ECLI:NL:OGEAA:2018:705

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
20 november 2018
Publicatiedatum
28 november 2018
Zaaknummer
EJ. nr. AUA201801512
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
  • N.K. Engelbrecht
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot erkenning van een buitenlands vonnis inzake voogdij over een minderjarige

In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, is op 20 november 2018 een beschikking gegeven in het verzoek van twee grootouders, die in persoon procedeerden, om een verklaring af te geven ter erkenning van een buitenlands vonnis. Dit vonnis, uitgesproken door een Haïtiaanse rechter op 28 november 2017, had de voogdij over hun kleinkind, een minderjarige geboren in 2010, aan hen toevertrouwd. De minderjarige was geboren uit het huwelijk van de moeder, die op 14 oktober 2015 in Haïti was overleden, en de vader, die niet in de procedure verscheen en zonder bekende woonplaats was.

De grootouders stelden dat zij een verklaring nodig hadden om een verblijfsvergunning voor de minderjarige te verkrijgen, waarbij het gerecht een uitspraak moest doen die het buitenlandse vonnis erkende. Tijdens de zitting op 25 september 2018 was de vader niet verschenen, ondanks een behoorlijke oproeping, en was de ambtenaar van de Burgerlijke Stand vertegenwoordigd door een juridisch medewerkster.

Het gerecht beoordeelde het verzoek op basis van artikel 1:26 van het Burgerlijk Wetboek, dat de mogelijkheid biedt om een verklaring voor recht af te geven over buitenlandse uitspraken. Echter, het gerecht oordeelde dat de uitspraak van de Haïtiaanse rechter niet vatbaar was voor opneming in het register van de burgerlijke stand, omdat deze registers geen informatie over het gezag over minderjarigen bevatten. Daarom werd het verzoek afgewezen.

Uitspraak

Beschikking van 20 november 2018
behorend bij EJ. nr. AUA201801512
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
op het verzoek van
[Verzoeker 1] en [Verzoeker 2],
wonende in Aruba,
VERZOEKERS, hierna: de grootouders,
procederend in persoon.
Belanghebbenden:
[naam minderjarige],de minderjarige,
[naam vader],de vader, zonder bekende woonplaats in Haïti,
De ambtenaar van de Burgerlijke Stand,hierna: de ambtenaar.

1.DE PROCEDURE

De procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift, ingediend op 31 mei 2018,
  • de griffiersaantekeningen van de mondelinge behandeling van 25 september 2018, waaruit blijkt dat zijn verschenen verzoekers in persoon. De vader is, ondanks daartoe behoorlijk te zijn opgeroepen, niet verschenen. Namens de ambtenaar is verschenen zijn juridisch medewerkster, [vertegenwoordiger].
De uitspraak is bepaald op heden.

2.DE FEITEN

2.1
De minderjarige is op [geboortedatum] 2010 in Haïti geboren uit het huwelijk tussen de moeder, [naam moeder] en de vader.
2.2
De moeder is op 14 oktober 2015 in Haïti overleden.
2.3
Bij uitspraak van de
Egalite Republique D’Haitivan 28 november 2017, heeft de (Haïtiaanse) rechter de voogdij over de minderjarige toevertrouwd aan de grootouders.

3.HET VERZOEK

Het verzoek strekt - naar het gerecht begrijpt - tot afgifte van een verklaring als bedoeld in artikel 1:26 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) ter zake van voornoemde uitspraak van 28 november 2017.
Daartoe is ter zitting gesteld dat ter verkrijging van een verblijfsvergunning voor de minderjarige, de Dimas een uitspraak van dit gerecht vereist, waarbij het buitenlands vonnis wordt erkend.

4.DE BEOORDELING

4.1
Op grond van artikel 1:26 BW kan het gerecht een verklaring voor recht afgeven dat een buiten Aruba gedane uitspraak overeenkomstig plaatselijke voorschriften door een bevoegde instantie is opgemaakt of gedaan, en naar zijn aard vatbaar is voor opneming in een register van de burgerlijke stand.
4.2
Voornoemde uitspraak van 28 november 2017 is echter naar zijn aard niet vatbaar voor opneming in een register van de burgerlijke stand, aangezien die registers geen informatie omtrent het gezag over minderjarigen bevatten. Het verzoek is daarom niet toewijsbaar.

5.DE BESLISSING

Het gerecht:
wijst het verzoek af.
Deze beschikking is gegeven door mr. N.K. Engelbrecht, rechter in dit gerecht en in het openbaar uitgesproken ter terechtzitting van dinsdag 20 november 2018 in tegenwoordigheid van de griffier.