ECLI:NL:OGEAA:2018:512
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- S. Verheijen
- L.H. Hoogenbergen
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in Arubaanse strafzaak wegens gebrek aan bewijs voor vuurwapenbezit
In deze strafzaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, is de verdachte vrijgesproken van het voorhanden hebben van een vuurwapen ter voorbereiding van een misdrijf. De zaak vond plaats op 31 augustus 2018, waarbij de verdachte, geboren in 1991 in Venezuela en thans gedetineerd, werd bijgestaan door zijn raadsman, mr. V.A.V. Carlo. De officier van justitie, mr. T. Akkerman, had een gevangenisstraf van twintig maanden geëist. De tenlastelegging betrof het voorhanden hebben van een vuurwapen in verband met een geplande diefstal met geweld en/of afpersing op 16 januari 2018.
Tijdens de zitting op 24 augustus 2018 werd vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat het openbaar ministerie ontvankelijk was in zijn vervolging. De rechter oordeelde dat er onvoldoende wettig bewijs was om de verdachte te veroordelen. De verklaring van de medeverdachte, die stelde dat het vuurwapen van de verdachte was, werd niet ondersteund door ander bewijs. De verdachte ontkende het vuurwapen te bezitten of te hebben gegeven aan de medeverdachte.
Het Gerecht concludeerde dat er geen bewijs was dat de verdachte op de hoogte was van het vuurwapen of dat hij dit voorhanden had. Ook de kledingstukken die de medeverdachte droeg, konden niet worden aangemerkt als bewijs voor betrokkenheid bij een misdrijf. Uiteindelijk sprak het Gerecht de verdachte vrij van alle ten laste gelegde feiten en hefte het bevel tot voorlopige hechtenis op.