ECLI:NL:OGEAA:2018:581

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
14 september 2018
Publicatiedatum
1 oktober 2018
Zaaknummer
214 van 2018
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verkrachting en bedreiging met een mes van prostituees in Aruba

In deze Arubaanse strafzaak is de verdachte op 14 september 2018 veroordeeld voor het verkrachten en bedreigen met een mes van twee verschillende prostituees. De feiten vonden plaats op 13 en 15 januari 2018. De verdachte heeft de eerste prostituee, aangeduid als slachtoffer 1, onder bedreiging van een mes gedwongen tot seksuele handelingen. Hij heeft haar vastgebonden, haar gezicht bedekt met plakband en haar gedwongen om een condoom op zijn penis te plaatsen. De verdachte heeft haar ook verbaal bedreigd met geweld. Op 15 januari 2018 heeft hij een andere prostituee opgehaald en haar eveneens bedreigd met een mes. De officier van justitie heeft een gevangenisstraf van vijf jaar geëist, maar de rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier jaar, met aftrek van voorarrest. De verdediging heeft betoogd dat de verdachte moet worden vrijgesproken, maar het Gerecht heeft de getuigenverklaringen als betrouwbaar beschouwd en de verdachte schuldig bevonden aan de tenlastegelegde feiten. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de impact op de slachtoffers in overweging genomen bij het bepalen van de straf.

Uitspraak

Parketnummer: P-2018/00494
Zaaknummer: 214 van 2018
Uitspraak: 14 september 2018 Tegenspraak

Vonnis van dit Gerecht

in de strafzaak tegen de verdachte:

