ECLI:NL:OGEAA:2018:669

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
31 oktober 2018
Publicatiedatum
13 november 2018
Zaaknummer
A.R.AUA201703292
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van hoofdsom en rente in civiele procedure

In de civiele zaak tussen Antraco Aruba Group N.V. en [gedaagde] heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 31 oktober 2018 uitspraak gedaan. Antraco, vertegenwoordigd door mr. W.G.T.M. Kloes, vorderde een bedrag van Afl. 13.740,74 van [gedaagde], vermeerderd met een rente van 5% en buitengerechtelijke kosten. Tijdens de procedure heeft [gedaagde] de hoofdsom erkend, maar betwist dat de overeengekomen rente van 5% van toepassing is, en stelde dat de wettelijke rente lager is. Het Gerecht oordeelde echter dat de overeenkomst expliciet een rente van 5% vermeldt, waardoor deze als bedongen rente moet worden aangemerkt.

Daarnaast heeft [gedaagde] de buitengerechtelijke kosten betwist, maar het Gerecht oordeelde dat deze kosten wel degelijk zijn gemaakt, onderbouwd door een vaststellingsovereenkomst en betalingen van [gedaagde]. Het Gerecht heeft [gedaagde] veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag, inclusief de overeengekomen rente en buitengerechtelijke kosten, en ook in de proceskosten. De veroordelingen zijn uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen. Dit vonnis werd uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

Vonnis van 31 oktober 2018
Behorend bij A.R.AUA201703292
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
de naamloze vennootschap
ANTRACO ARUBA GROUP N.V.,
te Aruba,
eiseres, hierna ook te noemen: Antraco,
gemachtigde: mr. W.G.T.M. Kloes,
tegen:
[Gedaagde],
te Aruba,
gedaagde, hierna ook te noemen: [gedaagde],
gemachtigde: mr. P.G. Dowers-Alders.

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift;
- de conclusie van antwoord;
- de conclusie van repliek tevens vermindering van eis;
- de conclusie van dupliek.
De zaak is daarna verwezen naar de rol voor vonnis.

2.HET GESCHIL EN DE BEOORDELING

2.1
Antraco vordert van [gedaagde], na vermindering van eis een bedrag aan hoofdsom van Afl. 13.740,74 vermeerderd met een rente van 5% en vermeerderd met buitengerechtelijke kosten en proceskosten.
2.2 [
gedaagde] heeft bij dupliek de hoofdsom erkend. Die kan worden toegewezen. In geschil is nog wel de hoogte van de verschuldigde rente. [gedaagde] stelt dat bedoeld is de wettelijke rente, die minder bedraagt dan 5%. In de overeenkomst is echter expliciet een percentage van 5% overeengekomen, zodat dit als bedongen rente moet worden aangemerkt. Die zal dan ook worden toegewezen.
2.3 [
gedaagde] heeft ook bestreden dat buitengerechtelijke kosten zijn gemaakt. Ook dat verweer slaagt niet; die kosten zijn wel gemaakt, hetgeen onder meer blijkt uit de opgemaakte vaststellingsovereenkomst op het kantoor van de gemachtigde en de betalingen die [gedaagde] heeft gedaan.
2.4 [
gedaagde] zal in de kosten van het geding worden veroordeeld. Aan haar zal toestemming worden verleend kostenloos te procederen.

3.DE UITSPRAAK

Het Gerecht:
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan Antraco van een bedrag van Afl. 13.740,74, te vermeerderen met de overeengekomen rente van 5%, steeds over het saldo van de dan openstaande hoofdsom vanaf 1 juni 2016 tot de dag waarop volledig zal zijn betaald;
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan Antraco van een bedrag van Afl. 1.500,- wegens buitengerechtelijke kosten;
veroordeelt [gedaagde] in de kosten van de procedure, waaronder de kosten van het beslag, die tot de datum van uitspraak aan de kant van Antraco worden begroot op Afl. 750,- aan griffierecht, Afl. 586,10 aan explootkosten en Afl. 3.000,- aan salaris van de gemachtigde;
verklaart de veroordelingen in dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders gevorderde af;
verleent aan [gedaagde] gratis admissie.
Dit vonnis is gewezen door mr. J. Sap, rechter in dit gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 31 oktober 2018 in aanwezigheid van de griffier.