ECLI:NL:OGEAA:2018:532

• Datum uitspraak: 12 september 2018
• Publicatiedatum: 17 september 2018
• Zaaknummer: AUA201800389
• Instantie: Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
• Type: Uitspraak
• Rechtsgebied: Civiel recht
• Procedures: Tussenuitspraak
• Rechters: M. Schoemaker
• Vindplaatsen: Rechtspraak.nl

AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd

Tussenuitspraak in civiele zaak over goederenrecht en akte zijdens partijen

In de zaak tussen de eiser in conventie, vertegenwoordigd door mr. M.M. Malmberg, en de gedaagde in conventie, vertegenwoordigd door mrs. A.M.N. Thijsen en A.A. Ruiz, heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 12 september 2018 een tussenuitspraak gedaan. De procedure is gestart met een tussenvonnis op 5 juli 2017, waarin het gerecht een deskundige heeft benoemd om een taxatierapport op te stellen. Na het uitbrengen van dit rapport hebben beide partijen hun conclusies ingediend, waarbij nieuwe stukken zijn ingebracht in de antwoord-conclusie na deskundigenbericht van 28 maart 2018.

Het gerecht heeft partijen in de gelegenheid gesteld om bij akte gelijktijdig op deze nieuwe stukken te reageren. Tevens is er een herinnering aan partijen gestuurd over de mogelijkheid om een minnelijke regeling te bereiken met betrekking tot de verdeling van de goederen. Het gerecht heeft benadrukt dat het wenselijk is dat partijen tot overeenstemming komen en hen aangemoedigd om in overleg te treden naar aanleiding van de ingediende processtukken en taxatierapporten.

De rechter heeft besloten om de rol van 10 oktober 2018 direct peremptoir te houden en de zaak te verwijzen voor indiening, waarna de zaak weer voor vonnis komt te staan. Iedere verdere beslissing is aangehouden, wat betekent dat het gerecht op een later moment verder zal oordelen over de zaak.

Uitspraak

Vonnis van 12 september 2018

Behorend bij A.R. 228 van 2017/AUA201700389

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA

VONNIS

in de zaak van:

[eiser in conventie/gedaagde in reconventie] ,

wonende in Aruba,

eiser in conventie,

tevens gedaagde in reconventie,

hierna ook te noemen: [eiser in conventie/gedaagde in reconventie],

gemachtigde: de advocaat mr. M.M. Malmberg,

tegen:

[gedaagde in conventie/ eiseres in reconventie] ,

wonende in Aruba,

gedaagde in conventie,

tevens eiseres in reconventie,

hierna ook te noemen: [gedaagde in conventie/ eiseres in reconventie],

gemachtigden: de advocaten mrs. A.M.N. Thijsen en A.A. Ruiz.

1. DE VERDERE PROCEDURE

1.1

Het verloop van de procedure tot en met 5 juli 2017 blijkt uit het tussenvonnis van die datum. Nadat de door het gerecht benoemde deskundige een taxatierapport had uitgebracht, hebben beide partijen een conclusie na deskundigenbericht en vervolgens een antwoord-conclusie na deskundigenbericht ingediend.

1.2

Vonnis is nader bepaald op heden.

2. DE VERDERE BEOORDELING

In conventie en in reconventie

2.1

Beide partijen hebben bij antwoord-conclusie na deskundigenbericht (d.d. 28 maart 2018) nieuwe stukken in het geding gebracht. Het gerecht ziet aanleiding om partijen in de gelegenheid te stellen bij akte gelijktijdig over en weer op deze stukken te reageren.

2.2

Het gerecht brengt partijen in herinnering dat ter comparitie werd afgesproken dat partijen zouden trachten om een minnelijke regeling te bereiken over de wijze van verdeling, al dan niet gedeeltelijk. Het gerecht herhaalt dat het wenselijk is dat partijen tot algehele of gedeeltelijke overeenstemming geraken ter zake de verdeling en geeft partijen in overweging om alsnog met elkaar in overleg te treden naar aanleiding van de ingediende processtukken en taxatierapporten. Partijen kunnen zich hierover bij voornoemde akte eveneens uitlaten.

2.3

Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

3. DE BESLISSING

De rechter in dit gerecht, recht doende,

3.1

verwijst de zaak naar de
rol van 10 oktober 2018 direct peremptoir voor indiening
akte zijdens beide partijen gelijktijdig , waarna de zaak weer voor vonnis komt te staan;

3.2

houdt iedere verdere beslissing aan.

Dit vonnis is gewezen door mr. M. Schoemaker, rechter, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 12 september 2018 in aanwezigheid van de griffier.