ECLI:NL:OGEAA:2018:547

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
17 september 2018
Publicatiedatum
19 september 2018
Zaaknummer
AUA201800775
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen het uitblijven van een beslissing op bezwaar inzake bestuurlijke boetes opgelegd door de Centrale Bank van Aruba

In deze zaak heeft AMTR N.V. beroep ingesteld tegen de Centrale Bank van Aruba vanwege het uitblijven van een beslissing op haar bezwaar tegen drie bestuurlijke boetes die op 25 augustus 2017 zijn opgelegd. AMTR N.V. heeft op 5 oktober 2017 bezwaar gemaakt, maar ontving geen tijdige beslissing. Daarom heeft zij op 22 maart 2018 beroep ingesteld bij het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba. De rechter heeft vastgesteld dat er ten tijde van het sluiten van het onderzoek nog geen reële beslissing op het bezwaar was genomen, waardoor de ongemotiveerde afwijzende beschikking niet in stand kon blijven. Het beroep is gegrond verklaard, en de Centrale Bank van Aruba is opgedragen binnen drie maanden na de uitspraak een reële beslissing te nemen op het bezwaar van AMTR N.V. Tevens is de Centrale Bank veroordeeld tot betaling van de kosten van rechtskundige bijstand, begroot op Afl. 500,-, en moet het door AMTR N.V. gestorte griffierecht van Afl. 25,- worden terugbetaald. De uitspraak is gedaan door rechter E.M.D. Angela op 17 september 2018, en beide partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen.

Uitspraak

Uitspraak van 17 september 2018
Lar nr. AUA201800775
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
UITSPRAAK
op het beroep in de zin van de
Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar) van:
AMTR N.V.,
gevestigd in Aruba,
APPELLANTE,
gemachtigde: de advocaat mr. E.J.M. Lotter Homan,
gericht tegen:
CENTRALE BANK VAN ARUBA,
zetelende in Aruba,
VERWEERDER.

1.PROCESVERLOOP

Bij beschikking van 25 augustus 2017 heeft verweerder aan appellante drie bestuurlijke boetes opgelegd.
Daartegen heeft appellante op 5 oktober 2017 bezwaar gemaakt.
Tegen het uitblijven van een beslissing op het bezwaar heeft appellante op 22 maart 2018 beroep ingesteld bij dit gerecht.
Uitspraak is bepaald op heden.

2.OVERWEGINGEN

2.1
Het gerecht overweegt dat appellante tijdig in beroep is gekomen tegen het uitblijven van een beslissing op haar bezwaarschrift.
2.2
Ingevolge artikel 32, onder c, van de Lar kan het gerecht onmiddellijk uitspraak doen indien de beslissing waartegen het beroep is gericht, kennelijk niet in stand kan blijven. De vaststelling dat ten tijde van het sluiten van het onderzoek nog geen reële beslissing op het bezwaar is genomen, maakt dat de ongemotiveerde, als afwijzende beslissing op het bezwaar geldende, beschikking (artikel 23, tweede lid, Lar) kennelijk niet in stand kan blijven. Het beroep zal gegrond worden verklaard. Verweerder dient binnen drie maanden na deze uitspraak een reële beslissing te nemen.
2.3
Nu appellante met recht in beroep is gekomen en zich bij gemachtigde heeft laten vertegenwoordigen, is aannemelijk geworden dat appellante hiertoe noodzakelijke kosten heeft gemaakt. Verweerder zal worden veroordeeld in de kosten van dit geding, begroot op een bedrag van Afl. 500,- aan gemachtigdesalaris.

3.BESLISSING

De rechter in dit gerecht:
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de bestreden fictieve afwijzende beschikking op het bezwaar van appellante;
- bepaalt dat verweerder binnen drie maanden na dagtekening van deze uitspraak een reële beslissing dient te nemen op het bezwaar van appellante;
- veroordeelt verweerder tot betaling van de door appellante voor dit geding gemaakte kosten aan rechtskundige bijstand, begroot op Afl. 500,-;
- gelast dat het door appellante gestorte griffierecht van Afl. 25,- aan haar wordt terugbetaald.
Deze beslissing is gegeven door mr. E.M.D. Angela, rechter in dit gerecht, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van maandag, 17 september 2018, in aanwezigheid van de griffier.
Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen binnen zes weken na dagtekening van deze uitspraak hoger beroep instellen bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie (LAR-zaken).
Het hogerberoepschrift moet worden ingediend bij de griffie van dit Gerecht.
U wordt verzocht bij het indienen van het hogerberoepschrift het volgende in acht te nemen:
1. Leg bij het hogerberoepschrift een afschrift over van deze uitspraak;
2. Onderteken het hogerberoepschrift en vermeld het volgende:
a. de naam en het adres van de indiener of de gemachtigde,
b. de dag van ondertekening,
c. waartegen u in hoger beroep komt,
d. waarom u het niet eens bent met deze uitspraak (de gronden van het hoger beroep).
Voor het instellen van hoger beroep is een griffierecht van Afl. 75 verschuldigd.