ECLI:NL:OGEAA:2018:632
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot betaling van een schuld met contractuele rente en incassokosten
In deze civiele zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft de eiseres, Aruba Bank N.V., een vordering ingesteld tegen twee gedaagden. De eiseres vordert betaling van een bedrag van Afl. 17.238,96, vermeerderd met 1,5% contractuele rente per maand vanaf 29 december 2016, alsook buitengerechtelijke incassokosten van Afl. 1.500,-. De vordering is gebaseerd op de stelling dat de gedaagden tekort zijn geschoten in hun betalingsverplichtingen voortvloeiend uit een overeenkomst.
De procedure is gestart met een tussenvonnis op 20 juni 2018, gevolgd door een mondelinge behandeling op 5 september 2018. Tijdens deze behandeling hebben de gedaagden de vordering erkend, waarbij gedaagde sub 1 dit schriftelijk heeft gedaan en gedaagde sub 2 dit ter zitting heeft bevestigd. Hierdoor is de hoofdsom, samen met de contractuele rente en de buitengerechtelijke incassokosten, toegewezen aan de eiseres.
De rechter heeft in zijn beslissing de gedaagden veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag, inclusief rente en kosten. Tevens zijn de gedaagden veroordeeld in de proceskosten van de eiseres, die zijn begroot op Afl. 750,- aan griffierecht en Afl. 2.581,67 aan gemachtigdensalaris. De rechter heeft verklaard dat de veroordelingen uitvoerbaar zijn bij voorraad, wat betekent dat de eiseres het vonnis kan laten uitvoeren, ook al is er nog geen definitieve uitspraak in hoger beroep.