ECLI:NL:OGEAA:2018:657

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
30 oktober 2018
Publicatiedatum
13 november 2018
Zaaknummer
AUA201801149
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Arbeidsrecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Kennelijk onredelijk ontslag tijdens proeftijd en de gevolgen voor de arbeidsovereenkomst

In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, verzocht de verzoeker, een werknemer van CITGO Aruba Refining N.V., om een verklaring voor recht dat zijn dienstverband nog steeds bestaat en dat zijn ontslag nietig is. De verzoeker was op 23 oktober 2017 in dienst getreden met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd, inclusief een proeftijd van twee maanden. Op 15 november 2017 werd hij op staande voet ontslagen na een positieve drugstest, die hij had ondergaan voorafgaand aan zijn indiensttreding. De verzoeker voerde aan dat het ontslag nietig was omdat er geen toestemming was gevraagd van de directeur van de Directie Arbeid en Onderzoek en dat hij een kans had moeten krijgen voor een tweede drugstest, wat volgens hem in strijd was met goed werkgeverschap.

De rechtbank oordeelde dat tijdens de proeftijd beide partijen bevoegd zijn om de arbeidsovereenkomst zonder opzegtermijn te beëindigen. Er was geen bewijs van misbruik van de ontslagbevoegdheid, en de rechtbank concludeerde dat het verzoek van de werknemer om herstel van het dienstverband en schadevergoeding op grond van kennelijk onredelijk ontslag niet mogelijk was. De Landsverordening beëindiging arbeidsovereenkomsten was niet van toepassing op ontslag tijdens de proeftijd. De rechtbank wees het verzoek van de werknemer af en veroordeelde hem in de proceskosten van de werkgever, die op Afl. 2.500 werden begroot.

Uitspraak

Beschikking van 30 oktober 2018
E.J. no. AUA201801149.
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
in de zaak van:
[VERZOEKER],
wonende in Aruba,
verzoeker, hierna ook te noemen: [verzoeker],
gemachtigde: de advocaat mr. S.M. Paesch,
tegen:
de naamloze vennootschap
CITGO ARUBA REFINING N.V.,
gevestigd in Aruba,
verweerder, hierna ook te noemen: Citgo,
gemachtigde: de advocaat mr. J.A. Saade.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift met producties, ingediend op 25 april 2018;
- het verweerschrift met producties, ingediend op 21 augustus 2018;
- de behandeling ter zitting van 18 september 2018 en de daarvan gemaakte aantekeningen van de griffier, waaruit blijkt dat zijn verschenen [verzoeker] bijgestaan door zijn gemachtigde en Citgo bij haar gemachtigde voornoemd.
1.2
De datum van de beschikking is bepaald op heden.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1 [
verzoeker] is op basis van een arbeidsovereenkomst met ingang van 23 oktober 2017 voor onbepaalde tijd in dienst van Citgo getreden, in de functie van process technician1, tegen een bruto uurloon van Afl. 28,26. In de arbeidsovereenkomst is een proeftijd van 2 maanden overeengekomen.
2.2
Op 13 oktober 2017, voorafgaand aan de indiensttreding bij Citgo, heeft [verzoeker] een drugstest gedaan in verband met een pre-employment testing. Op 15 november 2017 is [verzoeker] op staande voet ontslagen op grond van een positieve uitslag van deze test. Per brief van 17 november 2017 is het ontslag schriftelijk aan [verzoeker] bevestigd.
2.3 [
verzoeker] heeft hierna op 17 en 23 november 2017 twee drugstesten laten doen. De resultaten waren negatief.
2.4
Bij brief van 22 januari 2018 heeft [verzoeker] de nietigheid van het ontslag ingeroepen.

3.HET VERZOEK

3.1 [
verzoeker] verzoekt – uitvoerbaar bij voorraad - een verklaring voor recht dat het dienstverband tussen partijen nog steeds bestaat, een verklaring voor recht dat het gegeven ontslag nietig is en doorbetaling loon vermeerderd met vertragingsrente en wettelijke rente, totdat het dienstverband rechtsgeldig zal zijn beëindigd, met veroordeling van Citgo in de proceskosten.
3.2 [
verzoeker] grondt het verzoek erop dat het ontslag nietig is, dan wel dat de arbeidsovereenkomst nog steeds bestaat.
3.3
Citgo voert hiertegen verweer en concludeert tot afwijzing van het verzoek.

4.DE BEOORDELING

4.1
Vaststaat dat er een arbeidsovereenkomst is overeengekomen voor bepaalde tijd met een geldige proeftijd van 2 maanden, waarbij de beëindiging binnen de proeftijd is geschied. Aan de orde is de vraag of het gegeven ontslag tijdens de proeftijd nietig is, dan wel dat de arbeidsovereenkomst nog steeds bestaat.
4.2 [
verzoeker] heeft bij brief van 22 januari 2018 de nietigheid van het ontslag ingeroepen stellende dat er geen toestemming van de directeur van de Directie Arbeid en Onderzoek is gevraagd. Verder stelt [verzoeker] dat Citgo op grond van goed werkgeverschap een kans aan [verzoeker] had moeten geven om een tweede drugstest te doen. Citgo heeft dit niet gedaan, waardoor het ontslag naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is, aldus [verzoeker].
4.3
Met Citgo kan worden geoordeeld dat tijdens een proeftijd ieder der partijen bevoegd is de arbeidsovereenkomst zonder opzeggingstermijn of zonder inachtneming van de voor opzegging geldende bepalingen te doen eindigen. Hoewel in de jurisprudentie hierop uitzonderingen zijn aanvaard, neerkomend op misbruik van de gegeven ontslagbevoegdheid, is van een dergelijk misbruik hier niet gebleken. Herstel van het dienstverband en schadevergoeding op grond van kennelijk onredelijk ontslag is niet mogelijk ex art. 7A:1615n BWA jo art. 7A:1615s en 1615t BWA. Er is voorts geen sprake van een nietig ontslag zoals bedoeld bij opzegging van arbeidsovereenkomsten zonder toestemming van de Directeur Arbeid en Onderzoek, nu de Landsverordening beëindiging arbeidsovereenkomsten niet van toepassing is op een ontslag tijdens de proeftijd (art. 4 lid 2 van de Landsverordening).
4.3
Het vorenstaande brengt met zich mee dat het verzoek zal worden afgewezen. Als de in het ongelijk te stellen partij zal [verzoeker] de proceskosten van Citgo moeten vergoeden.
5.DE BESLISSING
Het gerecht:
wijst het verzoek af;
veroordeelt [verzoeker] in de kosten van de procedure, die tot de datum van uitspraak aan de kant van Citgo worden begroot op Afl. 2.500, aan salaris van de gemachtigde;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mr. J. Sap, rechter in dit gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting op dinsdag 30 oktober 2018, in tegenwoordigheid van de griffier.