ECLI:NL:OGEAA:2018:530

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
29 augustus 2018
Publicatiedatum
13 september 2018
Zaaknummer
K.G. no. AUA201802093
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • A.H.M. van de Leur
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag op staande voet en de beoordeling van dringende redenen in een kort geding

In deze zaak heeft eiser, werkzaam als chauffeur bij ECOTECH ARUBA N.V., een kort geding aangespannen na zijn ontslag op staande voet op 14 juni 2018. Eiser vorderde onder andere zijn herplaatsing in de functie en doorbetaling van zijn salaris. Het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba heeft de procedure op 9 augustus 2018 behandeld, waarbij beide partijen hun standpunten hebben toegelicht. Eiser was van mening dat het ontslag onterecht was, terwijl ECOTECH stelde dat er dringende redenen waren voor het ontslag. De feiten wezen uit dat eiser op 11 juni 2018 een afvalcontainer moest ophalen, maar deze container bleek niet leeg te zijn, wat in strijd was met de instructies. Eiser had dit niet gemeld aan de dispatcher, wat volgens het Gerecht een schending van de procedure inhield. Het Gerecht oordeelde dat ECOTECH voldoende voortvarend had gehandeld en dat er sprake was van een dringende reden voor ontslag. De vorderingen van eiser werden afgewezen, en hij werd veroordeeld in de proceskosten. Het vonnis werd uitgesproken op 29 augustus 2018.

Uitspraak

Vonnis van 29 augustus 2018
Behorend bij K.G. no. AUA201802093
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS in kort geding van:
[EISER],
wonende in Aruba,
eiser,
hierna ook te noemen: [eiser],
gemachtigden: de advocaten mrs. A.A. Ruiz en I.R. Wever,
tegen:
de naamloze vennootschap
ECOTECH ARUBA N.V.,
h.o.d.n. Ecotech Aruba,
gevestigd in Aruba,
gedaagde,
hierna ook te noemen: Ecotech,
gemachtigde: de advocaat mr. A.E. Barrios.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift met producties;
  • producties zijdens gedaagde;
  • de aantekeningen van de griffier van de mondelinge behandeling van de zaak ter openbare terechtzitting van donderdag 9 augustus 2018.
1.2 [
Eiser] is ter zitting verschenen samen met zijn gemachtigde. Ecotech is verschenen bij haar gemachtigde voornoemd, die werd vergezeld door dhr. [manager directeur] (manager directeur bij Ecotech) en mw. [human resource coordinator] (Human Resources coördinator bij Ecotech). Partijen hebben in twee termijnen het woord gevoerd - beiden mede aan de hand van door hen overgelegde pleitnota’s - en hebben gereageerd of kunnen reageren op elkaars stellingen.
1.3
Vonnis is bepaald op heden.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1 [
eiser] is op 8 juli 2004 als “driver” in loondienst getreden van Ecotech tegen een brutoloon van Afl. 2.482,62 per maand.
2.2
Ecotech is een bedrijf dat zich onder meer bezig houdt met de verhuur van afvalbakken en met het ophalen van huishoudelijk en industrieel afval. Daarnaast levert Ecotech onder meer schroot af voor haar cliënten door tussenkomst van Daltra.
2.3
Ecotech heeft [eiser] op 14 juni 2018 op staande voet ontslagen.
2.4
De door Ecotech aan [eiser] uitgereikte ontslagbrief vermeldt dienaangaande onder meer:

