ECLI:NL:OGEAA:2018:652

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
30 oktober 2018
Publicatiedatum
13 november 2018
Zaaknummer
AUA201801369
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
  • N.K. Engelbrecht
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Alimentatiezaak betreffende de minderjarige en de verplichtingen van de verwekker

In deze alimentatiezaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, is op 30 oktober 2018 een beschikking gegeven in de zaak tussen de Voogdijraad als verzoeker en de man als verweerder. De man, die niet verschenen is, heeft geen verweer gevoerd tegen het verzoek om een maandelijkse bijdrage van Afl. 400,- voor de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarige, geboren op [geboortedatum] 2014. De moeder van de minderjarige is [Naam Belanghebbende 1] en de voogdes is [Naam Belanghebbende 2]. De procedure is gestart met een verzoekschrift op 21 mei 2018, en de mondelinge behandeling vond plaats op 18 september 2018, waarbij de moeder en de voogdes aanwezig waren.

De feiten van de zaak zijn dat de minderjarige niet erkend is door de man, die als verwekker wordt aangemerkt. De grootmoeder van de minderjarige is benoemd tot voogdes. Het gerecht heeft vastgesteld dat ouders verplicht zijn bij te dragen aan de kosten van verzorging en opvoeding van hun minderjarige kinderen, en dat de man, ondanks zijn afwezigheid, als verwekker verantwoordelijk is voor deze bijdrage. Gezien de draagkracht van de moeder en de behoefte van de minderjarige, heeft het gerecht besloten dat de man Afl. 400,- per maand moet betalen, met ingang van 1 juli 2018, en verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.

De beslissing van het gerecht wijst ook het anders of meer verzochte af, wat betekent dat de man enkel de vastgestelde bijdrage moet betalen. Deze beschikking is een belangrijke uitspraak in het kader van het personen- en familierecht, met betrekking tot de verplichtingen van ouders en voogden.

Uitspraak

Beschikking van 30 oktober 2018
behorend bij EJ nr. AUA201801369.
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
in de alimentatiezaak tussen
DE VOOGDIJRAAD,
kantoorhoudend in Aruba,
VERZOEKER,
vertegenwoordigd,
en
[VERWEERDER],
wonende in Aruba, [adres],
VERWEERDER, hierna te noemen: de man,
niet verschenen.
Belanghebbenden:
[Naam Belanghebbende 1], de moeder,
[Naam Belanghebbende 2], de voogdes.

1.DE PROCEDURE

De procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift, ingediend op 21 mei 2018;
  • de griffiersaantekeningen van de mondelinge behandeling van 18 september 2018, waaruit blijkt dat namens de Voogdijraad aanwezig was [vertegenwoordiger] en dat de moeder en de voogdes in persoon zijn verschenen. De man heeft geen verweerschrift ingediend en is, ondanks daartoe behoorlijk te zijn opgeroepen, niet verschenen.
De uitspraak is

2.DE FEITEN

2.1
Uit de moeder is op [geboortedatum] 2014 in [geboorteplaats] geboren de thans nog minderjarige [Naam minderjarige] (hierna: de minderjarige). De minderjarige is niet erkend.
2.2
Bij beschikking van dit gerecht van 26 mei 2015 (EJ nr. 567 van 2015) is de grootmoeder moederszijde benoemd tot voogdes over de minderjarige.

3.HET VERZOEK

Het verzoek strekt tot het veroordelen van de man tot betaling van een maandelijkse bijdrage van Afl. 400,- ingaande 1 juni 2018 als voorziening in de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarige. Daartoe wordt gesteld dat hij de verwekker is van de minderjarige en dat hij voldoende inkomen uit arbeid geniet.

4.DE BEOORDELING

4.1
Het gerecht stelt voorop dat ouders verplicht zijn te voorzien in de kosten van verzorging en opvoeding van hun minderjarige kinderen. Dit geschiedt naar draagkracht. Ingevolge artikel 1:394 BWA is de verwekker van een kind dat alleen een moeder heeft, als ware hij ouder verplicht tot het voorzien in de kosten van verzorging en opvoeding van het kind. Artikel 1:406 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek van Aruba (hierna: BWA) bepaalt, dat in het geval een ouder zijn verplichting tot voorziening in de kosten van verzorging en opvoeding niet of niet behoorlijk nakomt, zowel de voogdijraad als de andere ouder de rechter kan verzoeken het bedrag te bepalen dat deze ouder ten behoeve van het kind zal moeten uitkeren.
4.2
De man heeft geen gebruik gemaakt van de aan hem geboden gelegenheid zich te verweren en dient daarom als verwekker te worden aangemerkt. Gelet op de draagkracht van de moeder (nihil), de behoefte van de minderjarige en op het ontbreken van enig verweer acht het gerecht een door de man te betalen bijdrage van Afl. 400,- per maand in de kosten van verzorging en opvoeding in overeenstemming met de wettelijke maatstaven, zij het dat de alimentatieverplichtingeen maand laterdan verzocht ingaat, omdat de man geacht kan worden niet eerder van het verzoek te hebben kennisgenomen.

5.DE BESLISSING

Het gerecht:
bepaalt de bijdrage van [VERWEERDER] in de kosten van verzorging en opvoeding van [Naam minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2014 in [geboorteplaats], uit de vrouw [Naam Belanghebbende 1], op Afl. 400,- per maand, bij vooruitbetaling aan de Voogdijraad te voldoen, met ingang van 1 juli 2018,
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
wijst af het anders of meer verzochte.
Aldus gegeven door mr. N.K. Engelbrecht, rechter in dit gerecht, ter zitting van dinsdag 30 oktober 2018 in aanwezigheid van de griffier.