ECLI:NL:OGEAA:2018:665

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
30 oktober 2018
Publicatiedatum
13 november 2018
Zaaknummer
AUA201802763
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens verstoorde arbeidsrelatie en billijkheidsvergoeding

In deze zaak heeft de coöperatieve vereniging La Cabana Beach & Racquet Club, gevestigd te Aruba, een verzoek ingediend tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst met [verweerder], die sinds 1991 in dienst was. De procedure begon met een verzoekschrift op 4 september 2018, gevolgd door een verweerschrift op 3 oktober 2018. Tijdens de zitting op 8 oktober 2018 werd duidelijk dat de arbeidsrelatie ernstig verstoord was, wat door beide partijen werd erkend. La Cabana voerde aan dat [verweerder] al geruime tijd niet naar behoren functioneerde, ondanks begeleiding en een verbetertraject. [Verweerder] betwistte dit en stelde dat de werkdruk was verhoogd door een reorganisatie en dat hij onvoldoende begeleiding had ontvangen.

De rechter oordeelde dat de verstoorde relatie tussen partijen een gewichtige reden vormde voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst, die per 1 november 2018 zou ingaan. Daarnaast werd er een billijkheidsvergoeding van Afl. 90.000,- toegekend aan [verweerder], rekening houdend met de lengte van het dienstverband en zijn positie op de arbeidsmarkt. De proceskosten werden gecompenseerd, wat betekent dat elke partij zijn eigen kosten droeg. De beschikking werd openbaar uitgesproken op 30 oktober 2018 door mr. Y.M. Vanwersch.

Uitspraak

Beschikking van 30 oktober 2018
E.J. no. AUA201802763
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
in de zaak van:
de coöperatieve vereniging
LA CABANA BEACH & RACQUET CLUB h.o.d.n. La Cabana Beach Resort & Casino,
gevestigd te Aruba,
verzoekster,
hierna ook te noemen: La Cabana,
gemachtigde: de advocaat mr. M.E.D. Brown,
tegen:
[Verweerder],
gevestigd te Aruba,
verweerder,
hierna ook te noemen: [verweerder],
gemachtigde: de advocaat mr. D.G. Kock.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift met producties, ingediend op 4 september 2018;
- het verweerschrift met producties, ingediend op 3 oktober 2018;
- de pleitaantekeningen van La Cabana;
- de behandeling ter zitting van 8 oktober 2018 en de daarvan gemaakte aantekeningen van de griffier, waaruit blijkt dat zijn verschenen La Cabana bijgestaan door haar gemachtigde, alsmede dhr. [financial manager] (
financial manager) en dhr. [creditt manager] (
credit manager), en [verweerder] in persoon bijgestaan door zijn gemachtigde;
- de brief van 15 oktober 2018 van La Cabana, waaruit blijkt dat partijen niet tot een regeling zijn gekomen.
1.2
Vervolgens is de datum voor de uitspraak nader bepaald op heden.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1 [
verweerder] is op 16 mei 1991 bij La Cabana in dienst getreden in de functie van
income auditor.De functie van income auditor houdt, kort gezegd, in het controleren van het werk van de night auditor en het invoeren van gegevens. Zijn huidige salaris bedraagt
Afl. 4.437,28 bruto per maand.
2.2
In 2016 is de hele accountingafdeling van La Cabana gereorganiseerd. Daarbij heeft [verweerder] de nieuwe functie van
credit agentgekregen.
2.3
Op respectievelijk 12 januari, 14 april en 16 april 2015 heeft La Cabana [verweerder] een waarschuwing gegeven wegens zijn werktempo en -houding. Op 11 maart 2016 en respectievelijk 12 januari, 6 juli en op 24 november 2017 zijn vergelijkbare waarschuwingen aan [verweerder] gegeven.
2.4
Eind 2017 heeft La Cabana een voorstel tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst gedaan. Dit voorstel is niet door [verweerder] aanvaard.
2.5
In december 2017 is door La Cabana een plan opgesteld ter verbetering van het functioneren van [verweerder].
2.6
Bij brief van 5 januari 2018 heeft [verweerder] onder meer aan La Cabana medegedeeld dat hij vindt dat hij door La Cabana wordt
gebullied.
2.7
Op 31 januari 2018 heeft [verweerder] bij het gerecht een verzoek ingediend tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Het ontbindingsverzoek is bij beschikking van 10 april 2018 behorend bij E.J. nr. AUA201800139 toegewezen onder bepaling dat La Cabana een billijkheidsvergoeding van Afl. 42.708,82 (gelijk aan de cessantia-uitkering) aan [verweerder] dient te betalen.
2.8
Op 11 april 2018 heeft [verweerder] het ontbindingsverzoek ingetrokken. Op 18 april 2018 heeft [verweerder] zijn werkzaamheden hervat.
2.9
In mei, juni en juli 2018 heeft [verweerder] diverse klachten ontvangen over zijn werktempo en werkhouding.
2.1
Op 23 augustus 2018 heeft La Cabana [verweerder] een voorstel tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst gedaan. Dit voorstel is door hem niet aanvaard.
2.11
Vanaf 20 augustus 2018 is [verweerder] met betaald verlof.

