizend tweeënnegentig florin), althans een geldbedrag,
in elk geval enig goed,
geheel of ten dele toebehorende aan de [benadeelde partij],
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
waarbij verdachte en/of zijn mededader(s)
zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of
het/de weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van
een valse sleutel, te weten door onbevoegd gebruik te maken van een aan een ander persoon, nl. [eigenaar pasje] toebehorende pinpas;
(artikel 2:289 van het Wetboek van Strafrecht)
althans indien ten aanzien van het vorenstaande geen veroordeling (mocht) kunnen volgen
dat hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van
23 maart 2018 tot en met 4 april 2018 in Aruba,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen
(telkens) door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde partij] heeft bewogen tot
de afgifte van Awg.292.000,- (tweehonderdduizend tweeënnegentig florin), althans een geldbedrag, in elk geval enig goed,
hebbende hij en/of zijn mededader(s) toen aldaar (telkens) met voren omschreven oogmerk
- zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de
waarheid:
- meerdere malen, althans eenmaal bij diverse geldautomaten van de [benadeelde partij],
met een pinpas toebehorende aan iemand anders,
telkens een geldbedrag van Awg. 2000,- opgenomen,
terwijl hij en of zijn mededaders handelingen verricht(en) met bovengenoemde geldautomaten waardoor de transactie wordt teruggedraaid en het geldbedrag teruggestort wordt op de rekening;
Deze handelingen bestonden uit:
meerdere malen, althans eenmaal, meteen nadat de klep van de automaat opengaat om
het geld af te geven, het geld wegnemen en voordat de klep van de automaat dicht gaat
een vinger of voorwerp in de opening te steken, (waardoor de klep niet dicht kan)
en daarna de vraag op het scherm of je een andere transactie wilt doen,
negatief beantwoorden;
waardoor het bedrijf [benadeelde partij] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
(artikel 2:305 jo artikel 1:119 van het Wetboek van Strafrecht)

3.Formele voorvragen

Het Gerecht stelt vast dat de dagvaarding geldig is, dat het bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.Bewezenverklaring

Het Gerecht acht - op grond van de hierna weergegeven bewijsmiddelen en de nadere bewijsoverwegingen, in onderling verband en samenhang beschouwd - wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder primair ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op een of meer tijdstippen in
of omstreeksde periode van
23 maart 2018 tot en met 27 maart 2018 in Aruba,
tezamen en in vereniging met
een ander ofanderen,
althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen
in totaal Awg.292.000,- (tweehonderdduizend tweeënnegentig florin), althans een geldbedrag,
in elk geval enig goed,geheel
of ten deletoebehorende aan de [benadeelde partij],
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
waarbij verdachte en/of zijn mededader(s)
zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of
het/de weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van
een valse sleutel, te weten door onbevoegd gebruik te maken van een aan een ander persoon, nl. [eigenaar pasje] toebehorende pinpas;
Het Gerecht acht niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard, zodat hij daarvan zal worden vrijgesproken.

