ECLI:NL:OGEAA:2018:653

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
30 oktober 2018
Publicatiedatum
13 november 2018
Zaaknummer
AUA201801370
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
  • N.K. Engelbrecht
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Alimentatiezaak tussen de Voogdijraad en de man betreffende de kosten van verzorging en opvoeding van een minderjarige

In deze alimentatiezaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft de Voogdijraad een verzoek ingediend tot het veroordelen van de man tot betaling van een maandelijkse bijdrage van Afl. 280,- voor de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarige, geboren op [geboortedatum] 2005. De man, die niet is verschenen en geen verweer heeft gevoerd, wordt als verwekker van de minderjarige aangemerkt. De moeder van de minderjarige is in persoon verschenen tijdens de mondelinge behandeling op 18 september 2018, waar de vertegenwoordiger van de Voogdijraad ook aanwezig was.

De procedure is gestart met een verzoekschrift dat op 21 mei 2018 is ingediend. De man is opgeroepen maar heeft geen verweerschrift ingediend. Het gerecht heeft vastgesteld dat ouders verplicht zijn om bij te dragen aan de kosten van verzorging en opvoeding van hun minderjarige kinderen, en dat deze bijdrage moet worden vastgesteld naar draagkracht. Volgens artikel 1:394 van het Burgerlijk Wetboek van Aruba is de verwekker van een kind dat alleen een moeder heeft, verplicht om bij te dragen aan de kosten van verzorging en opvoeding.

Het gerecht heeft geoordeeld dat, gezien de omstandigheden en het ontbreken van verweer van de man, een bijdrage van Afl. 280,- per maand passend is. De alimentatieverplichting gaat in op 1 juli 2018, een maand later dan verzocht, omdat de man geacht wordt niet eerder van het verzoek op de hoogte te zijn geweest. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad en het anders of meer verzochte is afgewezen.

Uitspraak

Beschikking van 30 oktober 2018
behorend bij EJ nr. AUA201801370.
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
in de alimentatiezaak tussen
DE VOOGDIJRAAD,
kantoorhoudend in Aruba,
VERZOEKER,
vertegenwoordigd,
en
[VERWEERDER]
wonende in Aruba, [Adres],
VERWEERDER, hierna te noemen: de man,
niet verschenen.
Belanghebbende:
[Naam Belanghebbende 1], de moeder.

1.DE PROCEDURE

De procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift, ingediend op 21 mei 2018;
  • de griffiersaantekeningen van de mondelinge behandeling van 18 september 2018, waaruit blijkt dat namens de Voogdijraad aanwezig was [naam vertegenwoordiger] en dat de moeder in persoon is verschenen. De man heeft geen verweerschrift ingediend en is, ondanks daartoe behoorlijk te zijn opgeroepen, niet verschenen.
De uitspraak is

2.DE FEITEN

Uit de moeder is op [geboortedatum] 2005 in [geboorteplaats] geboren de thans nog minderjarige [Naam minderjarige] (hierna: de minderjarige). De minderjarige is niet erkend.

3.HET VERZOEK

Het verzoek strekt tot het veroordelen van de man tot betaling van een maandelijkse bijdrage van Afl. 280,- ingaande 1 juni 2018 als voorziening in de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarige. Daartoe wordt gesteld dat hij de verwekker is van de minderjarige en dat hij voldoende inkomen uit arbeid geniet.

4.DE BEOORDELING

4.1
Het gerecht stelt voorop dat ouders verplicht zijn te voorzien in de kosten van verzorging en opvoeding van hun minderjarige kinderen. Dit geschiedt naar draagkracht. Ingevolge artikel 1:394 van het Burgerlijk Wetboek van Aruba (hierna: BWA) is de verwekker van een kind dat alleen een moeder heeft, als ware hij ouder verplicht tot het voorzien in de kosten van verzorging en opvoeding van het kind. Artikel 1:406 lid 1 BWA bepaalt, dat in het geval een ouder zijn verplichting tot voorziening in de kosten van verzorging en opvoeding niet of niet behoorlijk nakomt, zowel de voogdijraad als de andere ouder de rechter kan verzoeken het bedrag te bepalen dat deze ouder ten behoeve van het kind zal moeten uitkeren.
4.2
De man heeft geen gebruik gemaakt van de aan hem geboden gelegenheid zich te verweren en dient daarom als verwekker te worden aangemerkt. Gelet op de draagkracht van de moeder, de behoefte van de minderjarige en op het ontbreken van enig verweer acht het gerecht een door de man te betalen bijdrage van Afl. 280,- per maand in de kosten van verzorging en opvoeding in overeenstemming met de wettelijke maatstaven, zij het dat de alimentatieverplichtingeen maand laterdan verzocht ingaat, omdat de man geacht kan worden niet eerder van het verzoek te hebben kennisgenomen.

5.DE BESLISSING

Het gerecht:
bepaalt de bijdrage van [verweerder] in de kosten van verzorging en opvoeding van [minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2005 in [geboorteplaats], uit de vrouw
[Naam Belanghebbende 1]op Afl. 280,- per maand, bij vooruitbetaling aan de Voogdijraad te voldoen, met ingang van 1 juli 2018,
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
wijst af het anders of meer verzochte.
Aldus gegeven door mr. N.K. Engelbrecht, rechter in dit gerecht, ter zitting van dinsdag 30 oktober 2018 in aanwezigheid van de griffier.