ECLI:NL:OGEAA:2018:66

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
30 januari 2018
Publicatiedatum
19 februari 2018
Zaaknummer
E.J. 1924 van 2017/AUA201702271
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag op staande voet en werkweigering in arbeidsrechtelijke context

In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, verzocht de werknemer, aangeduid als [naam verzoeker], om te bepalen dat zijn ontslag op staande voet kennelijk onredelijk was. De werknemer was op 7 januari 1997 in dienst getreden bij de naamloze vennootschap PLANT HOTEL N.V., h.o.d.n. ARUBA MARRIOTT RESORT & STELLARIS CASINO. Op 18 juli 2017 werd hij op staande voet ontslagen, omdat hij niet was verschenen op het werk na een schorsing. De ontslagbrief vermeldde dat de werknemer herhaaldelijk was opgeroepen om zijn werkzaamheden te hervatten, maar dat hij hieraan geen gehoor had gegeven. De werknemer had eerder de nietigheid van het ontslag ingeroepen en verzocht om een billijke vergoeding en betaling van het loon over de opzegtermijn.

Het Gerecht oordeelde dat een terecht gegeven ontslag op staande voet nooit kennelijk onredelijk kan zijn. De rechter concludeerde dat de werknemer zich schuldig had gemaakt aan hardnekkige werkweigering, aangezien hij ondanks meerdere oproepen om terug te keren naar zijn werk, niet was verschenen. De rechter stelde vast dat de werknemer, zelfs als hij ten onrechte was geschorst, andere wegen had moeten bewandelen in plaats van weg te blijven van het werk. Het Gerecht wees het verzoek van de werknemer af en veroordeelde hem in de kosten van de procedure, die aan de zijde van Marriott waren begroot op Afl. 4.000,00 voor het salaris van de gemachtigde.

De uitspraak werd gedaan op 30 januari 2018 door mr. Y.M. Vanwersch, en de beschikking werd uitgesproken ter openbare terechtzitting. De zaak benadrukt de juridische principes rondom ontslag op staande voet en de verplichtingen van werknemers om aan redelijke opdrachten van hun werkgever te voldoen.

Uitspraak

Beschikking van 30 januari 2018
Behorend bij E.J. 1924 van 2017/AUA201702271
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
in de zaak van:
[naam verzoeker]
wonende in Aruba,
verzoeker, hierna te noemen: [naam verzoeker],
gemachtigde: de advocaat mr. C. Helen Lejuez,
tegen:
de naamloze vennootschap
PLANT HOTEL N.V. h.o.d.n. ARUBA MARRIOTT RESORT & STELLARIS CASINO
gevestigd in Aruba,
verweerster, hierna te noemen: Marriott,
gemachtigde: mr. A.E. Barrios.

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift;
- het verweerschrift;
- de brieven van 14 en 30 november 2017 met producties aan de zijde van Marriott;
- de aantekeningen van de griffier van de mondelinge behandeling op 5 december 2017.
Aan partijen is medegedeeld dat vandaag beschikking wordt gegeven.

2.DE FEITEN

2.1 [
naam verzoeker] is op 7 januari 1997 in dienst getreden bij Marriott. Laatstelijk was hij werkzaam in de functie van Surveillance Agent tegen een bruto maandsalaris van
Afl. 5.265,00.
2.2
Op 18 juli 2017 is [naam verzoeker] op staande voet ontslagen.
In de ontslagbrief is te lezen;

On June 30, 2017, you were suspended without pay for 5 working days and you were to report to work on July 8, 2017 at 08.00 pm to resume your work.
[…]
You did not report to work as instructed on July 8, 2017.
[…]
We contacted you on July 11th , 13th and 14th of July, 2017.
[…]
On July 14,2017 we once more instructed you to report to the company, namely yesterday on July 17, 2017 at 2 pm. Again you did not show and your attorney confirmed that you would not show.
Gustavo, as explained to both you and your attorney, it was your obligation to report after the period of suspension had passed, which was July 8, 2017. You did not, despite our clear notice that your failure to report would have serious consequences for the continuation of your working agreement.
This letter serves to confirm your termination for urgent reasons as per today. Your refusal to report to work despite having been instructed to do so constitutes an urgent reason to terminate your labor agreement (‘werkweigering’) in itself but also in connection with previous disciplinary actions (both individually and jointly):
[…].’
2.3
Bij brief van 20 juli 2017 heeft [naam verzoeker] de nietigheid van dit ontslag ingeroepen.

3.HET VERZOEK EN HET VERWEER

3.1 [
[naam verzoeker] verzoekt bij beschikking uitvoerbaar bij voorraad, te bepalen dat het ontslag kennelijk onredelijk is en Marriott te veroordelen tot betaling van het loon over de opzegtermijn, een billijke vergoeding, de cessantia, het loon over juli 2017 en de niet genoten vakantiedagen, een en ander verhoogd met de wettelijke rente en met veroordeling van Marriott in de kosten van de procedure.
3.2
Aan dit verzoek legt [naam verzoeker] ten grondslag dat hij zich neerlegt bij het ontslag en niet wenst terug te keren bij zijn werkgever, omdat hij alle vertrouwen in zijn werkgever verloren heeft. [naam verzoeker] kon zich niet verenigen in een schorsing op 25 juni 2017. Omdat [naam verzoeker] niet terug wenst te keren naar zijn werkgever, beroept hij zich thans op de kennelijk onredelijkheid van het ontslag.
3.3
Marriott voert gemotiveerd verweer dat - zo nodig - bij de beoordeling aan de orde komt.