[verdachte],

geboren op [geboortedatum] 1973 in [geboorteplaats],
wonende in Aruba, [adres],
thans alhier gedetineerd.
Onderzoek van de zaak
Het onderzoek ter openbare terechtzitting heeft plaatsgevonden op 24 augustus 2018. De verdachte is verschenen, bijgestaan door zijn raadsman, mr. R.E. Yarzagaray, advocaat in Aruba.
De officier van justitie, mr. T. Akkerman, heeft ter terechtzitting gevorderd dat het Gerecht het onder 1 en 2 subsidiair ten laste gelegde bewezen zal verklaren en de verdachte daarvoor zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van vijf jaren, met aftrek van voorarrest.
De raadsman heeft bepleit dat de verdachte integraal zal worden vrijgesproken van het ten laste gelegde.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
Zaak Venus
1. dat hij op of omstreeks 13 januari 2018 in Aruba
door geweld of een andere feitelijkheid en/of door bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid [slachtoffer 1] heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen die (mede) bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 1],
hebbende hij, verdachte, zijn penis in de vagina van die [slachtoffer 1] gebracht en heen en weer bewogen
en welk geweld of die andere feitelijkheid en/of welke bedreiging met geweld of die andere feitelijkheid onder meer hieruit heeft/hebben bestaan dat hij, verdachte, - een mes, althans een op een mes gelijkend voorwerp, tevoorschijn heeft gehaald en/of dat mes, althans dat op een mes gelijkend voorwerp, meermalen bij/tegen/aan de nek van die [slachtoffer] heeft geplaatst/gehouden en/of
- meermalen tegen die [slachtoffer] heeft gezegd/geschreeuwd: “Acceder a lo que yo te digo” (Doe wat ik tegen jou zeg) en/of “Yo no le voy hacer daño. Solo quiero que me chupes bien rico” (Ik zal je geen kwaad doen. Ik wil alleen dat je mij heel lekker pijpt) en/of “Quítate el vestido” (Trek je kleding uit) en/of “Quítate la ropa” (Trek je kleren uit) en/of “Quítese la ropa interior, quítasela ya perra” (Trek jouw slipje uit, trekt het uit bitch) en/of “Perra, porque haces esto. Porque huyes, perra?! Me obligas a otras cosas” (Teef, waarom doe je dit. Waarom vlucht je? Teef! Je dwingt me om andere dingen te doen)
- die [slachtoffer 1] heeft vastgepakt en/of
- die [slachtoffer 1] meermalen aan de haren heeft getrokken en/of
- de handen van die [slachtoffer 1] heeft vastgebonden/vastgeplakt en/of
- die [slachtoffer 1] heeft gedwongen om met haar mond een condoom op/over zijn penis te plaatsen en/of
- die [slachtoffer 1] heeft vastgegrepen en/of
- plakband om het (hele) gezicht van die [slachtoffer 1] heeft geplaatst;
(artikel 2:197 van het Wetboek van Strafrecht)
Zaak Seroe Patrishi
2. dat hij op of omstreeks 15 januari 2018 in Aruba,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid een tot nu toe onbekend gebleven (illegale) vrouw te dwingen tot het ondergaan van (een) handeling(en) die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die vrouw, hebbende hij, verdachte, toen aldaar
- die vrouw opgehaald om seks met haar te hebben tegen betaling en/of
- alle deuren van zijn woning op slot gedaan en/of
- alle lichten van zijn woning uit gedaan en/of
- een mes, althans een op een mes gelijkend voorwerp, tevoorschijn gehaald en/of
- dat mes, althans dat op een mes gelijkend voorwerp, meermalen in de richting van die vrouw gezwaaid en/of
- dat mes, althans dat op een mes gelijkend voorwerp, aan die vrouw getoond,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
(artikel 2:197 jo artikel 1:119 van het Wetboek van Strafrecht)
althans indien ten aanzien van het vorenstaande geen veroordeling mocht (kunnen) volgen
dat hij op of omstreeks 15 januari 2018 in Aruba,
een tot nu toe onbekend gebleven (illegale) vrouw heeft bedreigd met
verkrachting en/of enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling en/of met mishandeling met gebruikmaking van wapenen als bedoeld bij het tweede lid van artikel 1 van de Wapenverordening,
immers heeft hij, verdachte, toen en aldaar
een mes, althans een op een mes gelijkend voorwerp, tevoorschijn gehaald en/of dat mes, althans dat op een mes gelijkend voorwerp, meermalen in de richting van die vrouw gezwaaid en/of dat mes, althans dat op een mes gelijkend voorwerp, aan die vrouw getoond;
(artikel 2:255 lid 1 van het Wetboek van Strafrecht)
Ontvankelijkheid van het openbaar ministerie
De raadsman heeft ter terechtzitting betoogd dat de verdachte geen fair trial (eerlijk proces) heeft gehad, omdat het beginsel van ‘equality of arms’ is geschonden. De raadsman heeft daartoe aangevoerd dat hij pas op 8 augustus 2018 kennis heeft kunnen nemen van de verklaring van de getuige [getuige 1] terwijl de getuige al in februari 2018 door de politie is gehoord. De verdediging is daardoor de kans ontnomen de getuige te horen.
