ECLI:NL:OGEAA:2018:689

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
13 november 2018
Publicatiedatum
19 november 2018
Zaaknummer
EJ nr. AUA201801572
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wijziging kinderalimentatie in alimentatiezaak tussen vader en moeder

In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, gaat het om een verzoek tot wijziging van de kinderalimentatie. De vader, die in persoon procedeert, verzoekt om de bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van zijn minderjarige kind te verlagen naar nihil. De vader heeft aangevoerd dat zijn financiële situatie is veranderd sinds de eerdere beschikking van 18 mei 2015, waarin zijn bijdrage was vastgesteld op Afl. 500,- per maand. Hij heeft zijn inkomsten als freelancer en de beëindiging van zijn overeenkomst met het Land Aruba als redenen opgegeven voor deze wijziging.

De moeder, die bijgestaan wordt door haar advocaat, heeft de kosten van de minderjarige vastgesteld op Afl. 650,- per maand, een bedrag dat de vader niet heeft betwist. Het gerecht heeft vastgesteld dat de vader momenteel onvoldoende inkomsten heeft om bij te dragen aan de kosten van de verzorging en opvoeding van de minderjarige. De vader heeft ook aangegeven dat hij recentelijk opnieuw vader is geworden en samenwoont met een nieuwe partner.

Het gerecht heeft geoordeeld dat er sprake is van een wijziging van omstandigheden die een herbeoordeling van de kinderalimentatie rechtvaardigt. De vader heeft voldoende aangetoond dat hij niet in staat is om de eerder vastgestelde bijdrage te voldoen. Daarom heeft het gerecht besloten om de bijdrage van de vader in de kosten van de verzorging en opvoeding van de minderjarige met ingang van 6 juni 2018 op nihil te stellen. Tevens is de moeder toegelaten om kosteloos te procederen, en zijn de proceskosten tussen partijen gecompenseerd.

Uitspraak

Beschikking van 13 november 2018
behorend bij EJ nr. AUA201801572
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
in de alimentatiezaak tussen
[VERZOEKER],
wonende in Aruba, [Adres],
VERZOEKER, hierna: de vader,
procederend in persoon,
en
[VERWEERSTER],
wonende in Aruba,
VERWEERSTER, hierna: de moeder,
gemachtigde: de advocaat mr. G.L. Griffith.

1.DE PROCEDURE

De procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift, ingediend op 6 juni 2018;
  • de griffiersaantekeningen van de mondelinge behandeling van 2 oktober 2018, waaruit blijkt dat zijn verschenen de vader in persoon en de moeder in persoon bijgestaan door haar gemachtigde.
De uitspraak is bepaald op heden.

2.DE FEITEN

2.1
De thans nog minderjarige [kind] (hierna: de minderjarige) is op [geboortedatum] 2001 in Aruba geboren uit het huwelijk tussen de vader en de moeder.
2.2
Bij beschikking van dit gerecht van 18 mei 2015 (behorend bij EJ nr. 921 van 2015), is de bijdrage van de vader in de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarige bepaald op Afl. 500,- per maand. Toentertijd waren partijen akkoord voor wat betreft voornoemde bijdrage.

3.DE BEOORDELING

3.1
Het verzoek strekt tot wijziging van bovengenoemde beschikking van 18 mei 2015 in die zin dat het door de vader te betalen bedrag aan kinderalimentatie zal worden bepaald op nihil.
3.2
Het verzoek is gebaseerd op artikel 1:401 van het Burgerlijk Wetboek van Aruba (BW). Ingevolge die bepaling kan een rechterlijke uitspraak betreffende levensonderhoud, bij latere uitspraak worden gewijzigd of ingetrokken, indien zij nadien door wijziging van omstandigheden ophoudt aan de wettelijke maatstaven te voldoen of indien zij van de aanvang af niet aan de wettelijke maatstaven heeft beantwoord, doordat bij die uitspraak van onjuiste of onvolledige gegevens is uitgegaan.
3.3
De vader heeft naar het oordeel van het gerecht voldoende gesteld en aannemelijk gemaakt dat er sprake is van een wijziging van omstandigheden die een hernieuwde beoordeling mogelijk maakt van de vastgestelde kinderalimentatie. De vader heeft onder andere aangevoerd dat hij als eigenaar van een eenmanszaak een overeenkomst had met het Land Aruba tot het verrichten van diensten. Die overeenkomst is op 31 augustus 2017 van rechtswege geëindigd en sinds 1 september 2017 heeft hij onvoldoende inkomsten om bij te dragen in de kosten van de verzorging en opvoeding van de minderjarige, aldus de vader. Verder heeft de vader aangevoerd dat hij op 7 november 2017 weer vader is geworden en samenwoont met zijn nieuwe levenspartner.
3.4
Bepalend voor de hoogte van de kinderalimentatie is de behoefte van de minderjarige en de draagkracht van zowel de moeder en de vader.
De behoefte van de minderjarige
3.5
De moeder heeft de kosten van de minderjarige bepaald op Afl. 650,- per maand. De vader heeft deze kosten niet betwist. Gelet hierop kunnen de kosten van de minderjarige worden vastgesteld op Afl. 650,- per maand, waaraan de ouders naar draagkracht en naar evenredigheid dienen bij te dragen.
Inkomen van de vader
3.6
De vader heeft aangevoerd dat hij momenteel als freelancer fotograaf werkt en gemiddeld Afl. 300,- per maand verdient en dat zijn familie hem financieel helpt.
De moeder heeft aangevoerd dat de vader meer verdient. Deze gemotiveerd betwiste stelling is echter niet aannemelijk geworden.
De draagkracht van de vader
3.7
Het gerecht is van oordeel dat uit de overgelegde stukken en het verhandelde ter zitting genoegzaam is gebleken dat de vader thans onvoldoende inkomsten heeft om enige bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarige te voldoen. Het verzoek van de vader zal derhalve worden toegewezen ingaande de datum indiening van het verzoekschrift.
3.8
Bij wijziging van omstandigheden (als bijvoorbeeld de vader weer een vaste baan heeft c.q. meer inkomsten heeft) zou wederom om kinderalimentatie verzocht kunnen worden.
3.9
Gelet op het door de moeder overgelegde bewijs van onvermogen, zal haar toelating worden verleend om kosteloos te procederen.
3.1
Het gerecht ziet in de aard van de procedure aanleiding om de kosten tussen partijen te compenseren.

4.DE BESLISSING

Het gerecht:
verleent de moeder toelating om kosteloos te procederen,
wijzigt de beschikking van dit gerecht van 18 mei 2015 (EJ nr. 921 van 2015) in dier voege dat de bijdrage van de vader [verzoeker] in de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarige [kind], geboren op [geboortedatum] 2001 in Aruba, met ingang van 6 juni 2018 wordt bepaald op nihil,
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
compenseert de proceskosten, aldus dat ieder der partijen de eigen kosten draagt.
Aldus gegeven door mr. E.M.D. Angela, rechter in dit gerecht, en in het openbaar uitgesproken ter zitting van dinsdag 13 november 2018 in aanwezigheid van de griffier.