Uitspraak
Do-It-Center,
1.DE PROCEDURE
2.DE VASTSTAANDE FEITEN
Afl. 88.816,70.
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 6 november 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen de naamloze vennootschap Do-It-Center en [verweerder], die als Grocery Department Manager in dienst was. [verweerder] trad op 1 april 2017 in dienst bij Do-It met een bruto maandsalaris van Afl. 7.000,00. Na diverse klachten over zijn houding en managementvaardigheden, heeft Do-It op 21 augustus 2018 aan [verweerder] meegedeeld dat zij de arbeidsrelatie wilde beëindigen, met een aanbod van een vergoeding van drie maandsalarissen. [verweerder] heeft echter aangegeven dat hij de verwijten onterecht vond en vroeg om een hogere vergoeding van Afl. 88.816,70.
Do-It heeft vervolgens verzocht om de arbeidsovereenkomst met [verweerder] te ontbinden op grond van gewichtige redenen, terwijl [verweerder] een tegenverzoek indiende om ook de arbeidsovereenkomst te ontbinden, met een verzoek om een billijke vergoeding. Tijdens de behandeling op 17 oktober 2018 werd duidelijk dat beide partijen de wens hadden om de arbeidsrelatie te beëindigen. Het gerecht oordeelde dat er sprake was van een mismatch tussen de verwachtingen van beide partijen en dat Do-It [verweerder] niet adequaat had ondersteund in zijn rol.
Uiteindelijk heeft het gerecht de arbeidsovereenkomst ontbonden met onmiddellijke ingang en een vergoeding van Afl. 50.000,00 toegekend aan [verweerder], met de bepaling dat elke partij de eigen kosten draagt. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.