ECLI:NL:OGEAA:2018:683

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
7 november 2018
Publicatiedatum
15 november 2018
Zaaknummer
K.G. no. AUA201802723
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • A.H.M. van de Leur
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontruiming van een woning wegens achterstallige huur in kort geding

In deze zaak, die op 7 november 2018 werd behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, is een kort geding aanhangig gemaakt door een eiseres, tijdelijk verblijvend in Duitsland, tegen een gedaagde, wonende in Aruba. De eiseres vorderde ontruiming van een woning in Aruba wegens achterstallige huur. De gedaagde is in persoon verschenen en heeft verweer gevoerd. De eiseres vorderde onder andere dat de gedaagde de woning onmiddellijk zou ontruimen en een dwangsom zou verbeuren voor iedere dag dat hij dit bevel niet opvolgde. Daarnaast vorderde de eiseres betaling van Afl. 11.400,-- aan achterstallige huur, te vermeerderen met wettelijke rente en toekomstige huurtermijnen.

De gedaagde erkende een bedrag van Afl. 4.524,38 aan achterstallige huur verschuldigd te zijn, maar voerde verweer tegen de overige vorderingen van de eiseres. Het Gerecht oordeelde dat het spoedeisend belang van de eiseres bij haar vorderingen voldoende was onderbouwd. De ontruimingsvordering werd toegewezen, met de bepaling dat de gedaagde de woning uiterlijk op 30 november 2018 moest ontruimen. De eiseres kreeg ook recht op een dwangsom van Afl. 500,-- per dag voor het niet opvolgen van het bevel, met een maximum van Afl. 25.000,-- aan dwangsommen.

Wat betreft de achterstallige huur, werd de gedaagde veroordeeld tot betaling van het erkende bedrag van Afl. 4.524,38, vermeerderd met toekomstige huurtermijnen. De gedaagde werd ook veroordeeld in de proceskosten van de eiseres, die tot aan de uitspraak op Afl. 1.211,68 waren begroot. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde werd afgewezen.

Uitspraak

Vonnis van 7 november 2018
Behorend bij K.G. no. AUA201802723
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in het kort geding tussen:
[naam eiseres],
tijdelijk verblijvende in Duitsland,
eiseres,
hierna ook te noemen: [eiseres],
procederend bij haar daartoe schriftelijk gevolmachtigde [naam gevolmachtigde],
tegen:
[naam gedaagde],
wonende in Aruba,
gedaagde,
hierna ook te noemen: [gedaagde],
procederend in persoon.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
-het verzoekschrift met producties;
-de conclusie van antwoord, met producties;
-de aantekeningen van de griffier van de mondelinge behandeling van de zaak ter terechtzitting van 19 oktober 2018.
1.2 [
eiseres] is toen ter zitting verschenen bij haar gevolmachtigde voornoemd. [gedaagde] is in persoon ter zitting verschenen. Partijen hebben over en weer het woord gevoerd, en hebben gereageerd of kunnen reageren op elkaars stellingen.
1.3
Vonnis is bepaald op heden.

2.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

2.1 [
eiseres] vordert dat het Gerecht bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
-[gedaagde] beveelt de in Aruba te [adres woning] gelegen woning onmiddellijk na de betekening aan [gedaagde] van dit vonnis te ontruimen met alle zich daarin van zijnentwege bevindende personen en goederen, en onder afgifte van de sleutels daarvan ter vrije beschikking te stellen van [eiseres], met machtiging aan [eiseres] om bij gebreke hiervan de ontruiming zelf te doen bewerkstelligen, desnoods met behulp van de sterke arm van politie en justitie;
-bepaalt dat [gedaagde] ten behoeve van [eiseres] een dwangsom verbeurt van Afl. 500,-- voor iedere dag of deel daarvan dat [gedaagde] voormeld bevel niet opvolgt;
-[gedaagde] veroordeelt om aan [eiseres] te betalen Afl. 11.400,-- aan achterstallige huur tot en met augustus 2018, te vermeerderen met wettelijke rente en voorts met iedere na augustus 2018 verschenen huurtermijn ad Afl. 1.800,-- maandelijks;
-[gedaagde] veroordeelt in de kosten van deze procedure.
2.2 [
gedaagde] voert verweer, en concludeert tot toewijzing van de ontruimingsvordering van [eiseres] met bepaling van de uiterste ontruimingsdatum op 30 november 2018. Voort erkent [gedaagde] Afl. 4.524,38 verschuldigd te zijn aan [eiseres] aan achterstallige huur.
2.3
Voor zover van belang voor de beslissing worden de stellingen van partijen hierna besproken.

