ECLI:NL:OGEAA:2018:712
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Vordering tot opheffing van beslag in kort geding tussen buren met betrekking tot vuilstortplaats
In deze zaak, die voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba werd behandeld, vorderde eiser, een eigenaar van een perceel, de opheffing van een executoriaal beslag dat door gedaagden, zijn buren, was gelegd op zijn terrein. De vordering was gebaseerd op de stelling dat hij zich had gehouden aan een eerder vonnis dat hem verbood om vuil op zijn terrein te storten. Gedaagden voerden aan dat eiser het vonnis had overtreden en dat er sprake was van onrechtmatig handelen. De voorzieningenrechter oordeelde dat er voldoende bewijs was dat eiser na betekening van het vonnis herhaaldelijk vuil op zijn terrein had gestort, waardoor hij dwangsommen had verbeurd. De rechter concludeerde dat gedaagden niet onrechtmatig hadden gehandeld door gebruik te maken van hun executiebevoegdheid. Wel werd de rechter van mening dat de verbeurde dwangsommen in de gegeven omstandigheden tot onaanvaardbare gevolgen zouden leiden, en matigde deze tot Afl. 5.000,- per dag voor het storten van afval en Afl. 50.000,- voor het niet verwijderen van het afval. Eiser werd veroordeeld in de kosten van de procedure.