Het Gerecht zal de door de raadsman naar voren gebrachte kritiekpunten opvatten dat deze zouden moeten strekken tot het niet-ontvankelijk verklaren van het openbaar ministerie in zijn strafvervolging.
Het Gerecht volgt de raadsman niet in zijn betoog, omdat de getuige ter terechtzitting, in het bijzijn van verdachte, de raadsman en de officier van justitie onder ede is gehoord. Het verweer wordt dan ook verworpen. Het openbaar ministerie is ontvankelijk in zijn vervolging.
Overige formele vragen
Het Gerecht stelt vast dat de dagvaarding geldig is, dat het bevoegd is tot kennisneming van de zaak en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
Vrijspraak van feit 2 primair
Het Gerecht is met de officier van justitie en de raadsman van oordeel dat niet wettig en overtuigend bewezen kan worden dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het onder 2 primair ten laste gelegde en zal de verdachte daarvan vrijspreken.
Bewezenverklaring
Het Gerecht acht - op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en de nadere bewijsoverwegingen, in onderling verband en samenhang beschouwd - wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 subsidiair ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
Zaak Venus
1. dat hij op
of omstreeks13 januari 2018 in Aruba
door geweld
of een andere feitelijkheiden
/ofdoor bedreiging met geweld
of een andere feitelijkheid[slachtoffer 1] heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen die
(mede)bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 1], hebbende hij, verdachte, zijn penis in de vagina van die [slachtoffer 1] gebracht en heen en weer bewogen en welk geweld
of die andere feitelijkheiden
/ofwelke bedreiging met geweld
of die andere feitelijkheidonder meer hieruit
heeft/hebben bestaan dat hij, verdachte,
- een mes,
althans een op een mes gelijkend voorwerp, tevoorschijn heeft gehaald en
/ofdat mes,
althans dat op een mes gelijkend voorwerp, meermalen bij/tegen/aan de nek van die [slachtoffer 1] heeft geplaatst/gehouden en
/of
- meermalen tegen die [slachtoffer 1] heeft gezegd/geschreeuwd:
“Acceder a lo que yo te digo” (“Doe wat ik tegen jou zeg”
)en
/of “Yo no le voy hacer daño. Solo quiero que me chupes bien rico” (Ik zal je geen kwaad doen. Ik wil alleen dat je mij heel lekker pijpt) en/of “Quítate el vestido” (“Trek je kleding uit”
)en
/of “Quítate la ropa” (“Trek je kleren uit”
)en
/of “Quítese la ropa interior, quítasela ya perra” (“Trek jouw slipje uit, trekt het uit bitch”
)en
/of “Perra, porque haces esto. Porque huyes, perra?! Me obligas a otras cosas” (“Teef, waarom doe je dit. Waarom vlucht je? Teef! Je dwingt me om andere dingen te doen”
)
- die [slachtoffer 1] heeft vastgepakt en
/of
- die [slachtoffer 1] meermalen aan de haren heeft getrokken en
/of
- de handen van die [slachtoffer 1] heeft vastgebonden/vastgeplakt en
/of
- die [slachtoffer 1] heeft gedwongen om met haar mond een condoom
op/over zijn penis te plaatsen en
/of
- die [slachtoffer 1] heeft vastgegrepen en
/of
- plakband om het
(hele)gezicht van die [slachtoffer 1] heeft geplaatst;
Zaak Seroe Patrishi
2. dat hij op
of omstreeks15 januari 2018 in Aruba,
een tot nu toe onbekend gebleven
(illegale
)vrouw heeft bedreigd met
verkrachting en/ofenig misdrijf tegen het leven gericht
en/of met zware mishandeling en/of met mishandelingmet gebruikmaking van wapenen als bedoeld bij het tweede lid van artikel 1 van de Wapenverordening,
immers heeft hij, verdachte, toen en aldaar
een mes,
althans een op een mes gelijkend voorwerp, tevoorschijn gehaald en
/ofdat mes,
althans dat op een mes gelijkend voorwerp, meermalen in de richting van die vrouw gezwaaid en
/ofdat mes,
althans dat op een mes gelijkend voorwerp, aan die vrouw getoond;
Het Gerecht acht niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard, zodat hij daarvan zal worden vrijgesproken.
Bewijsmiddelen
Het Gerecht grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan, op de feiten en omstandigheden die in de hierna volgende bewijsmiddelen zijn vervat en redengevend zijn voor de bewezenverklaring.
Daarbij wordt opgemerkt dat ieder bewijsmiddel, ook in zijn onderdelen, slechts wordt gebruikt tot bewijs van dat bewezen verklaarde feit, of die bewezen verklaarde feiten, waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
Zaak Venus
Voor zover de hieronder opgenomen bewijsmiddelen worden aangeduid als ‘bijlage’, betreft het bijlagen bij het proces-verbaal van het Korps Politie Aruba, Divisie Centrale Recherche, Sectie Jeugd- en Zeden Politie, administratienummer A12/18, in de wettelijke vorm opgemaakt en op 16 augustus 2018 gesloten en ondertekend door [verbalisant 1], respectievelijk hoofdagent bij voormeld korps.

