ECLI:NL:OGEAA:2018:488
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Verzoek om wijziging van primaire arbeidsvoorwaarden en geschil over salarisverhogingen
In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft verzoekster, werkzaam als management assistente bij de Staat der Nederlanden, een verzoek ingediend met betrekking tot haar salaris. Verzoekster is op 1 februari 2010 in dienst getreden en heeft een arbeidsovereenkomst die is gebaseerd op de bezoldigingsregeling Aruba. In 2015 heeft de Staat een onderzoek uitgevoerd waaruit bleek dat verzoekster te veel salaris ontving, wat leidde tot een aankondiging van salarisverlaging. Verzoekster heeft bezwaar gemaakt tegen deze verlaging, stellende dat haar salaris correct was berekend op basis van oudere salaristabellen. De Staat heeft verweer gevoerd en betoogd dat er sprake was van een fout in de salarisberekening, en dat zij het recht heeft om deze te corrigeren.
De kern van het geschil draait om de vraag of de Staat het salaris van verzoekster mag verlagen. Het Gerecht oordeelt dat de Staat in de arbeidsovereenkomst niet het juiste brutoloon heeft vermeld, wat een tekortkoming oplevert. Het Gerecht concludeert dat de handelswijze van de Staat, die de salarisverhogingen van verzoekster wil terugdraaien, niet kan worden gevolgd. De Staat heeft gedurende meer dan vijf jaar het loon van verzoekster berekend en betaald, wat impliceert dat dit het overeengekomen loon was. Het Gerecht verklaart voor recht dat de handelswijze van de Staat een tekortkoming oplevert en veroordeelt de Staat in de kosten van het geding.