(…)
On June 11, 2018 you were assigned to pick-up waste container WB -6010 from vessel WEST CAPELLA at Oranjestad harbor. On your planning (planning back-up attached), you have stated that waste container WB-6010 is empty (bashi). Waste container WB-6010 was not empty and contained scrap metal from vessel (…).
According to our GPS system (…) at 11:20AM you have picked-up the container, 11:46AM container has been weighed at Daltra, 11:51AM dumped at yard Daltra. You have received Daltra invoice #14805. For the invoice you have received CASH AWG. 308,80. (…).
(…)
According to our Corporate Handbook- APPENDIX B-CODE OF CONDUCT: supplying false or misleading information at any time during your employment are urgent reasons for immediate termination.
(…).”.
2.5 [
eiser] heeft op 26 juni 2018 de nietigheid van het ontslag ingeroepen.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1 [
Eiser] vordert dat het Gerecht bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
- Ecotech beveelt om [eiser] binnen achtenveertig (48) uur na betekening van de uitspraak van dit vonnis toe te laten tot het werk, ter uitvoering van de bedongen werkzaamheden op de gebruikelijke werktijden, en bepaalt dat Ecotech ten behoeve van [eiser] een dwangsom verbeurt van Afl. 500,-- per dag of deel daarvan dat zij dat te geven bevel niet opvolgt;
- Ecotech veroordeelt om aan [eiser] door te betalen het hem toekomende salaris plus emolumenten, op de gebruikelijke betaaldagen, te vermeerderen met de wettelijke verhoging en met wettelijke rente gerekend vanaf de dag van zijn ontslag totdat de tussen partijen gesloten arbeidsovereenkomst rechtsgeldig zal zijn beëindigd;
- [ Eiser] veroordeelt in de proceskosten.
3.2
Ecotech voert verweer en concludeert tot het niet-ontvankelijk verklaren van [eiser], dan wel tot afwijzing van het door [eiser] verzochte, met veroordeling van [eiser] in de proceskosten.
3.3
Voor zover van belang voor de beslissing worden de stellingen van partijen hierna besproken.

