ECLI:NL:OGEAA:2018:688

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
13 november 2018
Publicatiedatum
19 november 2018
Zaaknummer
EJ nr. AUA201801568
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl

Uitspraak

Beschikking van 13 november 2018
behorend bij EJ nr. AUA201801568
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
in de alimentatiezaak tussen
DE VOOGDIJRAAD,
gevestigd in Aruba,
VERZOEKER,
vertegenwoordigd.
en
[VERWEERDER],
wonende in Aruba, [Adres],
VERWEERDER, hierna te noemen: de vader,
procederend in persoon.
Belanghebbende:
[Belanghebbende], de moeder.

1.DE PROCEDURE

De procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift, ingediend op 6 juni 2018;
  • de griffiersaantekeningen van de mondelinge behandeling van 2 oktober 2018, waaruit blijkt dat namens de Voogdijraad aanwezig was [vertegenwoordiger] en dat de vader in persoon is verschenen.
De uitspraak is bepaald op heden.

2.DE FEITEN

2.1
Uit de relatie tussen de moeder en de vader zijn de thans nog minderjarigen [kind 1] op [geboortedatum] 2002 in Aruba geboren en [kind 2] is op [geboortedatum] 2005 in Aruba geboren (hierna: de minderjarigen). De vader heeft de minderjarigen erkend. De minderjarigen wonen bij de moeder.
2.2
De vader woont samen en heeft twee andere kinderen (een kind van 6 maanden en een kind van 3 jaar). De partner is niet werkzaam.

3.HET VERZOEK

Het verzoek strekt tot het veroordelen van de vader tot betaling van een maandelijkse bijdrage van Afl. 250,- per kind ingaande 1 juli 2018 als voorziening in de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarige. Daartoe wordt aangevoerd dat de vader voldoende inkomen uit arbeid geniet.

4.DE BEOORDELING

4.1
Het gerecht stelt voorop dat ouders verplicht zijn te voorzien in de kosten van verzorging en opvoeding van hun minderjarige kinderen. Dit geschiedt naar draagkracht. Artikel 1:406 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek van Aruba bepaalt, dat in het geval een ouder zijn verplichting tot voorziening in de kosten van verzorging en opvoeding niet of niet behoorlijk nakomt, zowel de Voogdijraad als de andere ouder de rechter kan verzoeken het bedrag te bepalen dat deze ouder ten behoeve van het kind zal moeten uitkeren.
4.2
Bepalend voor de hoogte van de kinderalimentatie zijn de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarige en de draagkracht van zowel de moeder als de vader.
De kosten van verzorging en opvoeding
4.3
De moeder heeft de kosten van de verzorging en opvoeding van de minderjarigen bepaald op Afl. 506,75 per maand voor [kind 1] en op Afl. 504,- per maand voor [kind 2]. De vader heeft deze kosten niet weersproken, zodat het gerecht de behoefte van de minderjarigen op voornoemde bedragen zal vaststellen.
Het inkomen van de vader
4.4
Uit de door de vader overgelegde loonstroken blijkt dat hij een gemiddeld nettoloon per maand heeft van Afl. 2.143,44.
De draagkracht van de vader
4.5
Bij de vaststelling van de draagkracht van de vader gaat het gerecht er vanuit dat hij een bedrag van minimaal Afl. 1.400,- per maand nodig heeft om in zijn eigen levensonderhoud te voorzien. In dit bedrag zitten onder andere begrepen de redelijke kosten van elektriciteit, van water, van telefoon/internet/cable aansluiting en van autogebruik, zodat met de door de vader opgevoerde daadwerkelijke kosten bij de vaststelling van de draagkracht niet afzonderlijk rekening zal worden gehouden. Rekening houdend met voornoemd forfaitair bedrag van Afl. 1.400,- en de aflossing van Afl. 300,- bij Brown advocaten terzake een schuld bij Island Finance, houdt de vader een bedrag van Afl. 443,44 over om te voorzien in het levensonderhoud van zijn gezin. De vader heeft ter zitting aangeboden om met een bedrag van totaal Afl. 250,- per maand bij te dragen in de verzorging en opvoeding van de minderjarigen.
4.6
Voldoende aannemelijk is geworden dat de man
thansniet in staat is om meer dan Afl. 125,- per kind per maand - die hij bereid is te betalen aan kinderalimentatie - te betalen ten behoeve van de verzorging en opvoeding van de minderjarigen. Deze kinderbijdrage acht het gerecht thans in overeenstemming met de wettelijke maatstaven. Het verzoek zal tot dat bedrag worden toegewezen.
4.7
De ingangsdatum van die bijdrage zal worden bepaald op 1 november 2018.

5.DE BESLISSING

Het gerecht:
bepaalt de door de vader [verweerder] met ingang van 1 november maandelijks te betalen bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarigen [kind 1], geboren op [geboortedatum] 2002 in Aruba en [kind 2], geboren op [geboortedatum] 2005 in Aruba op een bedrag van Afl. 125,- per kind per maand, bij vooruitbetaling aan de Voogdijraad te voldoen,
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad,
wijst af het anders of meer verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. E.M.D. Angela, rechter in dit gerecht, en in het openbaar uitgesproken ter zitting van dinsdag 13 november 2018 in aanwezigheid van de griffier.