ECLI:NL:OGEAA:2018:687

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
13 november 2018
Publicatiedatum
19 november 2018
Zaaknummer
EJ nr. AUA201801389
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
  • N.K. Engelbrecht
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wijziging van alimentatiebeschikking in een kinderalimentatiezaak met betrekking tot de minderjarige

In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, is op 13 november 2018 een beschikking gegeven in een alimentatiezaak tussen de vader en de moeder van de minderjarige. De vader, die in persoon procedeert, verzoekt om wijziging van een eerdere beschikking van 18 oktober 2016, waarin hij was verplicht om Afl. 375,- per maand bij te dragen in de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarige. De vader stelt dat zijn financiële situatie is veranderd door zijn huwelijk in juli 2015 en de geboorte van twee andere kinderen, waardoor hij niet meer in staat is om het eerder vastgestelde bedrag te betalen. De moeder verzoekt daarentegen om verhoging van de alimentatie naar Afl. 572,40 per maand.

De rechter beoordeelt het verzoek van de vader op basis van artikel 1:401 van het Burgerlijk Wetboek van Aruba, dat wijziging van alimentatie mogelijk maakt bij wijziging van omstandigheden. De rechter concludeert dat de wijziging van de omstandigheden, zoals de geboorte van de andere kinderen en de financiële lasten die de vader draagt, relevant zijn. Na beoordeling van de financiële situatie van beide ouders, komt de rechter tot de conclusie dat de vader in staat is om Afl. 375,- per maand te blijven betalen. Het verzoek van de vader om verlaging van de alimentatie wordt afgewezen, evenals het verzoek van de moeder om verhoging.

Daarnaast wordt er een betalingsregeling getroffen voor de achterstand in betalingen, waarbij de vader maandelijks Afl. 125,- zal betalen op de achterstand. De proceskosten worden gecompenseerd, wat betekent dat elke partij zijn eigen kosten draagt. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad, wat inhoudt dat de vader direct moet voldoen aan de vastgestelde alimentatie.

Uitspraak

Beschikking van 13 november 2018
behorend bij EJ nr. AUA201801389.
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
in de alimentatiezaak tussen
[verzoeker],
wonende in Aruba, [adres],
VERZOEKER, hierna te noemen: de vader,
procederend in persoon,
en
[verweerster],
wonende in Aruba, [adres],
VERWEERSTER, hierna te noemen: de moeder,
procederend in persoon.

1.DE PROCEDURE

De procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift, ingediend op 23 mei 2018;
  • de griffiersaantekeningen van de mondelinge behandeling van 18 september 2018, waaruit blijkt dat zijn verschenen de vader en de moeder in persoon.
De uitspraak is bepaald op heden.

2.DE FEITEN

2.1
De thans nog minderjarige [naam minderjarige] (hierna: de minderjarige) is op [geboortedatum] 2008 in Aruba geboren uit de relatie tussen de vader en de moeder. De minderjarige is door de vader erkend.
2.2
Bij beschikking van dit gerecht van 18 oktober 2016 (behorend bij EJ-1222/16), is bepaald dat de vader met ingang van 1 juli 2016 met Afl. 375,- per maand dient bij te dragen in de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarige.