4.DE BEOORDELING

4.1
Er zijn gronden gesteld noch gebleken waaruit volgt dat [eiser] niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in het door hem verzochte.
4.2
Het spoedeisend belang van [eiser] bij zijn vorderingen volgt uit de aard van die vorderingen en de daaraan ten gronde gelegde stellingen.
4.3
Anders dan [eiser], is het Gerecht van oordeel dat het ontslag voldoende onverwijld is verleend. Het Gerecht overweegt dienaangaande het volgende. Een werkgever mag nader onderzoek instellen naar de feiten alvorens eventueel tot ontslag op staande voet over te gaan. Daarbij wordt wel als eis gesteld dat de werkgever met voortvarendheid te werk gaat. Ecotech heeft (onweersproken) aangevoerd dat zij na kennis te hebben genomen van het incident op 11 juni 2018 intern overleg heeft gevoerd over de zaak, het dossier van [eiser] heeft doorgenomen, de relevante informatie bij Daltra Antilles (hierna: Daltra) heeft opgevraagd en de GPS gegevens heeft bestudeerd. Na het verrichte onderzoek heeft Ecotech op 14 juni 2018 de beslissing genomen om [eiser] op staande voet te ontslaan. Dit heeft zij diezelfde dag nog gedaan. Het vorenstaande in aanmerking genomen en nu het onderzoek in totaal niet langer dan twee werkdagen heeft geduurd, is het Gerecht van oordeel dat Ecotech voldoende voortvarend heeft gehandeld.
4.4
Ecotech heeft verder (niet of onvoldoende weersproken) het volgende gesteld. Conform de procedure krijgt de chauffeur van Ecotech opdracht van de “dispatcher” om een afvalbak bij een bepaalde klant op te halen. Op het ophaalschema wordt door Ecotech aangegeven of de op te halen bak al dan niet leeg is. Een leeg opgehaalde afvalbak wordt direct teruggebracht naar de werkplaats van Ecotech. De inhoud van een op te halen met schroot geladen bak wordt bij Daltra afgeleverd. Verder heeft Ecotech niet of onvoldoende weersproken gesteld dat “truckchauffeurs” conform de ook voor [eiser] bekende procedure in geval van bijzonderheden contact dienen op te nemen met de “dispatcher” van Ecotech om instructies te vragen.
4.5
Niet in geschil tussen partijen is dat [eiser] in opdracht van Ecotech op 11 juni 2018 een lege afvalbak, die zich te Caribbean Port Agencies Inc bevond, moest ophalen. In tegenstelling tot hetgeen op het ophaalformulier door [eiser] was aangegeven, is echter gebleken dat er schroot in de bak lag. Gelet op de omstandigheid dat partijen ervan uitgingen dat er een lege bak zou worden opgehaald, is het Gerecht van oordeel dat sprake is van een bijzonderheid die [eiser] bij de “dispatcher” had moeten melden. Dit klemt temeer nu [eiser], naar zijn zeggen, door het aantreffen van het schroot in de afvalbak in tijdnood dreigde te verkeren.
4.6
Verder staat vast dat [eiser], nadat hij geconstateerd had dat er schroot in de bak lag, meteen is doorgereden naar Daltra, en de inhoud van de bak aldaar heeft afgeleverd. [eiser] heeft voor het schroot een bedrag van Afl. 308,80 contant in ontvangst genomen van Daltra. In het licht daarvan heeft Ecotech onbestreden gesteld dat het niet gebruikelijk is dat “drivers” (zoals [eiser]), behalve chauffeurs die “septictank-trukcs” besturen, contante betalingen ontvangen.
4.7
De omstandigheid dat [eiser], in strijd met hetgeen hem die ochtend is opgedragen, besloten heeft om de afvalbak, die achteraf niet leeg bleek te zijn, naar Daltra te vervoeren, heeft eveneens te gelden als een bijzonderheid ter zake waarvan [eiser] contact had moeten opnemen met de “dispatcher” van Ecotech, hetgeen hij heeft nagelaten. Dit klemt temeer nu Ecotech, zoals reeds vermeld, in de veronderstelling was dat de bak leeg was en conform bovengenoemde procedure direct teruggebracht had moeten worden naar de werkplek van Ecotech. Daar komt bij dat de in ontvangstname van voormeld bedrag aan contanten eveneens heeft te gelden als een bijzondere omstandigheid ter zake waarvan [eiser] contact had moeten opnemen met de “dispatcher” van Ecotech, hetgeen hij ook heeft nagelaten. Dat [eiser] wegens tijdnood niet in staat was te bellen met de “dispatcher” om melding te maken van dit één en ander, oordeelt het Gerecht niet aannemelijk. Het Gerecht ziet zonder nadere sluitende uitleg - die ontbreekt - niet in waarom [eiser], ook nadat het schroot was afgeleverd en [eiser] bedoeld bedrag in contanten had ontvangen, geen contact heeft kunnen opnemen met het hoofdkantoor om al deze bijzonderheden aan de orde te stellen.
4.8
