ECLI:NL:OGEAA:2018:496

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
4 september 2018
Publicatiedatum
6 september 2018
Zaaknummer
E.J. no. AUA201800255
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • A.H.M. van de Leur
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot nietigverklaring ontslag en doorbetaling loon in arbeidszaak

In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft verzoeker, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. S.O.R.’G. Faarup, een verzoek ingediend tot nietigverklaring van zijn ontslag door de naamloze vennootschap Excelsior Casino N.V., vertegenwoordigd door mr. B.M. de Sousa. Verzoeker vraagt tevens om doorbetaling van zijn loon en om weder tewerkstelling. De procedure omvatte een mondelinge behandeling op 8 mei 2018, waarbij beide partijen hun standpunten hebben toegelicht. Excelsior heeft verweer gevoerd en verzocht om afwijzing van het verzoek van verzoeker.

De rechter heeft vastgesteld dat verzoeker niet in staat is om de kosten van de procedure te dragen en verleent hem verlof tot kosteloos procederen. De feiten van de zaak zijn als volgt: verzoeker is op 1 mei 2016 in dienst getreden bij Excelsior als (casino)dealer. Na een schorsing op 22 augustus 2017, heeft Excelsior op 31 augustus 2017 verzoeker op staande voet ontslagen. Dit ontslag is gebaseerd op beschuldigingen van bedreiging van collega's en een manager.

De rechter heeft Excelsior in de gelegenheid gesteld om haar stellingen te bewijzen door middel van getuigenverhoor. De zaak is verwezen naar een nieuwe zitting op 27 september 2018, waar Excelsior de gelegenheid krijgt om getuigen te horen. De rechter heeft iedere verdere beslissing aangehouden totdat het bewijs is geleverd.

Uitspraak

Beschikking van 4 september 2018
Behorend bij E.J. no. AUA201800255
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING in de zaak van:
[verzoeker],
wonende in Aruba,
verzoeker,
hierna ook te noemen: [verzoeker],
gemachtigde: de advocaat mr. S.O.R.’G. Faarup,
tegen:
de naamloze vennootschap
EXCELSIOR CASINO N.V.,
gevestigd in Aruba,
gedaagde,
hierna ook te noemen: Excelsior,
gemachtigde: de advocaat mr. B.M. de Sousa.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
-het verzoekschrift, met producties;
-het verweerschrift, met producties;
-de aantekeningen van de griffier van de mondelinge behandeling van de zaak gehouden ter terechtzitting van 8 mei 2018.
1.2
Uit die aantekeningen blijkt dat [verzoeker] ter zitting is verschenen samen met zijn gemachtigde. Excelsior is verschenen bij haar gemachtigde. [verzoeker] heeft gebruik gemaakt van de aan hem geboden gelegenheid om bij wijze van repliek te reageren op het verweerschrift, en dat onder overlegging van een pleitnota. Excelsior heeft vervolgens gebruik gemaakt van de aan haar geboden gelegenheid om bij wijze van dupliek te reageren op die reactie van [verzoeker], en dat eveneens onder overlegging van een pleitnota die was voorzien van toegelaten nadere producties.
1.3
Beschikking is nader bepaald op heden.

2.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

2.1
Naast verlof tot kosteloos procederen verzoekt [verzoeker] dat het Gerecht - zo het begrijpt - bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren beschikking:
a. het door Excelsior aan [verzoeker] gegeven ontslag nietig verklaart;
b. Excelsior veroordeelt om aan [verzoeker] (door) te betalen zijn loon gerekend vanaf augustus 2017 totdat de arbeidsovereenkomst tussen partijen rechtsgeldig zal zijn beëindigd, achterstallig loon te vermeerderen met de wettelijke verhoging en met wettelijke rente telkens gerekend vanaf de dag der opeisbaarheid van dat loon;
c. Excelsior beveelt om [verzoeker] weder tewerk te stellen op straffe van verbeurte van een dwangsom van Afl. 200,-- per dag als Excelsior dat bevel niet opvolgt;
d. enige ander juist voorkomende beslissing neemt;
d. Excelsior veroordeelt in de proceskosten.
2.2
Excelsior voert verweer en concludeert tot afwijzing van het door [verzoeker] verzochte, kosten rechtens.
2.3
Voor zover van belang voor de beslissing worden de stellingen van partijen hierna besproken.

