ECLI:NL:OGEAA:2018:524

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
29 augustus 2018
Publicatiedatum
13 september 2018
Zaaknummer
A.R. no. 1577/AUA 20100009
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verdeling van boedel in echtscheidingsprocedure met betrekking tot onroerend goed en nalatenschappen

In deze zaak, die voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba is behandeld, betreft het een echtscheidingsprocedure waarin de verdeling van de boedel centraal staat. De eiseres, vertegenwoordigd door mr. R. Marchena, en de gedaagde, vertegenwoordigd door mr. M.O. Lopez, hebben een langdurige procedure doorgemaakt waarin verschillende activa en passiva aan de orde zijn gekomen. De procedure heeft een aantal comparities gekend, waarbij partijen niet altijd de benodigde informatie hebben verstrekt om tot een definitieve verdeling te komen.

Tijdens de comparitie is vastgesteld dat de voormalige echtelijke woning niet door de vrouw kan worden overgenomen, waardoor deze verkocht moet worden. Het gerecht heeft besloten een taxateur aan te stellen om de waarde van de woning vast te stellen, waarbij beide partijen de kosten van de taxatie moeten dragen. Daarnaast zijn er discussies geweest over de inboedel, spaarrekeningen, en nalatenschappen, waarbij partijen niet altijd tot overeenstemming zijn gekomen over de waarde en de verdeling van deze activa.

De vrouw heeft een erfdeel in de nalatenschap van haar ouders, terwijl de man een perceel grond in de nalatenschap van zijn ouders heeft. Er zijn verschillende waarderingen gepresenteerd, maar de vrouw heeft haar stelling over de waarde van het perceel onvoldoende onderbouwd. Het gerecht heeft daarom besloten om de eerdere afspraken over de verdeling van de nalatenschappen te handhaven.

Het vonnis bevat ook bepalingen over belastingschulden en leningen, waarbij partijen de verplichting hebben om informatie te verstrekken over de hoogte van deze schulden. Het gerecht heeft een deskundige benoemd om de waarde van het onroerend goed te taxeren en heeft verdere beslissingen aangehouden tot de benodigde informatie is verstrekt.

Uitspraak

Vonnis van 29 augustus 2018 (bij vervroeging)
Behorend bij A.R. no. 1577/AUA 20100009
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS in de zaak van:
[Eiser],
wonende in Aruba,
eiseres,
nader te noemen: “[Eiser]”,
gemachtigde: de advocaat mr. R. Marchena,
tegen:
[Gedaagde],
wonende in Aruba,
gedaagde,
nader te noemen: “[Gedaagde]”,
gemachtigde: thans mr. M.O. Lopez.

1.DE VERDERE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure tot en met 15 februari 2017 blijkt het tussenvonnis van die datum. Op 14 maart 2017 heeft een comparitie van partijen plaatsgevonden, welke op 29 augustus 2017 werd voortgezet. Ter comparitie heeft [Eiser] alsnog een contra-akte ingediend, welk contra-akte [Eiser] op 9 november 2017 ter rolle had willen indienen. De zaak is na de compartie van partijen voor akte zijdens [Gedaagde] naar de rol verwezen, waarna de zaak op verzoek van partijen naar de parkeerrol werd verwezen. [Gedaagde] heeft uiteindelijk alsnog een akte ingediend, waarna [Eiser] een contra-akte heeft ingediend.
1.2
Vonnis is nader bepaald op heden.

