ECLI:NL:OGEAA:2018:612

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
10 oktober 2018
Publicatiedatum
11 oktober 2018
Zaaknummer
AUA201701340
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake schadevergoeding na verkeersongeval met alcoholgebruik

In deze zaak, die voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba is behandeld, vordert eiseres, vertegenwoordigd door mr. H.F. Falconi, betaling van Afl 28.399,70 van de naamloze vennootschap NAGICO ARUBA N.V., vertegenwoordigd door mrs. E.A.Th Kuster en A.I.N. Fräser. De vordering is gebaseerd op een schadevergoeding voor haar voertuig, dat betrokken was bij een eenzijdig verkeersongeval op 20 december 2016. De auto werd bestuurd door de dochter van eiseres, en het voertuig was allrisk verzekerd bij Nagico. Nagico heeft echter de schadevergoeding geweigerd op basis van een uitsluiting in de polisvoorwaarden, die stelt dat er geen dekking is als de bestuurder onder invloed van alcohol of andere intoxicanten was.

De procedure omvatte verschillende processtukken, waaronder een verzoekschrift en conclusies van antwoord, repliek en dupliek. De kern van het geschil draait om de vraag of Nagico zich terecht op deze uitsluiting kan beroepen. Eiseres stelt dat er sprake is van een gedekt evenement onder de polisvoorwaarden, terwijl Nagico zich beroept op een SEH-formulier dat alcoholgebruik bij de bestuurder aangeeft.

Het Gerecht heeft vastgesteld dat er tegenstrijdige informatie is over het alcoholgebruik. Hoewel het politierapport vermeldt dat er geen alcoholgebruik was, blijkt uit het SEH-formulier dat er wel degelijk alcoholgebruik is vastgesteld. Het Gerecht concludeert dat er voldoende aanwijzingen zijn dat de dochter van eiseres onder invloed van alcohol was, wat de uitsluiting door Nagico rechtvaardigt. Eiseres krijgt de mogelijkheid om tegenbewijs te leveren. De zaak is verwezen naar de rol voor een akte bewijslevering aan de zijde van eiseres, waarbij verdere beslissingen zijn aangehouden.

Uitspraak

Vonnis van 10 oktober 2018
Behorend bij A.R. AUA201701340
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
[Eiseres],
te Aruba,
EISERES, hierna ook te noemen: [Eiseres],
gemachtigde: mr. H.F. Falconi,
tegen:
de naamloze vennootschap
NAGICO ARUBA N.V.,
te Aruba,
GEDAAGDE, hierna ook te noemen: Nagico,
gemachtigde: mrs. E.A.Th Kuster en A.I.N. Fräser.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift;
- de conclusie van antwoord;
- de conclusie van repliek;
- de conclusie van dupliek;
- de akte uitlating producties;
1.2
De zaak is daarna verwezen naar de rol voor vonnis.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1
Op 20 december 2016 heeft een eenzijdig verkeersongeval plaatsgevonden nabij [perceel], waarbij de personenauto van [Eiseres] betrokken was. Ten tijde van het ongeval werd die auto bestuurd door de dochter van [Eiseres], [naam dochter]. Het voertuig is allrisk verzekerd bij Nagico.
2.2
Van het ongeval is een politierapport opgemaakt. In dat rapport staat vermeld:
Alcoholgebruik: Nee.
2.3 [
naam dochter] is overgebracht naar de SEH van het ziekenhuis. Op het formulier van de SEH is genoteerd:
A:… alcohol +++
E: …Alcoholfactor ++
2.4
Nagico heeft aan [Eiseres] uitkering van de schade aan de personenauto geweigerd omdat sprake is van een uitsluiting in de polisvoorwaarde, te weten onder 12, aanhef en sub s: “if the driver was under the influence of alcohol, drugs and/or (any other type of) intoxicant that enhances the risk of an accident.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1[Eiseres] vordert betaling door Nagico van Afl 28.399,70 als schade aan haar voertuig met veroordeling van Nagico in de kosten van de procedure.
3.2[Eiseres] legt aan haar vordering ten grondslag dat sprake is van een gedekt evenement onder de polisvoorwaarden.
3.3
Nagico voert hiertegen gemotiveerd verweer.
3.4
Het gerecht zal op de standpunten van partijen, hierna waar nodig nader ingaan.

4.DE BEOORDELING

4.1
De kern van het geschil wordt gevormd door de vraag of Nagico zich terecht op een uitsluiting in de polisvoorwaarden kan beroepen. Hierbij beroept Nagico zich op een (summiere) weergave op een SEH-formulier dat sprake was van alcoholgebruik. Volgens Nagico was dit ernstig, nu dit volgens haar volgt uit het gebruik van drie, en twee plusjes.
4.2
Aan het feit dat sprake was van een eenzijdig ongeval en dat het tijdstip was gelegen in de nachtelijke uren kan geen doorslaggevende betekenis worden toegekend. In het politierapport is opgenomen: Alcoholgebruik: Nee. Dat van enig onderzoek sprake is geweest, blijkt echter niet. Uit het feitenverloop is voorts af te leiden dat [naam dochter] per ambulance naar het ziekenhuis is gebracht. Uit de afgenomen anamnese (A) op het SEH formulier blijkt dat van alcoholgebruik wel sprake is geweest. In zoverre is dat dus afwijkend van het politierapport. Weliswaar is niet ieder alcoholgebruik voldoende voor een beroep op art. 12 van de polisvoorwaarden, maar de vermelding van +++ bij de anamnese en ++ bij de Evaluatie duidt op méér dan een gering gebruik van alcohol. Hierbij komt dat [Eiseres] geen informatie heeft verschaft waaruit het eventuele alcoholgebruik van [naam dochter] kan worden afgeleid, terwijl zij niet (ook niet nadat Nagico daarom uitdrukkelijk heeft gevraagd) de resultaten van het bloedonderzoek dat is gedaan na de opname in het ziekenhuis heeft overgelegd.
4.3
Dit leidt ertoe dat het Gerecht vermoedt dat sprake is geweest van zodanig alcoholgebruik dat [naam dochter] niet meer tot het besturen van een auto in staat was en dat Nagico zich terecht op de uitsluiting kan beroepen. [Eiseres] zal tegenbewijs mogen leveren.
4.4
De zaak zal naar de rol worden verwezen voor een akte aan de zijde van [Eiseres] over de wijze waarop zij bewijs wil bijbrengen, dan wel waarbij zij bewijs stukken kan inleveren.
4.5
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

5.DE UITSPRAAK

Het gerecht:
verwijst de zaak naar de rolzitting van woensdag 7 november 2018 voor een akte bewijslevering aan de zijde van [Eiseres];
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. J. Sap, rechter in dit gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 10 oktober 2018 in aanwezigheid van de griffier.