5.Bewijsmiddelen

Het Gerecht grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan, op de feiten en omstandigheden die in de hierna volgende bewijsmiddelen zijn vervat en redengevend zijn voor de bewezenverklaring.
Voor zover de hieronder opgenomen bewijsmiddelen worden aangeduid als ‘bijlage’, betreft het bijlagen bij het proces-verbaal van het Korps Politie Aruba, Divisie Algemene Recherche, administratienummer A-97/18, in de wettelijke vorm opgemaakt en op 6 november 2018 gesloten en ondertekend door [verbalisant 1], brigadier eerste klasse bij voormeld korps.
* Een proces-verbaal van aangifte, nr. A01-01,van de schriftelijke aangifte verstrekt door [medewerker benadeelde partij] (deputy manager security departement werkzaam bij de [benadeelde partij]) in de wettelijke vorm opgemaakt en op 28 maart 2018 gesloten en getekend door [verbalisant 2], brigadier eerste klasse bij het Korps Politie Aruba, voor zover inhoudende, als report on ATM Fraud, -zakelijk weergegeven-:
On March 27, 2018 around 5:30 pm the ATM Team Teller report to the Money Center Manager that she found huge difference during the replenishment (aanvulling van ATM) of Cura Cabai ATM. The Money Center Manager reported this finding to the Executive Director, and she reported this case to the Deputy Security Manager ([medewerker benadeelde partij]).
During the replenishment, they found out that the ATM has a difference of 60.000 florins. The ATM team checked the internal account (GL) of the ATM all transactions are related to the card number 601065****3898. The card has been used multiple times at San Nicolaas ATM, Cura Cabai ATM and Tanki Leendert ATM.
March 26, 2018
Between 11:07 pm and 11:31 pm someone withdraw 7 times Afl. 2.000,- from the account using the above mentioned card number at the San Nicolaas ATM Machine, but did something to the ATM that the transaction has been reversed and the amount had been added back to the account. For the total amount of Afl. 14.000,-.
Between 11:50 pm and 11:56 om someone withdraw 4 times Afl. 2000,- from the account using the above mentioned card number at the Cura Cabai ATM Machine, but did something to the ATM that the transaction has been reversed and the amount had been added back to the account. For the total amount of Afl. 8000,-.
March 27, 2018
Between 00:00 am and 00:10 am someone withdraw 7 times Afl. 2000,- from the account using the above mentioned card number at the San Nicolaas ATM Machine, but did something to the ATM that the transaction has been reversed and the amount had been added back to the account. For the total amount of Afl. 14.000,-.
Between 00:49 am and 01:19 am someone withdraw 16 times Afl. 2000,- ,- from the account using the above mentioned card number at the Tanki Leendert ATM Machine, but did something to the ATM that the transaction has been reversed and the amount had been added back to the account. On the last withdrawal, the transaction was complete successful and did not reverse back to the account. For the total amount of Afl. 32.000,-.
* Een proces-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt en op 5 april 2018 gesloten en getekend door verbalisanten [verbalisant 3] en [verbalisant 4], respectievelijk brigadier en agent eerste klasse bij voormeld korps, voor zover inhoudende, als
verklaring van verdachte, -zakelijk weergegeven-:
Ik zat met een groep personen alcoholische drank te nuttigen in een bar in San Nicolaas toen een van de mannen mij vroeg of ik geld wilde verdienen. De man vertelde mij dat hij zag dat het systeem van de ATM automaat van de [benadeelde partij] overschreden kan worden om heel veel geld uit te halen. De man overhandigde mij een debet card ten name van een andere man. Wij gingen naar een ATM automaat van [benadeelde partij] te San Nicolaas. Ik ging de automaat binnen en had het pasje in de automaat gezet. Ik kreeg het password en kon Afl. 2000,- eruit halen. De procedure is als volgt. Meteen nadat de klep van de automaat opengaat neem je het geld weg. Voordat de klep van de automaat dicht gaat moet je je vinger of een voorwerp in de opening insteken waardoor de klep niet dicht kan gaan. De klep probeert om ongeveer 4 tot 5 keren dicht te gaan, maar doordat je je vinger of een voorwerp daar hebt kan de klep niet dicht gaan en komt op het scherm tevoorschijn alsof je een andere transactie wilt doen. Wanneer je op nee drukt gaat de automaat buiten werking. Dit duurt 30 seconden. Daarna werkt de automaat weer normaal. Door deze handeling wordt het gepinde geld niet als uitgegeven geregistreerd en kan je veel geld uit de automaat halen. Ik heb deze handeling bij de automaat te San Nicolaas, de automaat dichtbij de Wendy’s en een automaat in de buurt van de benzinestation. Ik moet ook verklaren dat wanneer ik geld bij de automaten via voornoemd procedure haal, dat wij dat doen met een groep van drie. Dit zijn namelijk ik, de man die mij de procedure had geleerd en een andere man die voor de politie moest uitkijken. Volgens mij hadden wij rond 200.000 Arubaanse Wettelijke Gulden weggenomen van de verschillende automaten. Het geld werd in de groep verdeeld.
* De
verklaring van de verdachte, op 9 november 2018 afgelegd tijdens het onderzoek ter terechtzitting, voor zover inhoudende, -zakelijk weergegeven-:
Ik heb geld uit de automaten gehaald in de avond van 26 op 27 maart 2018. Ik ben bij drie verschillende automaten geweest. De medeverdachte is degene die mij het pasje met het wachtwoord heeft gegeven. Deze medeverdachte is degene die zojuist naast me zat en de zaal heeft verlaten.