3.HET VERZOEK

3.1
La Cabana verzoekt het gerecht de arbeidsovereenkomst met [verweerder] te ontbinden op grond van veranderde omstandigheden die van dien aard zijn dat de dienstbetrekking dadelijk of na korte tijd behoort te eindigen, met veroordeling van [verweerder] in de proceskosten.
3.2
La Cabana heeft – kort weergegeven - aan haar verzoek ten grondslag gelegd dat zij al geruime tijd ontevreden is over het functioneren van [verweerder] en dat hij ondanks begeleiding geen verbetering in zijn functioneren laat zien. La Cabana heeft dan ook geen vertrouwen meer in een vruchtbare voortzetting van de samenwerking.
3.3 [
verweerder] voert - kort samengevat – het volgende verweer. Volgens [verweerder] is het type werk door de reorganisatie veranderd en is de werkdruk verhoogd. Tijdens het verbetertraject ontbrak het aan begeleiding en is de druk alleen maar verder verhoogd. Het is volgens [verweerder] duidelijk dat La Cabana van hem af wil. [verweerder] concludeert tot afwijzing van de ontbinding althans tot toewijzing met een vergoeding van Afl. 225.000,-.
4.DE BEOORDELING
4.1
Beide partijen zijn het er, gelet op het verhandelde ter zitting, over eens dat de verhouding tussen hen zodanig ernstig verstoord is geraakt dat van een vruchtbare samenwerking in de toekomst geen sprake meer kan zijn. Dat is een verandering in de omstandigheden die rechtvaardigt dat de arbeidsovereenkomst op korte termijn wordt beëindigd. De verzochte ontbinding van de arbeidsovereenkomst zal dan ook worden toegewezen en wel per 1 november 2018.
4.2
De vraag die resteert is of aan de ontbinding van de arbeidsovereenkomst een vergoeding ten behoeve van [verweerder] dient te worden verbonden, en zo ja, hoe hoog die zou moeten zijn.
4.3
Vastgesteld moet worden dat de verhoudingen tussen partijen geleidelijk verstoord zijn geraakt. Partijen hebben reeds geruime tijd over en weer kritiek op elkaar en verschillen van inzicht over de wijze waarop [verweerder] de aan hem opgedragen werkzaamheden behoort uit te voeren. Uit de overgelegde stukken en het verhandelde ter zitting komt naar voren dat La Cabana vanaf begin 2015 ontevreden is over het functioneren van [verweerder]. Volgens La Cabana ligt het werktempo te laag, komt [verweerder] de opgedragen werkinstructies niet na en laat zijn werkhouding te wensen over.
4.4
In 2016 heeft een reorganisatie plaatsgevonden als gevolg waarvan [verweerder] een nieuwe functie kreeg. La Cabana hoopte dat [verweerder] in deze nieuwe functie zijn werkzaamheden sneller en beter zou kunnen verrichten, doch dit bleek - aldus La Cabana - niet het geval te zijn. Eind 2017 heeft La Cabana [verweerder] een beëindigingsvoorstel aangeboden, doch partijen slaagden er niet in tot een vergelijk te komen.
4.5
Om deze reden besloot La Cabana op 15 december 2017 om met [verweerder] een verbeteringstraject voor drie maanden te starten, hoewel de verhouding tussen partijen inmiddels op scherp stond. Voorstelbaar is dat [verweerder] twijfelde aan de goede intenties van La Cabana en hem het gevoel bekroop dat dit traject hoofdzakelijk werd ingezet om van hem af te komen. Daar staat tegenover dat de houding en het gedrag van [verweerder] de relatie tussen partijen evenmin ten goede is gekomen. Immers, La Cabana heeft aannemelijk gemaakt dat [verweerder] een eigenwijze werkhouding heeft en zich moeilijk laat aansturen.
4.6