4.DE BEOORDELING

4.1
Voorop wordt gesteld dat een terecht gegeven ontslag op staande voet nimmer kennelijk onredelijk kan zijn.
4.2
Uit de hiervoor geciteerde ontslagbrief volgt dat [naam verzoeker] is ontslagen omdat hij, ondanks herhaaldelijk te zijn opgeroepen om zijn werkzaamheden te hervatten, weigerde hieraan gevolg te geven. Het weigeren om gevolg te geven aan een redelijke opdracht van de werkgever is een dringende reden als bedoeld in artikel 7A:1615P lid 2 sub j BWA.
4.3
Vast staat dat [naam verzoeker] alvorens hij op staande voet werd ontslagen, op 30 juni 2017 geschorst was omdat Marriott geconcludeerd had dat hij gedurende zijn dienst van 21 op 22 juni 2017 in slaap was gevallen. [naam verzoeker] heeft dit steeds ontkend en vond de schorsing onterecht. Deze schorsing in combinatie met andere (in de ogen van [naam verzoeker] onterechte) disciplinaire maatregelen, maakten dat [naam verzoeker] zich geïntimeerd voelde door zijn leidinggevende. Hij besloot (en kondigde dat ook herhaaldelijk aan) dat hij weg wilde en verzocht Marriott om hem een packagedeal aan te bieden. Marriott heeft dit voorstel intern besproken en [naam verzoeker] meegedeeld dat zij hem geen regeling kon en wilde aanbieden, omdat [naam verzoeker] niet viel in die categorie werknemers, aan wie in voorkomende gevallen een afvloeiingsregeling wordt aangeboden. Hiermee was in feite de kous af. [naam verzoeker] stond toen voor de keuze òf ontslag nemen zonder enige vergoeding òf zijn werkzaamheden hervatten, in combinatie met al dan niet bezwaar maken tegen de in zijn ogen onterechte schorsing.
4.4
Vast staat dat [naam verzoeker] het een, noch het ander heeft gedaan. Vast staat dat hij op 8 juli 2017 zijn werkzaamheden diende te hervatten, maar niet is komen opdagen noch zich heeft afgemeld. Ook op 9 en 10 juli 2017 liet [naam verzoeker] niets van zich horen. Bij brief van 11 juli 2017 deelde Marriott hem mee dat hij zich op 12 juli 2017 diende te melden op het kantoor van de Director Human Resources Marriott Complex. Deze oproep kruiste echter met een brief van de gemachtigde van [naam verzoeker], waarin zij aangaf dat [naam verzoeker] niet op het werk zou verschijnen, omdat hij het niet eens was met de op 30 juni 2017 opgelegde disciplinaire maatregel. Dezelfde dag heeft de gemachtigde van Marriott de gemachtigde van [naam verzoeker] laten weten dat het niet eens zijn met een disciplinaire maatregel, niet betekent dat de werknemer dan niet gehouden is om zijn werkzaamheden te verrichten. Opnieuw wordt [naam verzoeker] opgeroepen om zich te melden op het kantoor van de Director Human Resources Marriott Complex en wel op 13 juli 2017 om 14.00 uur. [naam verzoeker] is wederom niet verschenen. Wel deelde hij per brief mee dat hij geen vertrouwen meer had in Marriott en niet op het werk zou verschijnen. Hierop heeft Marriott bij brief van 14 juli 2017 [naam verzoeker] een laatste kans geboden om zich op 17 juli 2017 om 14.00 uur te melden op het kantoor van de Director Human Resources Marriott Complex. Tevens ontving [naam verzoeker] zijn werkrooster en werd hij gewaarschuwd dat het niet verschijnen serieuze gevolgen zou hebben voor zijn arbeidsovereenkomst. Ondanks het feit dat [naam verzoeker] een gewaarschuwd man, liet hij wederom verstek gaan. Hiermee was voor Marriott de maat vol.
4.5
In het licht van de geschetste feiten en omstandigheden is het gerecht van oordeel dat [naam verzoeker] zich schuldig heeft gemaakt aan hardnekkige werkweigering. Zelfs indien hij ten onrechte geschorst zou zijn, had hij andere wegen dienen te bewandelen dan zijn onvrede te uiten door weg te blijven. Indien [naam verzoeker] heeft gehandeld op advies van zijn raadsvrouwe is dat te betreuren, doch ook dit komt voor zijn rekening en risico.
Door zijn hardnekkige weigering om zijn werkzaamheden te hervatten, restte Marriott, die hem verschillende kansen heeft geboden, niets anders dan over te gaan tot een ontslag op staande voet. Nu [naam verzoeker] Marriott een dringende reden heeft gegeven, is het ontslag niet kennelijk onredelijk en wordt het verzoek van [naam verzoeker] afgewezen.
4.6 [
naam verzoeker] wordt nu hij in het ongelijk is gesteld in de kosten van de procedure veroordeeld.

5.DE UITSPRAAK

De rechter in dit gerecht:
5.1
wijst het verzoek af;
5.2
veroordeelt [naam verzoeker] in de kosten van de procedure, aan de zijde van Marriott begroot op Afl. 4.000,00 voor salaris gemachtigde.
Deze beschikking is gegeven door mr. Y.M. Vanwersch, rechter in dit gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting op 30 januari 2018 in aanwezigheid van de griffier.