6.Bewijsoverwegingen

De officier van justitie heeft verzocht verdachte van het onder primair ten laste gelegde diefstal, tezamen en in vereniging, door middel van een valse sleutel, te veroordelen.
Het Gerecht overweegt als volgt.
Voor medeplegen van een strafbaar feit in de zin van artikel 1:123, eerste lid, aanhef en onder a, van het Wetboek van Strafrecht van Aruba is vereist dat de verdachte daartoe met een of meer andere personen nauw en bewust samenwerkt. De kwalificatie medeplegen is slechts dan gerechtvaardigd als de bewezen verklaarde – intellectuele en/of materiële – bijdrage aan het delict van de verdachte van voldoende gewicht is. De bijdrage van de medepleger zal in de regel worden geleverd tijdens het begaan van het strafbare feit in de vorm van een gezamenlijke uitvoering van het feit, maar de bijdrage kan ook zijn geleverd in de vorm van verschillende gedragingen voor en/of tijdens en/of na het strafbare feit. Bij de vorming van zijn oordeel dat sprake is van de voor medeplegen vereiste nauwe en bewuste samenwerking, kan de rechter rekening houden met onder meer de intensiteit van de samenwerking, de onderlinge taakverdeling, de rol in de voorbereiding, de uitvoering of de afhandeling van het delict en het belang van de rol van de verdachte, diens aanwezigheid op belangrijke momenten en het zich niet terugtrekken op een daartoe geëigend tijdstip, waarbij aan het zich niet distantiëren op zichzelf geen grote betekenis toekomt.
Een geringe rol of het ontbreken van enige rol in de uitvoering van het delict zal moeten worden gecompenseerd, bijvoorbeeld door een grote(re) rol in de voorbereiding.
(Zie arrest HR van 2 december 2014, ECLI:NL:HR:2014:3474, NJ 2015/390 en conclusies van 5 april 2016, ECLI:NL:PHR: 2016:233 en ECLI:NL:PHR:2016:234.)
In casu heeft verdachte verklaard dat hij tezamen met medeverdachten besloten heeft om, met gebruik making van de door [eigenaar pasje] ter beschikking gestelde pinpas geld op te nemen, waarvoor geen dekking bestond. De plan is in overleg tot stand gekomen en elke verdachte heeft hier uitvoering aan gegeven. Zo heeft verdachte verklaard dat hij een aantal keren heeft gepind, dat een andere verdachte dat ook deed en de derde verdachte op de uitkijk stond. Aldus is voldaan om te komen tot het oordeel dat er sprake is van medeplegen.
Ingevolge het bepaalde in artikel 2:289 sub b Wetboek van Strafrecht Aruba wordt met een gevangenisstraf of geldboete van de vijfde categorie gestraft:
Diefstal waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft of het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht, door middel van braak, verbreking of inklimming, van valse sleutels, van een valse order of een vals kostuum.
De wetgever beoogde omstandigheden die aan een diefstal een meer gevaarlijk karakter geven zwaarder te bestraffen. Hieronder vallen (onder meer) de middelen die de ‘schuldige’ bezigt, daaronder begrepen valse sleutels. Onder valse sleutels worden begrepen alle tot opening van het slot niet bestemde werktuigen.”