1.

Bijlage 1.
* Een proces-verbaal van bevinding, in de wettelijke vorm opgemaakt en op 14 januari 2018 gesloten en getekend door verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 3], beiden brigadier bij voormeld korps, voor zover inhoudende, als verklaring van die verbalisanten, -zakelijk weergegeven-:
Op 13 januari 2018 werden wij door de centralist gedirigeerd naar de Venus Bar in Aruba voor een verdachte situatie. Ter plaatse aangekomen spraken wij met [slachtoffer 1] die verklaarde spontaan dat zij door een mannelijke klant werd benaderd om service te bieden. Zij stapte in de auto van de man. Gekomen ter hoogte van Guadalajara Bar bedreigde de man haar met een keukenmes en zei tegen haar dat zij alles voor hem moest doen. Zij moest in opdracht van de man haar kleren uitdoen. Toen de man de auto had gestopt, probeerde zij weg te rennen. De man had alweer het keukenmes aan haar nek gezet. De man had haar handen vastgebonden met een onbekend voorwerp. Ook had de man haar gezicht gedeeltelijk bedekt. De man zei tegen haar dat zij alles zal doen zoals hij het eiste. Zij wilde geen seksuele relatie met hem onderhouden. De man wilde ook haar anus penetreren maar dat lukte hem niet. De man had haar vaginaal gepenetreerd.
Ik, verbalisant [verbalisant 2], zag dat beide handen van [slachtoffer 1] vlekken toonden alsof zij vastgebonden werd. Ook had zij letsel op haar voorhoofd.

2.

Bijlage 2-A
* Een proces-verbaal van aangifte, in de wettelijke vorm opgemaakt en op 18 januari 2018 gesloten en getekend door verbalisant [verbalisant 1], hoofdagent eerste klasse bij voormeld korps, voor zover inhoudende, als verklaring van aangeefster
[slachtoffer 1], -zakelijk weergegeven-:
Op 13 januari 2018 was ik bij het hekwerk van de kamers van de Venus Bar toen een man in zijn auto dicht bij de bar parkeerde. Ik stapte in zijn auto en de man reed weg. Daarna haalde hij een mes tevoorschijn en zette die aan mijn nek. Hij zei tegen mij: “Doe wat ik tegen jou zeg”. Ik begon meteen te huilen. Hij zei tegen mij “trek je kleding uit”. Hij zei kwaad en herhaaldelijk tegen mij: “trek je kleren uit”.
Ik had mijn kleding uitgetrokken. Ik smeekte hem om mij geen kwaad te doen en om mij niet met het mes te gaan steken. Hij zei tegen mij: “Trek jou slipje uit, trek het uit bitch”. Hij zette het mes dicht bij mijn nek en schreeuwde: “Til je hoofd niet op”. Wij reden een bos in. Ik pakte mijn jurk en probeerde weg te rennen. Ik rende weg maar hij had mij vastgepakt. Hij trok mij bij de haren en zette het mes bij mijn nek. Hij schreeuwde tegen mij: “Teef, waarom doe je dit. Waarom vlucht je?, teef! Je dwingt me om andere dingen te doen”. Hij trok mij bij de haren en nam me naar de auto. Hij trok aan mijn haren en zetten het mes aan mijn nek en zei tegen mij: “waarom ga je van mij vluchten? Teef. Waarom ga je vluchten? Hij zei tegen me: “We gaan seks hebben teef”. Hij pakte een grijze plakband en had mijn handen vastgebonden bij mijn pols. Hij zei: “Zet me de condoom”. Ik zette de condoom aan zijn penis met mijn mond en het was mij gelukt het verder naar beneden te trekken met mijn handen. Toen hij mij al penetreerde en mij aan het penetreren was, keek hij naar mijn kont en zei tegen mij: “Ik wil je reet”. Hij kwam toen vlug klaar. Ik voelde het toen hij ejaculeerde. Ik rende en heb het condoom van hem afgetrokken. Hij zei tegen mij: “Waarom zou je gaan vluchten, teef?” Hij greep mij en zette mijn handen in de plakband die hij had en ook mijn gezicht.

3.

*
De verklaring van de verdachte, op 24 augustus 2018 afgelegd tijdens het onderzoek ter terechtzitting, voor zover inhoudende, -zakelijk weergegeven-:
Ik heb seks met aangeefster gehad op 13 januari 2018. Ik heb haar vanuit de Venus bar in mijn auto meegenomen naar een bos en daar hebben we seks gehad.

4.