3.DE BEOORDELING

3.1
Het spoedeisend belang van [eiseres] bij haar vorderingen ligt besloten in de aard van die vorderingen en de daaraan ten gronde gelegde stellingen.
3.2
De ontruimingsvordering van [eiseres] zal worden toegewezen als na te melden, nu [gedaagde] aldus heeft geconcludeerd (en daarom in een bodemprocedure een gelijk oordeel valt te verwachten). De verzochte machtiging wordt niet verleend, omdat gedwongen ontruiming het exclusieve terrein is van de deurwaarder, die - zo nodig - de politie kan inschakelen. Dwangsommen zullen gemaximeerd worden opgelegd aan [gedaagde].
3.3
De vordering van [eiseres] ter zake van betaling bij wijze van voorschot van achterstallige huur zal worden toegewezen tot het door [gedaagde] erkende bedrag ad Afl. 4.524,38 te vermeerderen met na augustus 2018 verschenen en mogelijk nog te verschijnen huurtermijnen als na te melden, terwijl het door [eiseres] gevorderde meerdere daarvan zal worden afgewezen. [gedaagde] heeft de verschuldigdheid van dat meerdere gemotiveerd bestreden, zodat wat dat betreft geen sprake is van een harde vordering. Voor toewijzing van zo’n vordering is in kort geding geen plaats.
3.4
Afweging van de belangen van partijen maakt al het vorenstaande niet anders, omdat het Gerecht geen zwaarwegender belangen ziet aan de zijde van [eiseres] ten opzichte van de belangen van [gedaagde] bij een anders luidend dictum dan het hierna vermelde.
3.5 [
gedaagde] zal, als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van [eiseres], tot aan deze uitspraak begroot op (750,- + 230,84 + 230,84 =) Afl. 1.211,68 aan verschotten (griffierechten en kosten van oproepingen). Er wordt geen salaris krachtens het liquidatietarief geliquideerd, omdat [eiseres] in deze procedure niet werd bijgestaan door een daartoe door het Hof toegelaten professionele rechtsbijstandsverlener.

4.DE BESLISSING

Het Gerecht, rechtdoende in kort geding:
-beveelt [gedaagde] de in Aruba te [adres woning] gelegen woning uiterlijk op 30 november 2018 te ontruimen met alle zich daarin van zijnentwege bevindende personen en goederen, en onder afgifte van de sleutels daarvan ter vrije beschikking te stellen van [eiseres];
-bepaalt dat [gedaagde] ten behoeve van [eiseres] een dwangsom verbeurt van Afl. 500,-- voor iedere dag of deel daarvan dat [gedaagde] voormeld bevel niet opvolgt, met dien verstande dat [gedaagde] te dezen maximaal Afl. 25.000,-- aan dwangsommen kan verbeuren;
-veroordeelt [gedaagde] om bij wijze van voorschot te betalen aan [eiseres]
Afl. 4.524,38 aan door [gedaagde] erkende achterstallige huur tot en met augustus 2018, te vermeerderen met iedere na augustus 2018 verschenen en mogelijk nog te verschijnen maandelijkse huurtermijn van Afl. 1.800,-- zolang [gedaagde] de van [naam eiseres] gehuurde woning niet heeft ontruimd;
-veroordeelt [gedaagde] in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van [eiseres], tot aan deze uitspraak begroot op Afl. Afl. 1.211,68 aan verschotten;
-verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
-wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.H.M. van de Leur, rechter, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 7 november 2018 in aanwezigheid van de griffier.