2.DE VERDERE BEOORDELING

2.1
Partijen hebben het gerecht in deze langslepende procedure nog steeds geen volledige informatie verstrekt om een verdeling vast te kunnen stellen. Ter comparitie werd afgesproken dat partijen bij akte en contra-akte het gerecht over de nog openstaande punten zouden informeren. Partijen hebben dit bij hun laatste aktes niet gedaan. Het gerecht zal thans per boedelbestanddeel een beslissing nemen dan wel aangeven welke informatie partijen nog dienen te verstrekken.
Voormalige echtelijke woning te [adres]
2.2
De vrouw heeft aangegeven niet in staat te zijn de man uit te kopen in geval van toedeling van de woning aan haar. De woning zal dan ook verkocht moeten worden. Partijen zijn niet in staat gebleken om gezamenlijk de woning te laten taxeren. Zij hebben eerder ter comparitie aangegeven dat zij wel wensen dat de woning wordt getaxeerd. Het gerecht zal een taxateur als deskundige benoemen om de waarde van de woning te taxeren. Partijen dienen beiden de helft van de taxatiekosten voor te schieten. Partijen dienen het voorschot vooraf bij de griffie van dit gerecht te storten. Partijen kunnen zich nadien bij akte uitlaten over de getaxeerde waarde, tegen welke prijs de woning te koop gezet zal moeten worden, wat de minimale verkoopprijs dient te zijn en bij welke makelaar de woning te koop gezet zal moeten worden. Indien (een der) partijen niet bereid zijn (is) om het voorschot te betalen en/of indien het gerecht naar aanleiding van de door partijen te nemen aktes onvoldoende informatie krijgt om de woning via een makelaar te koop te kunnen zetten, zal het gerecht bepalen dat de woning in het openbaar verkocht dient te worden.
Inboedel
2.3
Partijen hebben ter comparitie van aangegeven dat de inboedel oud is en buiten de verdeling gelaten kan worden. Het gerecht zal op dit punt dan ook geen beslissing nemen.
Spaarrekeningen, time share en time deposit
2.4
Ter comparitie is duidelijk geworden dat deze vermogensbestanddelen niet meer bestonden ten tijde van de echtscheiding en geel deel uitmaken van de boedel.
Nalatenschappen
2.5
De vrouw heeft onweersproken gesteld dat haar erfdeel in de nalatenschap van haar ouders een waarde vertegenwoordigd van Afl 96.00,00. De nalatenschap van de ouders van de man bestaat uit een perceel grond te [plaats]. De man heeft gesteld dat dit onroerend goed een waarde heeft van US$ 250.500,00 gebaseerd op een taxatierapport en dat er zeven kinderen/erfgenamen zijn. Ter comparitie van 14 maart 2017 zijn partijen akkoord gegaan om beide nalatenschappen tegen elkaar weg te strepen zonder dat een partij een vergoeding aan de andere partij verschuldigd is. Bij de voortzetting van de comparitie van partijen heeft de nieuwe gemachtigde van de vrouw aangevoerd dat het stuk grond te [plaats] een veel hogere waarde heeft van maar liefst US$ 3,8 miljoen, dat er zes erfgenamen zijn en dat de vrouw toch aanspraak wenst te maken op een overbedelingsvergoeding. De rechter heeft toen aangegeven dat indien het perceel inderdaad een veel hogere waarde heeft dan de waarde waarvan eerder werd uitgegaan, er mogelijk aanleiding is om terug te komen op de eerdere afspraak, maar dat het aan de vrouw is om haar stelling te onderbouwen. Ondanks dat de vrouw daar toe ruimschoots in de gelegenheid is gesteld, heeft zij haar stelling aan de hand van de door haar overgelegde documenten onvoldoende onderbouwd. Het gerecht ziet dan ook geen aanleiding om terug te komen op de eerdere afspraak en zal bij eindvonnis het erfdeel van de man in de nalatenschap van zijn ouders toedelen aan de man toedelen en het erfdeel van de vrouw in de nalatenschap van haar ouders toedelen aan de vrouw, zonder dat partijen over en weer een vergoeding verschuldigd zijn.
[automerk model 1]
2.6
Ter comparitie van 14 maart 2017 heeft de man bevestigd dat de auto al voor de echtscheiding aan de zoon van partijen werd geschonken dan wel werd geruild voor een motorfiets, waardoor deze auto geen deel uitmaakt van de te verdelen boedel.
[automerk model 2]
2.7
Ter comparitie van 14 maart 2017 heeft de vrouw gesteld dat haar zoon de auto na de echtscheiding heeft verkocht voor Afl. 4.000,00. De man heeft gesteld dat de waarde van de auto veel hoger was dan Afl. 4.000,00. Partijen zouden het gerecht nader informeren over de waarde waartegen de auto in de verdeling betrokken dient te worden. Dit hebben partijen tot op heden niet gedaan. Partijen zullen nog eenmaal bij akte na deskundigenbericht in de gelegenheid gesteld worden om aan te geven tegen welke waarde de auto in de verdeling betrokken dient te worden.
Belastingschulden
2.8
Partijen zouden het gerecht nog nader informeren over de hoogte van de belastingschulden van de boedel. Partijen hebben dit tot op heden niet gedaan. Partijen worden bij akte na deskundigenbericht nog eenmaal in de gelegenheid gesteld om duidelijkheid te verschaffen over de belastingschulden.
Lening [CMB]
2.9
Op de peildatum (21 augustus 2006) bedroeg de schuld Afl. 25.122,65. De vrouw heeft ter comparitie aangegeven dat zij na de echtscheiding als enige aflossingen op deze schuld heeft verricht. Partijen zouden het gerecht nog nader informeren op dit punt. Dit hebben partijen tot op heden niet gedaan. De vrouw zal in de gelegenheid gesteld worden om bij akte na deskundigenbericht aan te geven of de schuld inmiddels is afbetaald en zo nee, wat het actuele saldo bedraagt. Tevens dient zij een controleerbaar overzicht te verstrekken van alle opnames en betalingen die na de peildatum hebben plaatsgevonden en tevens van alle kosten die nadien door de bank in rekening zijn gebracht. Indien zij zulks nalaat, zal het gerecht geen rekening houden met nadien verrichte aflossingen en bij de verdeling alleen uitgaan van het saldo van de schuld op de peildatum.
Credit cards
2.1
De credit card schuld van [CMB] bedroeg op 21 augustus 2006 US$ 1.388,05. Partijen hebben het gerecht nog steeds geen duidelijkheid verschaft over het saldo van de credit card van Aruba Bank op de peildatum. Partijen worden nog eenmaal in de gelegenheid gesteld om bij akte na deskundigenbericht het gerecht te informeren over het saldo op de peildatum. Voorts dienen partijen het gerecht te informeren wie de betreffende kaarten hebben gebruikt sinds de echtscheiding. De partij die een kaart heeft gebruikt dient het gerecht te informeren of de schuld inmiddels is afgelost en zo nee wat de restschuld is. Voorts dient de partij die een kaart heeft gebruikt een controleerbaar overzicht van alle opnames en betalingen die na de peildatum hebben plaatsgevonden en tevens van alle kosten die nadien door de creditcardmaatschapij in rekening is gebracht. Indien partijen zulks nalaten, zal het gerecht geen rekening houden met nadien verrichte aflossingen en bij de verdeling alleen uitgaan van het saldo van de schulden op de peildatum.
2.11
Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

