Uitspraak
1.DE VERDERE PROCEDURE
- de tussenbeschikking van 29 mei 2018, waarbij [werkgever] in de gelegenheid is gesteld bewijs bij te brengen;
- de akte uitlating aan de zijde van [verweerster];
- de antwoordakte aan de zijde van [werknemer];
2.DE VERDERE BEOORDELING
578uren overwerk heeft verricht, waarover geen overwerkvergoeding is betaald. [verzoeker] heeft - aldus [verweerster] - over deze uren nog recht op 50% van zijn uurloon ad Afl. 10,00, zijnde een bedrag ad Afl. 2.890,00. Volgens [verweerster] vordert [verzoeker] ten onrechte 150%, in plaats van 50% omdat hij 100% betaald heeft gekregen. Voorts stelt [verweerster] dat uit de urenregistratie volgt dat [verzoeker] slechts vanaf april 2017 meer dan 10 uur per dag heeft gewerkt en derhalve slechts over 16 weken recht heeft op maaltijdvergoeding.
578overuren heeft gewerkt, wordt niet ondersteund door enig document. Ook de overgelegde ‘pay slips’ overtuigen niet, aangezien [verzoeker] van meet af aanstelde dat hij nimmer salarisstrookjes heeft ontvangen en de betalingen contact plaats vonden. Met [verzoeker] is het gerecht van oordeel dat [verweerster] niet is geslaagd in het bewijs van haar stelling dat zij aan haar verplichtingen jegens [verzoeker] heeft voldaan. Dit heeft tot gevolg dat [verzoeker] wordt gevolgd in zijn stelling dat hij in de periode januari tot en met juli 2017 gemiddeld 72 uur heeft gewerkt. Uitgaande van een werkweek van maximaal 45 uur, heeft [verzoeker] 17 uur per week overgewerkt, waarvoor [verweerster] een overwerktoeslag verschuldigd was van 150% respectievelijk 200% voor werken op zondag. Met [verweerster] is het gerecht wel van oordeel dat slechts de overwerkvergoeding verschuldigd is derhalve 50% respectievelijk 100%. Uitgaande van 17 uur overwerk per week, waarvan 12 uur op zondag, heeft [verzoeker] nog recht op 5 uren x 50% x Afl. 10,00 plus 12 uren x Afl 10,00 = Afl. 145,00 overwerkvergoeding per week, gedurende 32 weken = Afl. 4.640,00 netto. Dit bedrag wordt dan ook toegewezen.
Afl. 4.640,00 netto + Afl. 3.360,00 zijnde Afl. 8.000,00 wordt toegewezen. Het gerecht acht termen aanwezig om de vertragingsrente te matigen tot 15%. Voorts wordt zoals volgt uit r.o. 4.6 van het vonnis d.d. 29 mei 2018 3 maanden loon vermeerderd met 15% vertragingsrente toegewezen. Het weekloon bedroeg 45 x Afl 10,00 + 5 x Afl. 15,00 + 12 x Afl. 20,00 = Afl. 765,00. Het maandloon bedraagt aldus 13 x Afl. 765,00 : 3 = Afl. 3.315,00 netto. Aldus heeft [verzoeker] nog recht op Afl. 9.945,00 netto. Over deze drie maanden heeft [verzoeker] geen recht op de maaltijdvergoeding, omdat hij deze maanden niet heeft hoeven te werken en geen kosten heeft gemaakt in verband met zijn werk.
Afl. 17.945,00te vermeerderen met 15 % vertragingsrente.