Uitspraak
1.de naamloze vennootschapSouthwest Hotel Development & Management N.V.
1.DE PROCEDURE IN DE HOOFDZAAK EN IN DE ZAAK IN VRIJWARING
2.DE VASTSTAANDE FEITEN IN DE HOOFDZAAK EN IN DE ZAAK IN VRIJWARING
professional service agreementgesloten. Daarbij zijn partijen onder meer het volgende overeengekomen:
this Agreement authorizes SANDBERG, using its best efforts, to act on behalf of SOUTHWEST to locate, endeavor to arrange and negotiate a loan or investment in the amount of ONE HUNDRED SEVEN MILLION THREE HUNDRED THOUSAND U.S. DOLLARS (…) to finance the development, construction and management of a four star lifestyle resort to be named “Aruba Hard Rock Hotel & Casino” in Aruba. (…).
escrowgehouden gelden. Bij e-mailbericht van 30 mei 2017 heeft Sandberg dat verzoek herhaald. Advocatenpraktijk heeft daaraan niet voldaan.
3.HET VERZOEK EN HET VERWEER IN DE HOOFDZAAK
escrowgehouden gelden aan Southwest over te gaan, onder meer omdat zij daarvoor geen toestemming zou verlenen en omdat zij voornemens was ter zake een scheidsrechterlijke procedure tegen Southwest aan te spannen. Desondanks is Advocatenpraktijk tot uitkering van die gelden aan Southwest overgegaan. Als gevolg hiervan heeft Sandberg schade geleden, onder meer de door haar gemaakte advocaatkosten in de diverse (scheidsrechterlijke) procedures.
processing feeaan Southwest, zoals vermeld in voormelde verklaring van 25 september 2014, terecht tot uitkering van de door haar in
escrowgehouden gelden aan Southwest is overgegaan.
4.DE BEOORDELING IN DE HOOFDZAAK
escrow-agentheeft opgetreden. Bij conclusie van repliek is, anders dan in bij het verzoekschrift, vermeld dat gedaagde is Advocatenpraktijk. Voorts wordt daarin, eveneens anders dan in het verzoekschrift, niet vermeld “gedaagden”, maar “gedaagde”. Het gerecht begrijpt dit aldus dat Sandberg daarmee de eis heeft gewijzigd en slechts verzoekt om Advocatenpraktijk te veroordelen tot betaling van voormelde bedragen. Dit heeft het gerecht tot uitdrukking gebracht in de weergave van de eis, hiervoor onder 3.1. Ook bij de verdere beoordeling zal het gerecht deze kennelijke wijziging als uitgangspunt nemen, alsmede bij de veroordelingen in de proceskosten.
escrowgehouden gelden als
processing feedient te worden overgegaan. De overeenkomst van 25 september 2014 is evenwel de grondslag voor de betaling van deze gelden in
escrowaan Advocatenpraktijk namens Southwest. Met het vastleggen van de verklaring van 25 september 2014, waarvan een deel een letterlijk afschrift is van de desbetreffende bepalingen uit voormelde overeenkomst, heeft Advocatenpraktijk zich voorts gecommitteerd zich bij haar handelen als
escrow-agentte houden aan de tussen de partijen Sandberg en Southwest ter zake van de uitkering van deze gelden gemaakte afspraken. Overigens valt uit de overeenkomst en de verklaring van Advocatenpraktijk af te leiden dat Advocatenpraktijk destijds de advocaat van Sandberg was. Kennelijk is Advocatenpraktijk uit dien hoofde door Sandberg en Southwest aangewezen om voor hen als
escrow-agentop te treden.
processing feewaren vervuld. Bij dat e-mailbericht heeft de directeur, evenals in zijn
processing feeaan Southwest naar het standpunt van Advocatenpraktijk waren vervuld, zoals Advocatenpraktijk heeft aangevoerd, geeft geen grond voor een ander oordeel. Sandberg en Southwest zijn bij de overeenkomst van 25 september 2014 juist overeengekomen dat, in geval daarover een geschil tussen beide ontstaat, ter beoordeling daarvan is aangewezen een scheidsgerecht, derhalve niet Advocatenpraktijk, als
escrow-agent. Overigens valt uit voormelde vrijwaringsovereenkomst van 13 januari 2015 af te leiden dat Advocatenpraktijk eerst na “goed en gemeen” overleg met Southwest en Cas Bon dat standpunt heeft ingenomen. Het had naar het oordeel van het gerecht op de weg van Advocatenpraktijk, in het bijzonder gelet op haar rol als
escrow-agentin deze, gelegen om bij het aldus gehouden overleg eveneens Sandberg te betrekken.
escrowworden uitgegeven, is de verklaring van Advocatenpraktijk van 25 september 2014 bovendien betekenisloos.
processing feedoor Advocatenpraktijk uit
escrowuitgekeerd zou moeten hebben gekregen, verminderd met de overeengekomen
escrow charge. Indien Advocatenpraktijk de gelden niet had uitgekeerd aan Southwest, totdat in de scheidsrechterlijke procedure een beslissing was genomen ter zake van welk van partijen gerechtigd is tot de
processing fee, was Advocatenpraktijk op grond van de scheidsrechterlijke uitspraak van 1 juli 2015 gehouden geweest tot uitkering van de gelden aan Sandberg. Bij die uitspraak heeft het daartoe aangewezen scheidsgerecht immers de vordering van Sandberg tot betaling van het bedrag van $53.500,- door Southwest wegens schending van de tussen Sandberg en Southwest gesloten
professional service agreementvan 25 september 2014 toegewezen. Aldus is de door Sandberg geleden schade, te weten het mislopen van de
processing fee, een rechtstreeks gevolg van voormeld handelen van Advocatenpraktijk. Gelet hierop, wordt de vordering in zoverre toegewezen.
processing feeen de mogelijkheid het aldus gegeven oordeel ten uitvoer te leggen. Ook indien Advocatenpraktijk de gelden niet aan Southwest zou hebben uitgekeerd, zou Sandberg deze kosten hebben moeten maken. Tussen haar en Southwest bestond immers een geschil over de vraag of de voorwaarden voor de betaling van de
processing feeal dan niet waren vervuld. Om uitkering van de gelden door Advocatenpraktijk te bewerkstelligen diende Sandberg dan ook een scheidsrechterlijke beslissing tegen Southwest in zijn voordeel te krijgen. Gesteld noch gebleken is immers dat Southwest anderszins toestemming zou hebben verleend om de gelden door Advocatenpraktijk aan Sandberg te doen uitbetalen. Dat betekent dat de vordering in zoverre wordt afgewezen.