Bijlage 5
* Een proces-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt en op 15 januari 2018 gesloten en getekend door verbalisant [verbalisant 1], hoofdagent eerste klasse bij voormeld korps, voor zover inhoudende, als verklaring van getuige
[getuige 2], -zakelijk weergegeven-:
Gisteren, 13 januari 2018, is [slachtoffer 1] weggegaan rond 21:30 uur. Ze zei tegen mij om het nummer van de kentekenplaat te nemen. Rond 22:15 was [slachtoffer1 ] teruggekeerd. Zij was aan het huilen. Ze zei tegen mij dat de man haar in het bos had genomen, dat hij haar had vastgebonden en dat hij een mes voor haar had uitgehaald. Ze zei tegen mij dat de man haar had vastgebonden en dat zij trachtte te ontkomen. Ik zag dat zij zo’n rode vlek had aan haar voorhoofd waaraan leek dat zij vastgebonden was.
Zaak Seroe Patrishi
Voor zover de hieronder opgenomen bewijsmiddelen worden aangeduid als ‘bijlage’, betreft het bijlagen bij het proces-verbaal van het Korps Politie Aruba, Divisie Centrale Recherche, Sectie Jeugd- en Zeden Politie, administratienummer A14/18, in de wettelijke vorm opgemaakt en op 16 augustus 2018 gesloten en ondertekend door [verbalisant 1], respectievelijk hoofdagent bij voormeld korps.

5.

Bijlage 3
* Een proces-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt en op 16 januari 2018 gesloten en getekend door verbalisant [verbalisant 1], hoofdagent eerste klasse bij voormeld korps, voor zover inhoudende, als verklaring van getuige
[getuige 3], -zakelijk weergegeven-:
Vanavond, 15 januari 2018, stapte er een vrouw in de auto van mijn collega. Zij begon te huilen en te smeken. Ze zei: “Alsjeblieft, zij willen mij vermoorden”. Ik hoorde haar zeggen dat de man haar wilde vermoorden. De vrouw huilde. Ze zei dat de man haar probeerde met een mes te steken en dat zij met de man begon te vechten. Ze zei dat toen de man het mes naar haar zwaaide om haar ermee te steken, zij de hand van de man had vastgepakt. Ze zei dat toen zij haar kleren begon uit te trekken de man op haar af was gekomen. Zij begon met de man te vechten. Ze zei tegen mij dat zij bleef vechten en trachtte naar buiten te komen, maar merkte dat zij op slot was. Ze zei dat ze aan het schreeuwen was en dat mensen haar te hulp kwamen. Toen ik haar had afgezet zei ze tegen mij: “Hey, muchas gracias, me escapaste la vida porque no tengo papeles”. Ze zei tegen mij dat de man tegen haar had gezegd dat hij haar zal vermoorden. De man begon tegen haar te schelden dat hij haar zal vermoorden.

6.

* De
verklaring van de getuige [getuige 4], op 24 augustus 2018 afgelegd tijdens het onderzoek ter terechtzitting, voor zover inhoudende, -zakelijk weergegeven-:
De verdachte is mijn buurman en we wonen naast elkaar in Aruba. Ik zat die avond op het erf van mijn huis toen ik de buurman zijn huis binnen zag gaan met een vrouw. Na vijf minuten hoorde ik een vrouwenstem schreeuwen voor hulp. Ik ging kijken om te zien wat er gebeurde. Ik klom over de muur en ging naar de achterkant van het huis van de buurman. Ik zag door het gesloten traliehek dat de buurman met zijn ene hand een vrouw bij haar keel vasthield en met zijn andere hand een mes vasthield. Hij zwaaide met het mes en probeerde de vrouw te steken. Hij was haar ook aan het bedreigen. Ik begon te roepen. De moeder van de buurman kwam naar beneden en heeft de deur open gemaakt. Ik ben naar binnen gegaan.

7.

* De
verklaring van de getuige[getuige 1], op 24 augustus 2018 afgelegd tijdens het onderzoek ter terechtzitting, voor zover inhoudende, -zakelijk weergegeven-:
De verdachte is mijn buurman. Ik kan me het incident nog herinneren. Ik zat binnen en mijn zoon zat buiten. Ik hoorde geschreeuw. Ik hoorde “help help”. Ik hoorde een vrouw schreeuwen. Ik heb gezien dat de verdachte een mes in zijn hand had. Met zijn andere hand hield hij een vrouw bij haar nek vast. Ik heb dit zelf gezien. Ik kon in zijn woning kijken.

8.