Ecotech heeft toegelicht dat Daltra, na het wegen van het materiaal, een met de hand geschreven bon (een zgn. “weigh ticket”) afgeeft. Aan de hand van deze bon wordt de factuur opgemaakt en betaling vindt doorgaans door middel van overschrijving naar de rekening van Ecotech. Bij het afleveren van materiaal bij Daltra wordt altijd gevraagd op wiens naam een bon dient te worden opgemaakt, hetgeen vooral te maken heeft met de omstandigheid dat zowel Ecotech als Ecogas materiaal bij Daltra afleveren, en Ecogas hierbij soms gebruik maakt van vrachtwagens die aan Ecotech toebehoren. Afhankelijk van wie de lading is wordt de factuur op naam van Ecotech of op naam van Ecogas uitgeschreven. [eiser] heeft deze toelichting niet bestreden.
4.9
Uit de overgelegde producties is gebleken dat zowel de weegbon als de factuur op naam van Hubert ([eiser] dus) staan. Ecotech heeft, mede aan de hand van overgelegde verklaringen van de heer Eddy Etienne (weger bij Daltra) en mevrouw Fabiola Perez (kassière van Daltra), niet of onvoldoende weersproken gesteld dat [eiser], na herhaaldelijk te zijn gevraagd op wiens naam de bon alsmede de factuur diende te worden opgemaakt, erop heeft gestaan dat deze op zijn naam moesten worden uitgeschreven, terwijl het geenszins gebruikelijk is dat deze bonnen op naam van een werknemer van Ecotech komen te staan. Anders dan [eiser] ziet het Gerecht geen reden om aan de juistheid van voormelde verklaringen te twijfelen. Niet valt in te zien waarom de werknemers van Daltra, die verder geen relatie hebben met [eiser], opzettelijk verkeerde informatie over hem zouden moeten verschaffen.
4.1
In het licht van het geheel is het Gerecht van oordeel dat niet aannemelijk is geworden dat er in dit geval sprake is geweest van een menselijke vergissing of een ongelukkige samenloop van omstandigheden, en dat [eiser] “per abuis “bashi” (leeg) op het ophaalformulier heeft aangekruist. Wel oordeelt het Gerecht het voorshands aannemelijk dat [eiser] zonder vrijwillige terugtred heeft geprobeerd om zich ten koste van een ander te verrijken met Afl. 308,80, hetgeen valt te kwalificeren als verduistering of diefstal in dienstverband. Hierbij wordt nog overwogen dat niet of onvoldoende bestreden is gesteld door Ecotech dat [eiser] het door hem van Daltra ontvangen contante bedrag pas heeft afgegeven aan Ecotech toen hij geconfronteerd werd met de feiten.
4.11
De omstandigheid dat alle werknemers ervan op de hoogte zijn dat de “trucks”/auto’s van Ecotech voorzien zijn van een GPS-systeem zodat Ecotech precies kan zien waar haar werknemers, zo ook [eiser], heen rijden, brengt nog niet mee dat [eiser] niet heimelijk naar Daltra heeft kunnen gaan om het schroot op eigen naam en voor eigen baat te verkopen. Ecotech heeft immers onbestreden gesteld dat de bewegingen van haar voertuigen niet dagelijks worden gecontroleerd, maar alleen bij meldingen van bijzonderheden. Nu [eiser] geen bijzonderheden had gemeld, had Ecotech geen reden om te denken dat [eiser] bij Daltra was geweest, temeer nu op het ophaalschema niet aangegeven stond dat er materiaal in de bak lag.
4.12
Vorenstaande brengt met zich dat [eiser] naar het voorlopig oordeel van het Gerecht een dringende reden voor ontslag heeft gegeven aan Ecotech. Aldus valt in een bodemprocedure niet met grote mate van zekerheid te verwachten dat de vorderingen van [eiser] zullen worden toegewezen. Dat betekent dat de thans door [eiser] verzochte voorzieningen moeten worden afgewezen. Er zijn geen omstandigheden gesteld of aannemelijk geworden die een ander oordeel kunnen dragen.
4.13
Afweging van de belangen van partijen maakt vorenstaande niet anders, omdat het Gerecht geen zwaarwegender belangen van [eiser] ziet bij toewijzing van het door hem verzochte ten opzichte van de belangen van Ecotech bij afwijzing daarvan. Dat [eiser] dertien jaar in dienst is van Ecotech zonder noemenswaardige incidenten op zijn naam, doet daaraan - gelet op de ernst van zijn verwijtbaar handelen - niet af.
4.14 [
eiser] zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van het Ecotech, tot aan deze uitspraak begroot als na te melden.

5.DE BESLISSING

Het Gerecht, rechtdoende in kort geding:
- wijst af het door [eiser] verzochte;
- veroordeelt [eiser] in de kosten van de procedure, die tot aan deze uitspraak aan de kant van Ecotech worden begroot op Afl. 450,-- aan griffierechten, Afl. 227,90 aan explootkosten en Afl. 1.500,-- aan salaris van de gemachtigde.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.H.M. van de Leur, rechter, en in tegenwoordigheid van de griffier, in het openbaar uitgesproken op woensdag 29 augustus 2018.