ECLI:NL:OGEAA:2018:650

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
30 oktober 2018
Publicatiedatum
13 november 2018
Zaaknummer
AUA201801263
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
  • N.K. Engelbrecht
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bepaling hoofdverblijf minderjarigen bij vader na vertrek moeder naar Nederland

In deze beschikking van het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, gedateerd 30 oktober 2018, is een verzoek behandeld van de vader van twee minderjarigen, die gezamenlijk gezag uitoefenen met de moeder. De vader heeft verzocht om het hoofdverblijf van de minderjarigen bij hem te bepalen, aangezien de moeder naar Nederland is verhuisd en de kinderen bij hem wonen. De moeder is niet verschenen op de zitting en heeft geen verweerschrift ingediend, ondanks dat zij daartoe was opgeroepen. De procedure begon met een verzoekschrift dat op 14 mei 2018 was ingediend, gevolgd door een mondelinge behandeling op 18 september 2018, waar alleen de vader aanwezig was.

De rechter heeft in zijn beoordeling gekeken naar de feitelijke woonsituatie van de minderjarigen en de omstandigheden van het geval. De vader heeft aangegeven dat hij niet het risico wil lopen dat de moeder op enig moment de kinderen zal opeisen. De rechter heeft artikel 1:253a van het Burgerlijk Wetboek (BWA) in overweging genomen, dat de rechter de bevoegdheid geeft om in geschillen omtrent de gezamenlijke uitoefening van het gezag een beslissing te nemen die in het belang van het kind wenselijk is. Gezien het ontbreken van verweer van de moeder en de huidige woonsituatie van de kinderen, heeft de rechter geoordeeld dat er geen bezwaren zijn om het hoofdverblijf bij de vader te bepalen.

De beschikking bepaalt dat het hoofdverblijf van de minderjarigen bij de vader wordt vastgesteld en verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad. Het meer of anders verzochte is afgewezen. Deze uitspraak is gedaan door mr. N.K. Engelbrecht, rechter in dit gerecht, ter zitting van 30 oktober 2018.

Uitspraak

Beschikking van 30 oktober 2018
Zaaknummer EJ nr. AUA201801263.
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
op het verzoek van
[VERZOEKER]
wonende in Aruba, [adres],
VERZOEKER, hierna: de vader,
procederend in persoon,
tegen
[VERWEERSTER]
zonder bekende woon- en/of verblijfplaats in Aruba of elders,
VERWEERSTER, hierna: de moeder,
niet verschenen.
Belanghebbenden:
[MINDERJARIGE SUB 1], geboren op [geboortedatum] 2014 in [geboorteplaats],
[MINDERJARIGE SUB 2], geboren op [geboortedatum] 2017 in [geboorteplaats],
hierna samen aan te duiden als de minderjarigen.

1.DE PROCEDURE

De procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift ingediend op 14 mei 2018,
  • de griffiersaantekeningen van de mondelinge behandeling achter gesloten deuren op 18 september 2018, waaruit blijkt dat alleen de vader is verschenen. Namens de Voogdijraad was aanwezig de heer [naam vertegenwoordiger]. De moeder heeft geen verweerschrift ingediend en is, ondanks daartoe behoorlijk te zijn opgeroepen, niet verschenen.
Hierna is de uitspraak bepaald op heden.

2.DE FEITEN

2.1
Partijen zijn de ouders van de minderjarigen. Zij oefenen het gezag over de minderjarigen gezamenlijk uit.
2.2
De moeder heeft zich op 6 december 2017 hier uitgeschreven en is naar Nederland verhuisd. De minderjarigen wonen bij de vader en staan op zijn adres ingeschreven.

3.DE BEOORDELING

3.1
Het gewijzigde verzoek van de vader strekt tot het bepalen van het hoofdverblijf van de minderjarigen bij hem. Daartoe heeft hij gesteld dat de moeder naar Nederland is vertrokken en dat zij hebben afgesproken dat de kinderen bij hem zouden blijven, maar dat hij niet het risico wil lopen dat de moeder op enig moment de kinderen zal opeisen.
3.2
Ingevolge artikel 1:253a BWA kan de rechter in geschillen omtrent de gezamenlijke uitoefening van het gezag, op verzoek van beide ouders of van een van hen, een zodanige beslissing nemen als hem in het belang van het kind wenselijk voorkomt. Bij deze beoordeling dient de rechter alle omstandigheden van het geval en de belangen van alle betrokkenen in aanmerking te nemen en mee te wegen. Het belang van het kind is daarbij een eerste overweging.
3.2
Het gerecht is, gelet op de feitelijke woonsituatie van de minderjarigen, op wat er verder ter zitting is besproken en op het ontbreken van enig verweer van de moeder, van oordeel dat er geen bezwaren bestaan om het hoofdverblijf van de minderjarigen bij de vader te bepalen. Het verzoek van de vader, zal worden toegewezen.

4.DE BESLISSING

Het gerecht:
bepaalt het hoofdverblijf van de minderjarigen [MINDERJARIGE SUB 1], geboren op [geboortedatum] 2014 in [geboorteplaats], en [MINDERJARIGE SUB 2], geboren op [geboortedatum] in [geboorteplaats], bij de vader,
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad,
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mr. N.K. Engelbrecht, rechter in dit gerecht, ter zitting van dinsdag 30 oktober 2018 in aanwezigheid van de griffier.