ECLI:NL:OGEAA:2018:663
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Kennelijk onredelijk ontslag en afschaffing van arbeidsovereenkomst in het kader van afscheidsbeleid
In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 30 oktober 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen [verzoekster] en het Land Aruba. [Verzoekster] was sinds 1 november 2010 in dienst van het Land op basis van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd, die eindigde op 31 oktober 2017. Na een periode van onzekerheid over haar dienstverband, waarin zij doorwerkte, ontving zij op 27 december 2017 een brief waarin haar dienstverband werd opgezegd. [Verzoekster] verzocht de rechter om te verklaren dat het ontslag kennelijk onredelijk was en om haar wedertewerkstelling te bevelen.
Het Gerecht oordeelde dat de opzegging van het dienstverband niet voldeed aan de eisen van redelijkheid en billijkheid. Het Land had niet voldoende rekening gehouden met de omstandigheden van [verzoekster], zoals haar leeftijd en de lange duur van haar dienstverband. De opzegging werd als onaanvaardbaar beschouwd, omdat deze niet gepaard ging met een aanbod tot schadevergoeding en de redenen voor het ontslag niet duidelijk waren. Het Gerecht besloot dat het Land de dienstbetrekking met [verzoekster] moest herstellen, met de mogelijkheid om een vergoeding te betalen als het herstel niet plaatsvond.
De uitspraak benadrukt de verplichtingen van werkgevers om zich te houden aan de beginselen van behoorlijk bestuur en de eisen van redelijkheid en billijkheid bij het beëindigen van arbeidsovereenkomsten. Het Gerecht veroordeelde het Land tot betaling van de proceskosten en verklaarde de beschikking uitvoerbaar bij voorraad.