Uitspraak
1.DE PROCEDURE
.
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Op 30 januari 2018 heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba een beschikking gegeven in de zaak van het Openbaar Ministerie, waarbij het verzoek werd gedaan om een akte van 'Inschrijving van Rechterlijke Uitspraak' door te halen. Deze akte was ten onrechte opgemaakt en betrof de inschrijving van een rechterlijke uitspraak ten name van een man en een vrouw. De procedure werd gestart op verzoek van de ambtenaar van de burgerlijke stand, die op 12 juli 2017 het verzoek indiende om de doorhaling van de akte te gelasten.
De rechter heeft overwogen dat op grond van artikel 1:24 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek van Aruba de rechter bevoegd is om een onterecht in een register van de burgerlijke stand voorkomende akte te doorhalen. Uit het dossier bleek dat de akte op 4 mei 2017 was opgemaakt, maar dat deze op 17 mei 2017 per abuis was geregistreerd. Dit leidde tot de conclusie dat de akte ten onrechte was opgemaakt.
In de beschikking heeft het gerecht de ambtenaar van de burgerlijke stand gelast om de akte van 'Inschrijving van Rechterlijke Uitspraak' met het betreffende nummer van het registerjaar 2017 door te halen. Deze beslissing is genomen in aanwezigheid van de griffier en is een bevestiging van de bevoegdheid van de rechter om onterecht geregistreerde akten te corrigeren.