In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, gaat het om een rolbeschikking met betrekking tot een explosie die heeft plaatsgevonden. De eisers, vertegenwoordigd door mr. G. de Hoogd, zijn wettelijk vertegenwoordigers van minderjarigen en hebben het Land Aruba aangeklaagd. Het Land Aruba, vertegenwoordigd door mr. V.M. Emerencia, is de gedaagde in de hoofdzaak en heeft in vrijwaring ook het Land Aruba ingeschakeld. De zaak betreft een explosie waarbij verschillende partijen betrokken zijn, waaronder de naamloze vennootschappen [Naam] CORPORATION N.V., [Naam] BUILDING SUPPORT SERVICES N.V., en FATUM GENERAL INSURANCE ARUBA N.V., die als gedaagden in vrijwaring optreden.
De procedure heeft een lange voorgeschiedenis, met verschillende conclusies en pleidooien die zijn gehouden. Het gerecht heeft op 22 augustus 2018 een beschikking gegeven waarin het aangeeft dat het behoefte heeft aan nadere inlichtingen van het Land over de oorzaak van de explosie. Er is onduidelijkheid over de rol van de explosievendeskundige JPBSS en de veiligheidsmaatregelen die zijn genomen tijdens de vernietiging van explosieven. Het gerecht vraagt zich af of het onderzoek naar de explosie nog loopt en welke veiligheidsmaatregelen er zijn nageleefd.
De zaak is verwezen naar de rolzitting van 19 september 2018 voor een akte aan de zijde van het Land en Fatum, waarna de eisers een antwoordakte mogen nemen. Iedere verdere beslissing in de hoofdzaak en in de vrijwaring is aangehouden. De beschikking is uitgesproken door mr. M. Schoemaker in aanwezigheid van de griffier.