Door La Cabana zijn in het verbeteringsplan ontwikkelpunten geformuleerd, die betrekking hebben op het werktempo en de werkhouding van [verweerder]. Deze ontwikkelpunten zijn in de periode 15 december 2017 tot 2 februari 2018 in de vorm van voortgangsgesprekken geëvalueerd en daarnaast heeft la Cabana [verweerder] via e-mailberichten ervan in kennis gesteld wat naar haar mening aan zijn functioneren schortte.
4.7 [
verweerder] heeft gemotiveerd betwist dat sprake was van een verbetertraject. Volgens [verweerder] werd hij juist in alles tegengewerkt. Zo werd hij overbelast, ontving hij onredelijk opdrachten, had zijn begeleider nooit tijd voor hem en mocht zijn directe collega hem niet helpen. [verweerder] verwijst ter onderbouwing van zijn visie naar de brief van 5 januari 2018 (productie 20 van het verzoekschrift), waarin hij zich uit over het
bullyendoor La Cabana.
4.8
Voor het slagen van een verbetertraject is het belangrijk dat beide partijen zich voor 100% inzetten en zij er vertrouwen in hebben dat zo’n traject een reële kans van slagen heeft. Gelet op het feit dat La Cabana voorafgaande aan de start van het verbetertraject aangaf de arbeidsovereenkomst in onderling overleg te willen beëindigen en [verweerder] tijdens dit traject een ontbindingsverzoek heeft ingediend, lijkt de conclusie gerechtvaardigd dat het ingezette verbetertraject in het licht van de vertroebelde relatie tussen partijen geen reële kans van slagen heeft gehad.
4.9
Wat hier verder ook van zij, voldoende aannemelijk is dat [verweerder] niet al het nodige heeft gedaan wat van hem redelijkerwijs kon worden gevergd om aan de door La Cabana aan hem gestelde eisen te voldoen. Hierbij wordt in overweging genomen dat La Cabana onweersproken heeft gesteld dat [verweerder] na afloop van een waarschuwing of een gesprek waarin de verbeterpunten aan de orde worden gesteld, tijdelijk naar behoren functioneerde, maar vervolgens toch weer in zijn oude patronen verviel. Hier staat tegenover dat La Cabana onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat zij [verweerder] op constructieve wijze heeft begeleid.
4.1
Dit alles overwegende is het gerecht van oordeel dat aan [verweerder] een vergoeding naar billijkheid dient te worden toegekend, waarbij tevens rekening wordt gehouden met de lengte van het dienstverband, de leeftijd bij ontslag en de positie van [verweerder] op de arbeidsmarkt. Alles overwegende acht het gerecht een vergoeding van Afl. 90.000,- billijk.
4.11
Nu beide partijen in het ongelijk zijn gesteld worden de proceskosten gecompenseerd.
5.DE BESLISSING
Het gerecht:
5.1
stelt La Cabana in de gelegenheid haar ontbindingsverzoek uiterlijk op 6 november 2018 in te trekken door middel van het afgeven van een schriftelijke verklaring ter griffie van het gerecht, met gelijktijdige afschrift daarvan aan [verweerder];
5.2
veroordeelt La Cabana in kosten van de procedure, aan de zijde van [verweerder] begroot op Afl. 2.500,- aan gemachtigdensalaris (2 punten van het liquidatietarief 5 van het procesreglement 2018);
INDIEN LA CABANA HAAR VERZOEK NIET INTREKT
5.3
ontbindt de tussen partijen bestaande arbeidsovereenkomst wegens gewichtige redenen met ingang van 1 november 2018;
5.4
kent aan [verweerder] een vergoeding toe ten laste van La Cabana van Afl. 90.000,- (bruto), waarop in mindering strekt de aan [verweerder] uit te keren cessantia-uitkering;
5.5
compenseert de proceskosten en wel zo dat iedere partij de eigen kosten draagt;
5.6
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;
5.7
wijst af het meer of anders gevorderde.
Deze beschikking is gegeven door mr. Y.M. Vanwersch, rechter in dit gerecht, en werd in het openbaar uitgesproken op dinsdag 30 oktober 2018, in tegenwoordigheid van de griffier.