ECLI:NL:OGEAA:2018:584
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Weigering afgifte verklaring omtrent gedrag op basis van strafrechtelijke veroordeling
In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 24 september 2018 uitspraak gedaan in een klaagschrift van klager tegen de beschikking van verweerder, die op 24 juli 2018 het verzoek om afgifte van een verklaring omtrent het gedrag had afgewezen. Klager, die in persoon procedeerde, had de verklaring aangevraagd voor een sollicitatie naar een functie binnen de Dienst Openbaar Transport en Vervoer. Verweerder weigerde de verklaring op basis van artikel 22, eerste lid, van de Landsverordening VOG, omdat klager recentelijk was veroordeeld voor diefstal, wat volgens verweerder een bezwaar vormde voor de afgifte van de verklaring.
Klager betoogde dat verweerder ten onrechte had gesteld dat er bezwaren tegen zijn persoon bestonden, en voerde aan dat de beschikking niet deugdelijk was gemotiveerd. Hij benadrukte dat hij de kostwinnaar was en dat het moeilijk was om op zijn leeftijd een nieuwe baan te vinden. Het gerecht oordeelde echter dat, gezien de aard en ernst van het delict, alsook het korte tijdsverloop sinds de veroordeling, verweerder terecht had geweigerd de verklaring af te geven. De rechter concludeerde dat de klacht ongegrond was en verklaarde deze dan ook als zodanig.
De beslissing werd genomen door mr. A.J.H. van Suilen, en tegen deze beschikking staat geen hoger beroep open volgens artikel 28, derde lid, van de Landsverordening VOG.