Uitspraak
1.DE PROCEDURE
2.DE VERDERE BEOORDELING
3.DE UITSPRAAK
geen uitstel);
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
In de zaak tussen [verzoeker], vertegenwoordigd door mr. E.H.J. Martis, en de naamloze vennootschap Celltar N.V., vertegenwoordigd door mr. C.H. Lejuez, heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 23 januari 2018 een tussenbeschikking gegeven. Deze beschikking betreft een verzoek van [verzoeker] in het kader van een arbeidsrechtelijke procedure. Tijdens de procedure is gebleken dat er een fiscaal boekenonderzoek heeft plaatsgevonden, waarover een rapport is opgemaakt. [verzoeker] heeft zich beklaagd dat dit rapport niet is overgelegd, wat van belang kan zijn voor de beoordeling van het geschil.
De rechter heeft op basis van artikel 141 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering Celltar gelast om het rapport in het geding te brengen. Dit rapport is cruciaal voor de verdere beoordeling van de zaak. Na het overleggen van het rapport kunnen partijen, te beginnen met [verzoeker], schriftelijk op het rapport reageren. De rechter heeft verder bepaald dat iedere verdere beslissing in de zaak wordt aangehouden tot de zitting van 20 februari 2018, waar de zaak opnieuw zal worden behandeld.
Deze beschikking is uitgesproken door mr. W.J. Noordhuizen in een openbare terechtzitting, waarbij de griffier aanwezig was. De uitspraak benadrukt het belang van het rapport voor de voortgang van de procedure en de rechten van beide partijen.