In deze zaak heeft de Minister van Infrastructuur, Ruimtelijke Ontwikkeling en Integratie een verzoek ingediend tot wijziging van een Ruimtelijk Ontwikkelingsplan (ROP) voor een perceel te Arashi. Het verzoek werd op 3 november 2016 ingediend, maar er werd geen beschikking gegeven. De Minister maakte op 20 maart 2017 bezwaar tegen het uitblijven van een beslissing, maar dit bezwaar werd niet-ontvankelijk verklaard. De Minister heeft vervolgens op 28 juli 2017 beroep ingesteld bij het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba. Tijdens de zitting op 27 augustus 2018 werd de zaak behandeld, waarbij de Minister werd vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. R.A. Wix.
De rechter heeft geoordeeld dat het uitblijven van een beslissing op het bezwaar van de Minister gelijkgesteld moet worden met een afwijzende beschikking, conform artikel 23, tweede lid, van de Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar). De rechter heeft het beroep gegrond verklaard en de fictieve beschikking vernietigd. Tevens werd vastgesteld dat de afwijzing van het verzoek tot wijziging van het ROP geen beschikking is in de zin van artikel 2 van de Lar, aangezien een ROP een besluit van algemene strekking is. De rechter heeft de Minister in de gelegenheid gesteld om zelf in de zaak te voorzien, en heeft de Minister veroordeeld tot betaling van de kosten van rechtskundige bijstand aan de appellant, begroot op Afl. 500, en gelast dat het door de Minister gestorte griffierecht van Afl. 25 aan hem wordt terugbetaald. De uitspraak werd gedaan door mr. A.J.H. van Suilen op 8 oktober 2018.