3.DE BESLISSING

Het gerecht:
3.1
gelast een deskundigenonderzoek;
3.2
benoemt tot deskundige:
dhr. [naam deskundige]
Contactgegevens:
[naam] Consultancy N.V.
[adres]
Tel:[telefoonnummer]
Fax:[faxnummer]Email: [emailadres]
3.3
bepaalt dat de deskundige na kennisneming van alle relevante stukken van het geding en ontvangst van het voorschot een schriftelijk en gemotiveerd taxatierapport op te stellen betreffende het onroerend goed, plaatselijk bekend als [adres], met vaststelling van de marktwaarde;
3.4
bepaalt dat de deskundige bij zijn onderzoek partijen in de gelegenheid zal stellen opmerkingen te maken en verzoeken te doen, alsmede dat van het één en ander uit het schriftelijke bericht zal blijken;
3.5
bepaalt dat partijen aan de deskundige elke door hem verlangde medewerking zullen verlenen;
3.6
bepaalt dat de deskundige alvorens zijn bericht aan het gerecht uit te brengen aan partijen een conceptbericht dient toe te zenden en hun de gelegenheid dient te geven tot het leveren van commentaar op dat conceptbericht, waarbij de deskundige in het definitief bericht dient in te gaan op het eventuele commentaar van partijen;
3.7
bepaalt dat partijen uiterlijk
binnen twee weken na dit vonnisieder Afl. 225,00 (dus totaal Afl. 450,00) dienen te voldoen ter griffie van dit gerecht, onder vermelding van het zaaknummer (AR 1577/AUA20100009) en de datum van dit vonnis, ter dekking van het voorschot van de deskundige;
3.8
bepaalt dat de deskundige zijn werkzaamheden niet hoeft aan te vangen indien het voorschot niet, niet volledig of niet tijdig ter griffie is voldaan;
3.9 (
toevoeging)bepaalt dat de deskundige, indien het voorschot tijdig ter griffie wordt betaald, uiterlijk op
31 oktober 2018(in overleg met deskundige(n) te bepalen periode, maar in beginsel niet later dan drie maanden)een schriftelijk gemotiveerd en door hem ondertekend rapport ter griffie van dit gerecht (door verzending naar het gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, J.G. Emanstraat no. 51, Oranjestad, Aruba) in drievoud dient neer te leggen, onder vermelding van het zaaknummer (AR 1577/AUA20100009), tezamen met zijn einddeclaratie;
3.1
verwijst de zaak naar de rol van
28 november 2018 direct peremptoirvoor indiening van akten zijdens beide partijen gelijktijdig, waarna partijen nog gelijktijdig een antwoordakte zullen mogen nemen,
direct peremptoir;
3.11
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Schoemaker, rechter, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 29 augustus 2018 in aanwezigheid van de griffier.