* De
verklaring van de verdachte, op 24 augustus 2018 afgelegd tijdens het onderzoek ter terechtzitting, voor zover inhoudende, -zakelijk weergegeven-:
Op 15 januari 2018 waren de vrouw en ik in mijn huis. De vrouw begon te schreeuwen. Mijn buurjongen, zijnde de getuige die zojuist heeft verklaard, is mijn huis binnen gekomen.
Nadere bewijsoverwegingen
Zaak Venus
De raadsman heeft ter terechtzitting bepleit dat de verdachte moet worden vrijgesproken van de tenlastegelegde verkrachting, zoals onder feit 1 is ten laste gelegd. De raadsman heeft daartoe aangevoerd dat de verdachte heeft betaald voor de diensten van aangeefster, die als prostituee werkt, en dat het seksuele contact niet tegen haar wil is geschied en niet gewelddadig was.
Het Gerecht overweegt als volgt. Op grond van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting acht het Gerecht voldoende steunbewijs aanwezig voor de verklaring van aangeefster. Getuige [getuige 2], de collega van aangeefster, heeft direct na de gebeurtenis waargenomen dat aangeefster, terwijl zij over de gebeurtenis vertelde, huilde en dat zij een rode vlek had aan haar voorhoofd. Door de politie werden kort na de gebeurtenis rode vlekken waargenomen op beide handen van aangeefster. Op haar voorhoofd werd letsel gezien. De bij aangeefster, direct na de gebeurtenis, geconstateerde verwondingen aan haar handen en hoofd passen naar het oordeel van het Gerecht bij de geweldshandelingen die aangeefster heeft beschreven. Ook de door de getuige geconstateerde emotionele toestand waarin aangeefster zich bevond direct na de gebeurtenis biedt steun voor de verklaring van aangeefster dat zij door de verdachte is verkracht.
Gelet op het vorenstaande, in onderling samenhang bezien, heeft het Gerecht uit de wettige bewijsmiddelen de overtuiging bekomen dat verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan de onder 1 tenlastegelegde verkrachting, zodat dit feit wordt bewezen.
Zaak Seroe Patrishi
De raadsman heeft ter terechtzitting bepleit dat verdachte van het onder 2 subsidiair ten laste gelegde dient te worden vrijgesproken. Hij heeft daartoe aangevoerd dat de verklaringen van de getuigen [getuige 1] en [getuige 4], die respectievelijk vader en zoon van elkaar zijn, onbetrouwbaar en tegenstrijdig zijn. De raadsman heeft ter onderbouwing van dit standpunt naar voren gebracht dat dat de getuige [getuige 4] heeft verklaard dat de deur van de verdachte open was en het traliehek voor de deur dicht was terwijl aangeefster zou hebben gezegd dat zij het huis van de verdachte niet kon verlaten omdat de deur dicht was. Zij spreekt niet over een traliehek. Daarnaast heeft de getuige [getuige 1] ter zitting verklaard dat de lichten binnen het huis van de verdachte aan waren terwijl aangeefster zou hebben verklaard dat de verdachte alle lichten binnen heeft uitgedaan. Tenslotte heeft de getuige [getuige 4] verklaard dat de verdachte naakt was, terwijl de getuige [getuige 1] heeft verklaard dat de verdachte een ontbloot bovenlijf had en alleen een onderbroek (short) aan had.
Het Gerecht overweegt als volgt. Het is bekend dat getuigen zelden gelijke verklaringen afleggen. De verschillen tussen de verklaringen van voornoemde getuigen zijn gering en niet wezenlijk van aard. De verklaringen zijn ieder afzonderlijk zeer specifiek en op de belangrijke onderdelen gelijkluidend. Het gerecht acht de verklaringen dan ook geloofwaardig en heeft geen redenen om aan de juistheid hiervan te twijfelen. Dat er enkele verschillen zijn in de verklaringen, zoals is aangevoerd door de verdediging, maakt die verklaringen niet onbetrouwbaar. De verklaringen worden daarom gebruikt voor het bewijs.
Het Gerecht acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan de onder 2 subsidiair tenlastegelegde bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht met gebruikmaking van een wapen.
Strafbaarheid en kwalificatie van het bewezen verklaarde
Zaak Venus
Het bewezenverklaarde levert op:
1. Verkrachting,
strafbaar gesteld bij artikel 2:197 van het Wetboek van Strafrecht.
Zaak Seroe Patrishi
2. Subsidiair:
Bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht met gebruikmaking van wapenen als bedoeld in artikel 1, tweede lid, van de Wapenverordening, strafbaar gesteld bij artikel 2:255 lid 1 van het Wetboek van Strafrecht.
