ECLI:NL:OGEAA:2018:657
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Kennelijk onredelijk ontslag tijdens proeftijd en de gevolgen voor de arbeidsovereenkomst
In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, verzocht de verzoeker, een werknemer van CITGO Aruba Refining N.V., om een verklaring voor recht dat zijn dienstverband nog steeds bestaat en dat zijn ontslag nietig is. De verzoeker was op 23 oktober 2017 in dienst getreden met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd, inclusief een proeftijd van twee maanden. Op 15 november 2017 werd hij op staande voet ontslagen na een positieve drugstest, die hij had ondergaan voorafgaand aan zijn indiensttreding. De verzoeker voerde aan dat het ontslag nietig was omdat er geen toestemming was gevraagd van de directeur van de Directie Arbeid en Onderzoek en dat hij een kans had moeten krijgen voor een tweede drugstest, wat volgens hem in strijd was met goed werkgeverschap.
De rechtbank oordeelde dat tijdens de proeftijd beide partijen bevoegd zijn om de arbeidsovereenkomst zonder opzegtermijn te beëindigen. Er was geen bewijs van misbruik van de ontslagbevoegdheid, en de rechtbank concludeerde dat het verzoek van de werknemer om herstel van het dienstverband en schadevergoeding op grond van kennelijk onredelijk ontslag niet mogelijk was. De Landsverordening beëindiging arbeidsovereenkomsten was niet van toepassing op ontslag tijdens de proeftijd. De rechtbank wees het verzoek van de werknemer af en veroordeelde hem in de proceskosten van de werkgever, die op Afl. 2.500 werden begroot.