ECLI:NL:OGEAA:2018:683
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Kort geding
- A.H.M. van de Leur
- Rechtspraak.nl
Ontruiming van een woning wegens achterstallige huur in kort geding
In deze zaak, die op 7 november 2018 werd behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, is een kort geding aanhangig gemaakt door een eiseres, tijdelijk verblijvend in Duitsland, tegen een gedaagde, wonende in Aruba. De eiseres vorderde ontruiming van een woning in Aruba wegens achterstallige huur. De gedaagde is in persoon verschenen en heeft verweer gevoerd. De eiseres vorderde onder andere dat de gedaagde de woning onmiddellijk zou ontruimen en een dwangsom zou verbeuren voor iedere dag dat hij dit bevel niet opvolgde. Daarnaast vorderde de eiseres betaling van Afl. 11.400,-- aan achterstallige huur, te vermeerderen met wettelijke rente en toekomstige huurtermijnen.
De gedaagde erkende een bedrag van Afl. 4.524,38 aan achterstallige huur verschuldigd te zijn, maar voerde verweer tegen de overige vorderingen van de eiseres. Het Gerecht oordeelde dat het spoedeisend belang van de eiseres bij haar vorderingen voldoende was onderbouwd. De ontruimingsvordering werd toegewezen, met de bepaling dat de gedaagde de woning uiterlijk op 30 november 2018 moest ontruimen. De eiseres kreeg ook recht op een dwangsom van Afl. 500,-- per dag voor het niet opvolgen van het bevel, met een maximum van Afl. 25.000,-- aan dwangsommen.
Wat betreft de achterstallige huur, werd de gedaagde veroordeeld tot betaling van het erkende bedrag van Afl. 4.524,38, vermeerderd met toekomstige huurtermijnen. De gedaagde werd ook veroordeeld in de proceskosten van de eiseres, die tot aan de uitspraak op Afl. 1.211,68 waren begroot. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde werd afgewezen.