De Hoge Raad heeft in 1986 bepaald dat het gebruik maken van een sleutel door iemand die daartoe niet is gerechtigd, meebrengt dat de sleutel ten aanzien van dat slot een valse sleutel is. In het bedoelde arrest ging het om een huissleutel die eerst door de dief was gestolen. Hoewel de Hoge Raad zijn standpunt niet beargumenteerde, lijkt de gedachte te zijn geweest dat een sleutel die gestolen is, door de rechthebbende niet langer bestemd is voor het openen van het desbetreffende slot. Anders gezegd: voor gebruik door een onbevoegde is de sleutel door de rechthebbende niet bestemd. Deze gedachte laat zich moeiteloos toepassen op andere vormen van onbevoegd gebruik
5 (https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:PHR:2017:1012)en op andere sleutels dan huissleutels. Zo levert het gebruik van gestolen pinpassen diefstal door middel van valse sleutels op.
6 (https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:PHR:2017:1012)
Verdachte verklaart dat hij samen met twee andere medeverdachten met behulp van frauduleuze handelingen geld uit verschillende automaten heeft weggenomen met gebruikmaking van een pinpas van [eigenaar pinpas]. Het gerecht ziet zich thans voor de vraag gesteld of verdachte gebruik heeft gemaakt van een valse sleutel om de geldbedragen te pinnen.
De eigenaar van het pasje, [eigenaar pinpas], hierna [eigenaar pinpas], verklaart bij de politie dat hij 2 maanden geleden zijn bankpas van [benadeelde partij] op het strand bij het Hilton hotel had verloren, vermoedelijk toen hij zijn mobiele telefoon uit zijn broekzak had gehaald. Vervolgens verklaart [eigenaar pinpas] dat hij pas 5 a 6 dagen daarna hiervan melding heeft gemaakt bij de [benadeelde partij]. Uit de verklaring van de heer [medewerker benadeelde partij] –Deputy Manager Security Department- van de [benadeelde partij] blijkt evenwel dat [eigenaar pinpas] pas op 5 april 2018 bij het filiaal van de [benadeelde partij] te San Nicolaas langs is geweest om te melden dat hij zijn pinpas verloren had. Op de vraag hoe het kan dat zijn pinpas met bijbehorende pin is gebruikt om grote geldbedragen uit de automaten van de [benadeelde partij] te pinnen, geeft [eigenaar pinpas] geen plausibele verklaring. Dit is opmerkelijk, gezien het feit dat [eigenaar pinpas] heeft verklaard dat hij de enige gebruiker van zijn pinpas is.
Verder verklaart verdachte dat [eigenaar pinpas] ook betrokken is geweest bij het plegen van de diefstal. In zijn verklaring geeft hij aan dat het onmogelijk is om in bezit te zijn van iemand anders pasje met zijn bijbehorende pincode, zonder dat de eigenaar van deze pas op de hoogte is. Daarnaast verklaart verdachte dat hij wist dat [eigenaar pinpas] geen melding had gedaan bij de bank, omdat hij ermee instemde dat zijn pas verschillende keren werd gebruikt.
Op basis hiervan alsmede het feit dat [eigenaar pinpas] niet aanstonds zijn pinpas heeft laten blokkeren, komt het Gerecht tot de conclusie dat de pinpas die verdachte en zijn medeverdachten heeft gebruikt bij de pintransacties op 26 en 27 maart 2018 niet gestolen was maar door [eigenaar pinpas] vrijwillig ter beschikking is gesteld.
Met de raadsman is het Gerecht dan ook van oordeel dat er geen sprake is van diefstal met gebruik van een valse sleutel, in de zin van artikel 2:289 onder b van het Wetboek van Strafrecht van Aruba. Wel acht het Gerecht op grond van het vorenstaande wettig en overtuigend bewezen dat verdachte op 26 en 27 maart 2018, samen met andere medeverdachten de tenlastegelegde diefstal heeft begaan.

