ECLI:NL:OGEAA:2018:548

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
17 september 2018
Publicatiedatum
19 september 2018
Zaaknummer
AUA201801183
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen het uitblijven van een beslissing op bezwaar inzake vergunning tot tijdelijk verblijf voor minderjarige

In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 17 september 2018 uitspraak gedaan in een beroep dat was ingesteld door appellante, de wettelijke vertegenwoordiger van een minderjarige, tegen de minister van Ruimtelijke Ontwikkeling, Infrastructuur, en Milieu. De minister had op 23 november 2017 een verzoek van appellante om een vergunning tot tijdelijk verblijf voor de minderjarige afgewezen. Appellante maakte op 4 januari 2018 bezwaar tegen deze afwijzing, maar ontving geen beslissing van de minister. Hierop heeft appellante op 2 mei 2018 beroep ingesteld bij het gerecht.

Het gerecht overwoog dat appellante tijdig in beroep was gekomen en dat de minister geen verweerschrift had ingediend. Gezien het feit dat er ten tijde van het sluiten van het onderzoek nog geen reële beslissing op het bezwaar was genomen, kon de ongemotiveerde afwijzing niet in stand blijven. Het beroep werd gegrond verklaard, en de minister werd opgedragen binnen drie maanden na de uitspraak een reële beslissing te nemen op het bezwaar van appellante. Tevens werd de minister veroordeeld tot betaling van de kosten van het geding, begroot op Afl. 500,- aan gemachtigdesalaris, en het door appellante gestorte griffierecht van Afl. 25,- werd aan haar terugbetaald.

De uitspraak benadrukt het belang van tijdige en gemotiveerde beslissingen door bestuursorganen en biedt appellanten de mogelijkheid om in beroep te gaan wanneer zij geen adequate reactie ontvangen op hun bezwaarschrift. De rechter heeft de procedurele rechten van appellante erkend en de minister aangespoord om zijn verplichtingen na te komen.

Uitspraak

Uitspraak van 17 september 2018
Lar nr. AUA201801183
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
UITSPRAAK
op het beroep in de zin van de
Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar) van:
[appellante],
in haar hoedanigheid als wettelijke vertegenwoordiger van
[de minderjarige],
wonend in Aruba,
APPELLANTE,
gemachtigde: drs. M.L. Hassell,
gericht tegen:
de minister van Ruimtelijke Ontwikkeling, Infrastructuur, en Milieu,
zetelend in Aruba,
VERWEERDER.

1.PROCESVERLOOP

Bij beschikking van 23 november 2017 heeft verweerder een verzoek van appellante om aan de minderjarige [de minderjarige] een vergunning tot tijdelijk verblijf te verlenen afgewezen.
Daartegen heeft appellante op 4 januari 2018 bezwaar gemaakt.
Tegen het uitblijven van een beslissing op het bezwaar heeft appellante op 2 mei 2018 beroep ingesteld bij dit gerecht.
Verweerder heeft geen verweerschrift ingediend.
Uitspraak is bepaald op heden.

2.OVERWEGINGEN

2.1
Het gerecht overweegt dat appellante tijdig in beroep is gekomen tegen het uitblijven van een beslissing op haar bezwaarschrift.
2.2
Ingevolge artikel 32, onder c, van de Lar kan het gerecht onmiddellijk uitspraak doen indien de beslissing waartegen het beroep is gericht, kennelijk niet in stand kan blijven. De vaststelling dat ten tijde van het sluiten van het onderzoek nog geen reële beslissing op het bezwaar is genomen, maakt dat de ongemotiveerde, als afwijzende beslissing op het bezwaar geldende, beschikking (artikel 23, tweede lid van de Lar), kennelijk niet in stand kan blijven. Het beroep zal gegrond worden verklaard. Verweerder dient binnen drie maanden na deze uitspraak een reële beslissing te nemen.
2.3
Nu appellante met recht in beroep is gekomen en zich bij gemachtigde heeft laten vertegenwoordigen, is aannemelijk geworden dat appellante hiertoe noodzakelijke kosten heeft gemaakt. Verweerder zal worden veroordeeld in de kosten van dit geding, begroot op een bedrag van Afl. 500,- aan gemachtigdesalaris.

3.BESLISSING

De rechter in dit gerecht:
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de bestreden fictieve afwijzende beschikking op het bezwaar van appellante;
- bepaalt dat verweerder binnen drie maanden na dagtekening van deze uitspraak een reële beslissing dient te nemen op het bezwaar van appellante;
- veroordeelt verweerder tot betaling van de door appellante voor dit geding gemaakte kosten aan rechtskundige bijstand, begroot op Afl. 500,-;
- gelast dat het door appellante gestorte griffierecht van Afl. 25,- aan haar wordt terugbetaald.
Deze beslissing is gegeven door mr. E.M.D. Angela, rechter in dit gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van 17 september 2018 in aanwezigheid van de griffier.
Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen binnen zes weken na dagtekening van deze uitspraak hoger beroep instellen bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie (LAR-zaken).
Het hogerberoepschrift moet worden ingediend bij de griffie van dit Gerecht.
U wordt verzocht bij het indienen van het hogerberoepschrift het volgende in acht te nemen:
1. Leg bij het hogerberoepschrift een afschrift over van deze uitspraak;
2. Onderteken het hogerberoepschrift en vermeld het volgende:
a. de naam en het adres van de indiener of de gemachtigde,
b. de dag van ondertekening,
c. waartegen u in hoger beroep komt,
d. waarom u het niet eens bent met deze uitspraak (de gronden van het hoger beroep).
Voor het instellen van hoger beroep is een griffierecht van Afl. 75 verschuldigd.