Strafbaarheid van de verdachte
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluiten.
De verdachte is daarom strafbaar voor het hiervoor bewezen verklaarde.
Oplegging van straf
Bij de bepaling van de op te leggen straf wordt gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezen verklaarde is begaan, op de mate waarin de gedraging aan de verdachte te verwijten en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen. Daarbij wordt rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde in verhouding tot andere strafbare feiten, zoals die onder meer tot uitdrukking komt en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan verkrachting van een vrouw, die zich vanwege haar werk als prostituee in een kwetsbare positie bevond. De verdachte heeft aangeefster [slachtoffer 1], terwijl zij aan het werk was, opgehaald en onder de bedreiging van een mes naar een afgelegen plek meegenomen. Aldaar heeft hij haar handen vastgebonden met plakband, haar gezicht met plakband beplakt en haar vervolgens verkracht. Aangeefster werd door de verdachte, terwijl zij probeerde van hem te ontvluchten, aan haar haren teruggetrokken en vastgepakt. De verdachte heeft kennelijk alleen oog gehad voor zijn eigen seksuele behoeften en gevoelens en niet nagedacht over de gevolgen van zijn gedrag voor aangeefster. De verdachte heeft met zijn handelen een ernstige inbreuk gemaakt op de psychische en lichamelijke integriteit van aangeefster. Hij heeft haar, zo blijkt uit haar verklaring, letsel, pijn en angst toegebracht. Uit de verklaring van aangeefster blijkt dat zij de verdachte heeft gesmeekt om haar niets aan te doen. Slachtoffers van een dergelijk misdrijf lijden vaak langdurig onder de psychische gevolgen van zo’n traumatische gebeurtenis.
Twee dagen later heeft de verdachte een andere prostituee, die aan het werk was, opgehaald en naar zijn huis meegenomen. Daar heeft hij haar vervolgens met een mes bedreigd. Uit de stukken in het dossier blijkt dat hij het slachtoffer daarmee veel angst heeft aangejaagd. Zij was zo angstig dat zij bijna naakt, slechts gekleed in lingerie, de straat is opgerend, een willekeurige auto heeft aangehouden, is ingestapt en heeft gesmeekt om haar te helpen. Volgens de ingezetene van de auto was het slachtoffer erg overstuur en vreesde zij voor haar leven.
Naar het oordeel van het Gerecht kan gelet op de ernst van het bewezen verklaarde niet worden volstaan met een andere of lichtere sanctie dan een straf die een onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming met zich brengt.
Bij de strafoplegging heeft het Gerecht acht geslagen op de justitiële documentatie betreffende de verdachte, waaruit blijkt dat hij eerder in 2013 is veroordeeld voor het plegen van een geweldsdelict.
Het Gerecht is, na dit een en ander te hebben afgewogen, tot de slotsom gekomen dat een gevangenisstraf voor de duur van vier jaren, met aftrek van voorarrest, passend en geboden is.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De op te leggen straf is, behalve op de reeds aangehaalde wettelijke voorschriften, gegrond op de artikelen 1:13, 1:62 en 1:136, zoals deze luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

BESLISSING

Het Gerecht:
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte onder 2 primair ten laste is gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
verklaart wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de onder 1 en onder 2 subsidiair tenlastegelegde feiten heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
kwalificeert het bewezen verklaarde als hiervoor omschreven;
verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en de verdachte daarvoor strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de
vier (4) jaren;
beveelt dat de tijd die door de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht;
Dit vonnis is gewezen door de rechter mr. S. Verheijen, bijgestaan door mw. L.H. Hoogenbergen (zittingsgriffier), en op 14 september 2018 in tegenwoordigheid van de griffier uitgesproken ter openbare terechtzitting van het Gerecht in Aruba.
Arubaanse strafzaak: Verdachte veroordeeld voor het verkrachten en het bedreigen met een mes van twee verschillende prostituees. Het verweer van de raadsman over onbetrouwbaarheid van getuigenverklaringen wordt niet aangenomen. Straf: Gevangenisstraf van vier jaren.