In deze alimentatiezaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft de Voogdijraad een verzoek ingediend tot het veroordelen van de man tot betaling van een maandelijkse bijdrage van Afl. 280,- voor de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarige, geboren op [geboortedatum] 2005. De man, die niet is verschenen en geen verweer heeft gevoerd, wordt als verwekker van de minderjarige aangemerkt. De moeder van de minderjarige is in persoon verschenen tijdens de mondelinge behandeling op 18 september 2018, waar de vertegenwoordiger van de Voogdijraad ook aanwezig was.
De procedure is gestart met een verzoekschrift dat op 21 mei 2018 is ingediend. De man is opgeroepen maar heeft geen verweerschrift ingediend. Het gerecht heeft vastgesteld dat ouders verplicht zijn om bij te dragen aan de kosten van verzorging en opvoeding van hun minderjarige kinderen, en dat deze bijdrage moet worden vastgesteld naar draagkracht. Volgens artikel 1:394 van het Burgerlijk Wetboek van Aruba is de verwekker van een kind dat alleen een moeder heeft, verplicht om bij te dragen aan de kosten van verzorging en opvoeding.
Het gerecht heeft geoordeeld dat, gezien de omstandigheden en het ontbreken van verweer van de man, een bijdrage van Afl. 280,- per maand passend is. De alimentatieverplichting gaat in op 1 juli 2018, een maand later dan verzocht, omdat de man geacht wordt niet eerder van het verzoek op de hoogte te zijn geweest. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad en het anders of meer verzochte is afgewezen.