3.DE BEOORDELING

3.1
Het verzoek strekt tot wijziging van bovengenoemde beschikking van 18 oktober 2016 in die zin dat het door de vader te betalen bedrag aan kinderalimentatie zal worden verlaagd tot nihil, althans tot Afl. 250,- per maand. Daartoe wordt aangevoerd dat de vader niet meer dan Afl. 250,- per maand kan betalen, omdat hij in juli 2015 is getrouwd en uit dat huwelijk twee thans nog minderjarige kinderen zijn geboren. Zijn echtgenote heeft geen baan en hij bekostigt alle kosten van de huishouding en de verzorging en opvoeding van de kinderen.
3.2
Het verzoek is gebaseerd op artikel 1:401 van het Burgerlijk Wetboek van Aruba (BW). Ingevolge die bepaling kan een rechterlijke uitspraak betreffende levensonderhoud, bij latere uitspraak worden gewijzigd of ingetrokken, indien zij nadien door wijziging van omstandigheden ophoudt aan de wettelijke maatstaven te voldoen of indien zij van de aanvang af niet aan de wettelijke maatstaven heeft beantwoord, doordat bij die uitspraak van onjuiste of onvolledige gegevens is uitgegaan.
3.4
Het enkele feit dat de vader stelt dat uit zijn huwelijk vanaf 2015 twee kinderen zijn geboren en dat hij alle kosten dekt omdat zijn echtgenote geen inkomen uit arbeid heeft, merkt het gerecht aan als een rechtens relevante wijziging van omstandigheden.
Ter beoordeling ligt dan voor de vraag of deze wijziging van omstandigheden met zich brengt dat die alimentatiebeschikking inmiddels is achterhaald en niet langer aan de wettelijke maatstaven voldoet. Bij de beoordeling zal het gerecht alle ten tijde van deze beslissing bestaande relevante omstandigheden in acht nemen.
3.5
De moeder heeft ter zitting verzocht de bijdrage van de vader in de kosten van alimentatie van de minderjarige, te bepalen op Afl. 572,40 per maand.
3.6
Het gerecht zal gelet hierop en aan de hand van de door partijen overgelegde stukken een nieuwe alimentatie vaststellen.
3.7
Kosten van verzorging en opvoeding
Bij het vaststellen van de kosten van verzorging en opvoeding hanteert het gerecht als richtsnoer voor kinderen van jonger dan 12 een bedrag van Afl. 450,- per maand. In dit bedrag zitten begrepen de noodzakelijke schoolkosten en de kosten aan kleding, recreatie en persoonlijke verzorging. Dit bedrag kan worden verhoogd indien blijkt van bijzondere uitgaven ten behoeve van het kind die niet zijn begrepen in bovengenoemd bedrag. In dit geval is wel gebleken van dergelijke uitgaven, namelijk ballet (Afl. 107,-), scouting (Afl. 17,-) en oppas (Afl. 125,-), zodat het gerecht de behoefte van de minderjarige zal bepalen op afgerond Afl. 700,- per maand.
Draagkracht ouders
3.8
De moeder is getrouwd en uit dat huwelijk is in mei 2012 een dochter geboren. Het gezin van de moeder bestaat uit vier personen, inclusief de minderjarige.
3.8.1
Uit de door de moeder overgelegde loonstroken blijkt dat zij een gemiddeld netto-maandloon heeft van Afl. 1.848,12 (inclusief “bonus”). Haar echtgenoot heeft een netto-maandinkomen van Afl. 2.310,-, exclusief de bonussen, toeslagen en vakantie-uitkering.
3.8.2
Wat betreft de lasten, houdt het gerecht rekening met een forfaitair bedrag van Afl. 700,- voor het eigen levensonderhoud. In dit bedrag zitten onder andere begrepen de redelijke kosten van elektriciteit, van water, van telefoon/internet/t.v.-aansluiting en van autogebruik, waaronder benzine, en van persoonlijke verzorging, zodat met opgevoerde daadwerkelijke kosten van deze lasten bij de vaststelling van de draagkracht niet afzonderlijk rekening moet worden gehouden. Het gerecht zal verder rekening houden met de aflossing van de hypotheeklening ad Afl. 666,50 (zijnde de helft van het aflossingsbedrag), en de aflossing van de lening bij Crown ad Afl. 300,-. Het gerecht zal geen rekening houden met de aflossing van de lening bij Island Finance ad Afl. 250,48, nu deze post niet onderbouwd is. De overige door de moeder opgevoerde posten zijn inbegrepen in het forfaitair bedrag van Afl. 700,-.
De moeder houdt maandelijks een bedrag over van afgerond (Afl. 1.848,12 – 1.666,50) Afl. 181,62, waarvan zij moet voorzien in de kosten van verzorging en opvoeding van haar kinderen.
3.9
De vader is getrouwd en vormt met zijn echtgenote en hun twee kinderen een gezin. Zijn echtgenote heeft geen inkomen uit arbeid.
3.9.1
Uit de door de vader overgelegde loonstroken blijkt dat hij een gemiddeld netto-maandloon heeft van Afl. 3.020,94.
3.9.2
Wat betreft de lasten, houdt het gerecht rekening met de door de vader opgevoerde werkelijke kosten van “water en elektriciteit” ad Afl. 200,-, “Digicel” ad Afl. 212.18 en “boodschappen” ad Afl. 1.083,- Met de door hem opgevoerde post van aflossing van een bed zal het gerecht geen rekening houden, nu deze inmiddels is afbetaald. De vader houdt maandelijks over een bedrag van Afl. 1.525,76, waarvan hij moet voorzien in de kosten van zijn levensonderhoud en die van zijn gezin, en de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarige.
3.1
Gelet op de kosten van verzorging en opvoeding van minderjarige enerzijds en de draagkracht van de ouders anderzijds, is het gerecht van oordeel dat de vader in staat moet worden geacht om met een bedrag van Afl. 375,- per maand bij te dragen ten behoeve van de minderjarige. Het verzoek van zowel de vader, om de alimentatiebeschikking te wijzigen in die zin dat zijn te betalen bijdrage wordt verlaagd, als van de moeder om de beschikking te wijzigen in die zin dat de door de vader te betalen bijdrage zal worden verhoogd, zal derhalve worden afgewezen.
3.11
Wat betreft het verzoek van de vader om met betrekking tot de opgelopen achterstand een betalingsregeling te treffen, zal het gerecht bepalen dat hij maandelijks een bedrag van Afl. 125,- op deze achterstand (was Afl. 7.625 in april 2018) zal betalen. Dit betekent dat de vader vanaf november 2018 en totdat de achterstand is ingelopen, een bedrag van (Afl. 375,- + Afl. 125,- =) Afl. 500,- aan de Voogdijraad zal moeten voldoen ten behoeve van de minderjarige.
3.12
De proceskosten zullen worden gecompenseerd, in die zin dat elke partij de eigen kosten draagt.

4.DE BESLISSING

Het gerecht:
bepaalt de bijdrage van de vader [verzoeker] in de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarige [naam minderjarige] [achternaam minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2008 in Aruba, vanaf 1 november 2018 op Afl. 375,- per maand, telkens bij vooruitbetaling aan de Voogdijraad te voldoen,
bepaalt dat de vader ingaande 1 november 2018 maandelijks een bedrag van minstens Afl. 125,- op de opgelopen achterstand vanaf 1 juli 2016 zal betalen, totdat de achterstand is ingelopen,
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
wijst af het anders of meer verzochte,
Aldus gegeven door mr. N.K. Engelbrecht, rechter in dit gerecht, en in het openbaar uitgesproken ter zitting van dinsdag 13 november 2018 in aanwezigheid van de griffier.