ECLI:NL:OGEAA:2018:679

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
7 november 2018
Publicatiedatum
15 november 2018
Zaaknummer
A.R. AUA201700918
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Incident tot voeging in civiele procedure tussen Aruba Stevedoring Company N.V. en Aruba Ports Authority N.V. met America Proyectos 2021 C.A.

Op 7 november 2018 heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba uitspraak gedaan in een incident tot voeging. De zaak betreft een vordering van Aruba Stevedoring Company (ASTEC) N.V. om zich te voegen aan de zijde van Aruba Ports Authority N.V. (APA) in een hoofdzaak tegen America Proyectos 2021 C.A. (America). ASTEC, vertegenwoordigd door mr. J.M. de Cuba, heeft aangevoerd dat zij belang heeft bij de voeging om APA te ondersteunen in haar verweer tegen de vordering van America, aangezien zij voor eventuele schade in vrijwaring is opgeroepen. America en APA hebben zich gerefereerd aan het oordeel van het gerecht.

Het gerecht heeft vastgesteld dat op basis van artikel 214 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering een ieder die belang heeft bij een rechtsgeding bevoegd is om zich daarin te voegen. Het gerecht oordeelt dat ASTEC voldoende belang heeft bij de gevorderde voeging aan de zijde van APA. De beslissing over de proceskosten van het incident wordt aangehouden tot in de hoofdzaak wordt beslist.

In de uitspraak staat het gerecht ASTEC toe zich in de hoofdzaak te voegen aan de zijde van APA en houdt verdere beslissingen in het incident aan. De hoofdzaak zal op 5 december 2018 weer op de rol komen voor het nemen van een conclusie van antwoord aan de zijde van APA en een conclusie aan de zijde van ASTEC. Dit vonnis is uitgesproken door mr. J. Sap ter openbare terechtzitting op 7 november 2018 in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

Vonnis van 7 november 2018
Behorend bij A.R. AUA201700918
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in het incident tot voeging zijdens
de naamloze vennootschap
ARUBA STEVEDORING COMPANY (ASTEC) N.V.,
te Aruba,
eiseres in het incident,
hierna ook te noemen: Astec,
gemachtigde: mr. J.M. de Cuba,
in de zaak van:
de vennootschap naar vreemd recht
AMERICA PROYECTOS 2021 C.A.,
te Venezuela,
eiseres in de hoofdzaak, verweerster in het incident,
verder te noemen: America,
gemachtigde: mr. D.G. Kock,
tegen:
de naamloze vennootschap
ARUBA PORTS AUTHORITY N.V.,
te Aruba,
gedaagde in de hoofdzaak, verweerster in het incident,
verder te noemen: APA,
gemachtigde: mr. A.F. Kuster.

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de incidentele vordering tot voeging van Astec aan de zijde van APA;
- de referte van APA;
- de referte van America.
De zaak is daarna verwezen naar de rol voor vonnis in het incident.

2.DE VORDERING

2.1
Astec vordert dat haar wordt toegestaan zich in de hoofdzaak te voegen aan de zijde van APA en voert daartoe aan dat zij er belang bij heeft om APA in haar verweer tegen de vordering van America te ondersteunen, nu zij voor eventuele schade in vrijwaring is opgeroepen.
2.2
America en APA refereren zich aan het oordeel van het gerecht.

3.DE BEOORDELING

3.1
Op voet van artikel 214 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering is een ieder die belang heeft bij een rechtsgeding, hangende tussen andere partijen, bevoegd om zich daarin te voegen. Ingevolge artikel 215 wordt het incident aangebracht ter terechtzitting op de dienende dag vóór of op die waarop de behandeling van het aanhangige rechtsgeding eindigt.
3.2
Het gerecht is van oordeel dat Astec voldoende rechtens te respecteren belang heeft bij toewijzing van de gevorderde voeging aan de zijde van APA.
3.3
Het gerecht hecht eraan Astec erop te wijzen dat zij het geding aantreft in de stand waarin het zich bevindt, zoals de hieronder staande rolverwijzing in het dictum volgt.
3.4
De beslissing over de proceskosten van dit incident wordt aangehouden tot in de hoofdzaak wordt beslist.

4.DE UITSPRAAK:

het Gerecht:
in het incident:
staat Astec toe zich in de hoofdzaak te voegen aan de zijde van APA,
houdt iedere verdere beslissing in het incident aan;
in de hoofdzaak:
bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van
woensdag 5 december 2018voor het nemen van een conclusie van antwoord aan de zijde van APA (P2) alsmede een conclusie aan de zijde van Astec;
Dit vonnis is gewezen door mr. J. Sap, rechter, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 7 november 2018 in aanwezigheid van de griffier.