ECLI:NL:OGEAA:2018:702

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
20 november 2018
Publicatiedatum
28 november 2018
Zaaknummer
AUA201800627
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
  • N.K. Engelbrecht
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wijziging van gezag over minderjarigen in het kader van een verzoek tot alleenstaand gezag door de vader

In deze beschikking van het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, gedateerd 20 november 2018, wordt een verzoek behandeld van de vader om het gezag over zijn minderjarige kinderen te wijzigen. De minderjarigen, geboren uit de moeder en erkend door de vader, verblijven bij de vader in Aruba, terwijl de moeder in Nederland woont. De moeder heeft geen verweer ingediend en is niet verschenen op de zitting, ondanks dat zij was opgeroepen. De vader heeft aangevoerd dat de moeder vier jaar geleden naar Nederland is verhuisd en sindsdien nauwelijks contact heeft gehad, wat het nemen van belangrijke beslissingen over de kinderen bemoeilijkt.

De rechter oordeelt dat het verzoek van de vader is gebaseerd op artikel 1:253c van het Burgerlijk Wetboek van Aruba, dat de vader de mogelijkheid biedt om het gezag over de kinderen te verzoeken, mits dit in het belang van de kinderen is. De rechter merkt op dat de moeder, hoewel zij naar Aruba was gekomen voor de behandeling, vanwege een medische noodsituatie naar Colombia moest vertrekken en daardoor niet aanwezig kon zijn. Dit roept vragen op over haar standpunt ten aanzien van het verzoek van de vader.

De rechter concludeert dat er voldoende aanleiding is om de vader, die de kinderen sinds hun geboorte heeft verzorgd, (mede) met het gezag te belasten. Echter, om te bepalen of de vader alleen met het gezag moet worden belast of dat dit gezamenlijk met de moeder kan, is meer informatie nodig. Daarom wordt de Voogdijraad verzocht een onderzoek in te stellen naar de sociale omstandigheden van de betrokken partijen. De zaak wordt verwezen naar een rolzitting voor de indiening van het rapport van de Voogdijraad, waarna een datum voor de voortgezette behandeling zal worden vastgesteld.

Uitspraak

Beschikking van 20 november 2018
Behorend bij AUA201800627
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
op het verzoek van
[Verzoeker],
wonende in Aruba,
VERZOEKER, hierna de vader,
procederende in persoon,
tegen
[Verweerster],
wonende in Nederland,
VERWEERSTER, hierna de moeder,
niet verschenen.
Belanghebbenden:
1. [naam minderjarige 1]geboren op [geboortedatum] 2001 in Aruba,
2. [naam minderjarige 2]geboren op [geboortedatum] 2010 in Aruba,
hierna: de minderjarigen.

1.DE PROCEDURE

De procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift, ingediend op 8 maart 2018;
  • het verhoor van de 16-jarige [naam minderjarige 1] op 24 september 2018;
- de griffiersaantekeningen van de mondelinge behandeling achter gesloten deuren op 25 september 2018, waaruit blijkt dat alleen de vader is verschenen. De moeder heeft geen verweerschrift ingediend en is, ondanks daartoe behoorlijk te zijn opgeroepen, niet verschenen. Namens de Voogdijraad was aanwezig mevrouw [vertegenwoordiger].
De uitspraak is bepaald op heden.

2.DE FEITEN

De minderjarigen zijn uit de moeder geboren en door de vader erkend. De moeder oefent van rechtswege het gezag over de minderjarigen alleen uit.

3.HET VERZOEK

Het verzoek strekt tot wijziging van het gezag, in die zin dat de vader voortaan alleen met het gezag over de minderjarigen wordt belast. Ter onderbouwing van het verzoek heeft de vader aangevoerd dat de moeder vier jaar geleden naar Nederland is verhuisd met achterlating van de minderjarigen bij hem, en dat er amper sprake is van communicatie tussen de ouders, waardoor het hem bemoeilijkt wordt om belangrijke beslissingen omtrent de minderjarigen te nemen.

4.DE BEOORDELING

4.1
Het verzoek is gebaseerd op artikel 1:253c van het Burgerlijk Wetboek van Aruba (hierna: BW). Dit artikel biedt de tot het gezag bevoegde vader, die nimmer het gezag gezamenlijk met de moeder heeft uitgeoefend, de mogelijkheid om het gerecht te verzoeken om hem in plaats van de moeder met het gezag over het kind te belasten.
Uit lid twee van dit artikel volgt dat de rechter, indien de moeder het gezag over het kind uitoefent, dit verzoek slechts inwilligt, indien hij dit in het belang van het kind wenselijk oordeelt.
4.2
De moeder heeft, alhoewel in de gelegenheid gesteld, geen verweer ingediend. Gebleken is dat zij speciaal voor de behandeling van deze zaak naar Aruba is gekomen, maar dat zij vervolgens met spoed naar Colombia is gegaan voor een medische behandeling, zodat zij niet aanwezig kon zijn bij de behandeling van deze zaak. Onduidelijk is dus wat zij van het verzoek van de vader vindt.
4.3
Dat er aanleiding bestaat de vader, die de minderjarigen sinds hun geboorte (mede) heeft verzorgd en opgevoed, (mede) met het gezag over de minderjarigen te belasten, behoeft geen betoog. De vraag is of in dit geval de vader voortaan alleen met het gezag moet worden belast, of dat hij samen met de moeder met het gezag kan worden belast. Het gerecht acht zich in dit stadium onvoldoende voorgelicht om een beslissing te nemen en zal de Voogdijraad verzoeken een onderzoek in te stellen naar de sociale omstandigheden van partijen, ter beantwoording van de vraag of in dit geval een onaanvaardbaar risico voor de minderjarigen bestaat dat zij klem of verloren zouden raken tussen de ouders, indien de ouders het gezag gezamenlijk zouden uitoefenen dan wel of het in het belang van de minderjarigen wenselijk moet worden geacht dat de vader alleen met het gezag wordt belast.
4.4
De zaak zal worden verwezen naar een hieronder te vermelden rolzitting voor overlegging van het rapport zijdens de Voogdijraad. Hierna zal een datum voor de voortgezette behandeling worden bepaald.

5.DE BESLISSING

Het gerecht:
verzoekt de Voogdijraad om onderzoek in te stellen naar de sociale omstandigheden van partijen en daarover een rapport uit te brengen, waarin de hierboven in overweging 4.3 geformuleerde vragen dienen te worden beantwoord,
verwijst de zaak naar de zitting van
dinsdag, 19 februari 2019 om 8.30 uur, voor het indienen van het rapport zijdens de Voogdijraad,
houdt iedere verdere beslissing aan.
Deze beschikking is gegeven door mr. N.K. Engelbrecht, rechter in dit gerecht, ter zitting van 20 november 2018 in aanwezigheid van de griffier.