3.DE BEOORDELING

3.1
Uit het daartoe overgelegde bevoegdelijk afgegeven bewijs van onvermogen blijkt dat [verzoeker] niet in staat is om de kosten van deze procedure te dragen. Aan hem zal daarom verlof worden verleend tot kosteloos procederen.
3.2
Vast staat tussen partijen onder meer het volgende. [verzoeker] is op 1 mei 2016 krachtens een daartoe tussen partijen gesloten arbeidsovereenkomst in loondienst getreden van Excelsior als (casino)dealer. Bij telegram van 22 augustus 2017 heeft Excelsior [verzoeker] met behoud van salaris geschorst voor het kunnen uitvoeren van een onderzoek met betrekking tot een incident dat zou hebben plaatsgevonden op 20 augustus 2017. Bij telegram van 31 augustus 2017 heeft Excelsior [verzoeker] op staande voet ontslagen. Naast de in dat telegram vermelde andere verwijten worden (als de zogeheten druppels die de volgens Excelsior al bijna volle emmer hebben doen overlopen) als grond voor het ontslag daarin opgevoerd het bedreigen door [verzoeker] van twee collega’s op 20 en 21 augustus 2017 en het bedreigen door [verzoeker] van een manager op 21 en 22 augustus 2017.
3.3
Eerst ter zitting heeft Excelsior naar aanleiding van herhaalde vragen van het Gerecht nog voor aanvang van repliek aan de zijde van [verzoeker] duidelijk gemaakt wie precies volgens haar door [verzoeker] zijn bedreigd, en waaruit die bedreigingen precies bestonden. Het had echter op de voet van het bepaalde in artikel 18c Rv en in het licht van de goede procesorde op de weg van Excelsior gelegen om die ontslaggrond betreffende duidelijkheid reeds neer te leggen in haar verweerschrift. Als sanctie op dit nalaten stelt het Gerecht dat geen punt van liquidatietarief zal worden toegekend voor het verweerschrift indien de uitkomst van deze procedure met zich brengt dat [verzoeker] moet worden veroordeeld in de proceskosten van Excelsior. Alle mogelijke in de pleitnota van Excelsior (ten behoeve van dupliek) neergelegde bevrijdende stellingen worden, als zijnde tardief, buiten beschouwing gelaten. [verzoeker] heeft immers niet meer kunnen reageren op die stellingen.
3.4
Als bedoelde emmer doen overlopende druppels voor het ontslag stelt Excelsior nader dat [verzoeker]:
I. zijn collega [naam collega] (hierna: [collega]) op 21 augustus 2017 telefonisch heeft bedreigd in de zin van afdreiging, bestaande uit het eisen van Afl. 5.000,-- van [collega] of dat [collega] met gebruikmaking van haar relatie met de General Manager van Excelsior [naam general manager] (hierna: [general manager]) die manager moest beïnvloeden om het ontslag van [verzoeker] ongedaan te maken, en dat bij gebreke van dit één of ander [verzoeker] zekere in zijn bezit zijnde tussen [collega] en [general manager] gevoerde Whatsapps zou openbaren op Facebook;
II. op 22 augustus 2017 tegen directeur [naam directeur] heeft gezegd (zakelijk weergegeven): bai den coño; je zult zien wat er gaat gebeuren; ik krijg je nog te pakken;
III. op 22 augustus 2017 tegen voornoemde General Manager heeft gezegd (zakelijk weergegeven): bai den coño.
3.5 [
verzoeker] heeft voormelde stellingen van Excelsior gemotiveerd bestreden, waardoor die vooralsnog niet vast staan. Nu Excelsior onder randnummer 19 van haar verweerschrift een bewijsaanbod heeft gedaan in de zin van het bepaalde in eerste lid van artikel 145 Rv, zal zij in de gelegenheid worden gesteld om haar hiervoor onder I, II en III vermelde stellingen door middel van het doen horen van getuigen te bewijzen. De zaak zal daarvoor worden verwezen naar de hierna te vermelden terechtzitting, tijdens welke zitting ruimte bestaat voor het horen van maximaal drie getuigen. Excelsior dient uiterlijk drie dagen voor die zitting de personalia van de door haar voor te brengen getuigen schriftelijk kenbaar te maken aan het Gerecht en aan [verzoeker].
3.6
Indien Excelsior slaagt in haar bewijsopdracht heeft in beginsel te gelden dat reeds sprake is van een dringende reden voor ontslag; het beweerdelijk verwijtbaar handelen van [verzoeker] die bedoelde emmer volgens Excelsior al vrijwel had doen vullen kan dan in beginsel onbesproken blijven.
3.7
In afwachting van bewijslevering en van de daarna door partijen te nemen conclusies na bewijslevering zal iedere verdere beslissing worden aangehouden.

4.DE BESLISSING

Het Gerecht:
-stelt Excelsior in de gelegenheid om door middel van het doen horen van getuigen te bewijzen hetgeen zij ingevolge 3.5 in verbinding met 3.4 dient te bewijzen, en verwijst de zaak daartoe naar de terechtzitting van
donderdag 27 september 2018 om 09:00 uur, te houden in de enquêtezaal van het in Aruba te J.G. Emanstraat 51 gelegen gerechtsgebouw;
-bepaalt dat Excelsior uiterlijk drie dagen voor die zitting de personalia van de door haar voor te brengen getuigen schriftelijk kenbaar dient te maken aan het Gerecht en aan [verzoeker];
-verleent aan [verzoeker] verlof tot kosteloos procederen;
-houdt iedere verdere beslissing aan.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.H.M. van de Leur, rechter, en in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op dinsdag 4 september 2018.