ECLI:NL:OGEAA:2018:583
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep wegens niet voldoen aan formele vereisten van de Landsverordening administratieve rechtspraak
In deze zaak heeft de appellant op 12 maart 2018 een pro forma beroepschrift ingediend tegen de beoordelingscommissie VUT, maar heeft hij niet voldaan aan de formele vereisten zoals gesteld in artikel 29 van de Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar). De appellant werd door het gerecht in de gelegenheid gesteld om uiterlijk 2 augustus 2018 de gronden van het beroep in te dienen, maar heeft geen aanvullende gronden ingediend. Hierdoor kon het gerecht niet anders dan het beroep niet-ontvankelijk verklaren. De uitspraak vond plaats op 24 september 2018, waarbij het gerecht oordeelde dat de appellant niet had voldaan aan de vereisten van artikel 29 lid 1 sub c van de Lar, en dat dit niet was hersteld binnen de gestelde termijn van artikel 31 van de Lar. De rechter heeft in overeenstemming met artikel 32, onder a, van de Lar onmiddellijk uitspraak gedaan, aangezien het beroep kennelijk niet-ontvankelijk was. De beslissing werd uitgesproken door mr. A.J.H. van Suilen ter openbare terechtzitting, waarbij werd opgemerkt dat tegen deze uitspraak binnen zes weken hoger beroep kan worden ingesteld bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie. Tevens werd vermeld dat voor het instellen van hoger beroep een griffierecht van Afl. 75 verschuldigd is.