7.Strafbaarheid en kwalificatie van het bewezen verklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
Diefstal, door twee of meer verenigde personen,
strafbaar gesteld bij artikel 2:289 onder a van het Wetboek van Strafrecht.
Het bewezenverklaarde is strafbaar, nu geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid ervan opheffen of uitsluiten.

8.Strafbaarheid van de verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluiten.
De verdachte is daarom strafbaar voor het hiervoor bewezen verklaarde.

9.Oplegging van straf

Bij de bepaling van de op te leggen straf wordt gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezen verklaarde is begaan, op de mate waarin de gedraging aan de verdachte te verwijten en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen. Daarbij wordt rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde in verhouding tot andere strafbare feiten, zoals die onder meer tot uitdrukking komt in het hierop gestelde wettelijke strafmaximum en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd.
Verdachte heeft, samen met andere medeverdachten, zich schuldig gemaakt aan diefstal van geldbedragen uit de verschillende ATM-automaten, door gebruikmaking van een ter beschikking gestelde pinpas met pincode en door middel van truc, waardoor de software van deze geldautomaten de opgenomen bedragen niet registreerden. Verdachte verklaarde ter zitting dat velen van zijn landgenoten deze truc kennen. Door aldus te handelen heeft de betrouwbaarheid van de Arubaanse geldautomaten ernstig beschaamd. Deze vorm van vorm van criminaliteit maakt ernstige inbreuk op de rechtsorde en bezorgt in de samenleving gevoelens van onrust en onveiligheid.
Naar het oordeel van het Gerecht kan gelet op de ernst van het bewezen verklaarde niet worden volstaan met een andere of lichtere sanctie dan een straf die een onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming met zich brengt.
Ten nadele van verdachte houdt het Gerecht rekening met het feit dat verdachte al eerder in Macao is veroordeeld –volgens eigen opgave- voor soortgelijke strafbare feiten. Dat heeft verdachte er niet van weerhouden om opnieuw een strafbaar feit te plegen.
Het Gerecht is, na dit een en ander te hebben afgewogen, tot de slotsom gekomen dat een gevangenisstraf passend en geboden is. De verdachte zal daartoe dan ook worden veroordeeld.

10.Schadevergoeding

De benadeelde partij heeft zich in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt Afl. 50.000,- aan materiële schade.
De verdediging heeft ter terechtzitting verzocht om de benadeelde partij
niet - ontvankelijk te verklaren dan wel om de vordering af te wijzen. De verdediging heeft aangevoerd dat de schade niet van zo eenvoudige aard is dat deze zich leent voor behandeling in strafgeding.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is het Gerecht genoegzaam gebleken dat de benadeelde partij [benadeelde partij] als gevolg van verdachtes onder primair bewezen verklaarde handelen rechtstreeks schade heeft geleden tot het gevorderde bedrag. De verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden, zodat de vordering tot dat bedrag toewijsbaar is.
Verdachte is voor de schade, voor zover toegewezen, naar burgerlijk recht hoofdelijk aansprakelijk, met dien verstande dat indien genoemd bedrag geheel of gedeeltelijk door een andere medeverdachte is betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd.
Het Gerecht ziet geen aanleiding daarbij een schadevergoedingsmaatregel als bedoeld in artikel 1:78 van het Wetboek van Strafrecht van Aruba aan de verdachte op te leggen. Uit hetgeen namens [benadeelde partij] ter zitting is verklaard volgt dat [benadeelde partij] is verzekerd voor dit soort schade. Of uitgekeerd gaat worden is nog niet bekend, maar in een situatie waarin sprake is van een verzekering wordt de schadevergoedingsmaatregel niet opgelegd.

11.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is, behalve op de reeds aangehaalde wettelijke voorschriften, gegrond op het artikel 1:62 zoals deze luidde ten tijde van het bewezen verklaarde.
12. DE
BESLISSING
Het Gerecht:
12.1
verklaart wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder primair ten laste gelegde feit heeft begaan;
12.2
kwalificeert het bewezen verklaarde als hiervoor omschreven;
12.3
verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en de verdachte daarvoor strafbaar;
12.4
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de
vijftien (15) maanden;
12.5
beveelt dat de tijd die door de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht;
12.6
wijst de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij [benadeelde partij] geleden schade toe tot een bedrag van
Afl. 50.000,- (zegge: vijftig duizend gulden)en veroordeelt de verdachte, die hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij;
12.7
bepaalt dat indien en voor zover (een van) de mededader(s) van de verdachte voormeld bedrag heeft betaald aan de benadeelde partij, de verdachte in zoverre is bevrijd van voormelde verplichting tot betaling aan de benadeelde partij.
Dit vonnis is gewezen door de rechter mr. Y.M. Vanwersch, bijgestaan door mw. L.H. Hoogenbergen, (zittingsgriffier), en op 30 november 2018 in tegenwoordigheid van de griffier uitgesproken ter openbare terechtzitting van het Gerecht in Aruba.