ECLI:NL:OGEAA:2018:485

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
21 augustus 2018
Publicatiedatum
23 augustus 2018
Zaaknummer
E.J. 1470 van 2017 / AUA 201701468
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenbeschikking inzake verzoek om rogatoire commissie voor getuigenverhoor in civiele procedure

In deze zaak, geregistreerd onder E.J. 1470 van 2017, heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 21 augustus 2018 een tussenbeschikking gegeven. De zaak betreft een verzoek van de verzoeker, vertegenwoordigd door advocaat mr. G. de Hoogd, om een rogatoire commissie naar Nederland te sturen om de in Nederland woonachtige getuige mevrouw [getuige X] te horen. Dit verzoek is gedaan in het kader van een civiele procedure tegen de naamloze vennootschap SPORT 88 N.V., vertegenwoordigd door advocaat mr. M.G.A. Baiz.

De rechter heeft in zijn beoordeling aangegeven dat, volgens artikel 155 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, het gebruik van een rogatoire commissie een bevoegdheid is en geen verplichting. De rechter benadrukt dat het beginsel van het horen van getuigen door dezelfde rechter en de administratieve lasten van een rogatoire commissie belangrijke overwegingen zijn. De verzoeker moet aannemelijk maken dat de getuige niet bereid of in staat is om naar Aruba te komen.

Om de mogelijkheden voor het horen van de getuige te bespreken, heeft de rechter een comparitie bevolen. Deze comparitie is gepland op 17 september 2018, waarbij partijen en hun gemachtigden aanwezig moeten zijn. De rechter heeft tevens aangegeven dat verdere beslissingen in de zaak worden aangehouden totdat de comparitie heeft plaatsgevonden. De beschikking is uitgesproken in aanwezigheid van de griffier en is openbaar gemaakt op 21 augustus 2018.

Uitspraak

Beschikking van 21 augustus 2018
Behorend bij E.J. 1470 van 2017 / AUA 201701468
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
in de zaak van:
[verzoeker],
te Aruba,
hierna ook te noemen: [verzoeker],
gemachtigde: de advocaat mr. G. de Hoogd,
tegen:
de naamloze vennootschap
SPORT 88 N.V. h.o.d.n. SEARUBA FLY ‘N DIVE,
te Aruba,
hierna ook te noemen: Sport 88,
gemachtigde: de advocaat mr. M.G.A. Baiz.

1.DE PROCEDURE

Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:
- de beschikking van 13 februari 2018 van dit Gerecht;
- de brief van 22 maart 2018 van de zijde van [verzoeker];
- het proces-verbaal van getuigenverhoor van 27 maart 2018;
- de akte van 26 juni 2018 van de zijde van [verzoeker].
Beschikking is bepaald op heden.

2.DE BEOORDELING

2.1
Bij brief van 22 maart 2018 is namens [verzoeker] verzocht een rogatoire commissie naar Nederland te doen uitgaan teneinde aldaar de in Nederland woonachtige mevrouw [getuige X] als getuige te horen.
2.2
Ingevolge artikel 155 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) kan de rechter, indien een getuige in het buitenland woont, gebruik maken van de methode van een buitenlandse rogatoire commissie. Dit is een bevoegdheid, geen verplichting. De getuige kan ook volgens de Arubaanse procesrechtelijke regels worden opgeroepen en alhier door de rechter worden gehoord. Bij de beslissing hieromtrent komt gewicht toe aan het beginsel dat alle in een procedure te horen getuigen zoveel mogelijk door dezelfde rechter worden gehoord en ook aan de omstandigheid dat met een rogatoire commissie in de regel veel tijd en administratieve werkzaamheden zijn gemoeid. Deze bezwaren tegen een rogatoire commissie rechtvaardigen dat de partij die de desbetreffende buitenlandse getuige wil doen horen aannemelijk maakt dat zij niet bereid en/of niet in staat is naar Aruba te komen om alhier te worden gehoord.
2.3
Het gerecht zal een comparitie bevelen om inlichtingen ten aanzien van het voorgaande in te winnen en om met partijen te bespreken de mogelijkheden om de getuige [getuige X], woonachtig in Nederland, te (doen) horen.
2.4
De partij die is verhinderd om op de hierna te bepalen datum en tijdstip te verschijnen, dient binnen veertien dagen na het geven van deze beschikking per brief aan de rechter ten overstaan van wie zal worden gecompareerd onder opgave van redenen een verzoek om uitstel in te dienen. Bij het verzoek om uitstel dienen tevens de verhinderdata te worden opgegeven van alle partijen en hun gemachtigden gedurende de drie maanden na onderstaande dagbepaling. Indien niet binnen veertien dagen na het geven van deze beschikking om uitstel is verzocht, zal nog slechts uitstel worden verleend in geval van overmacht. In dat geval moet de partij die wegens overmacht is verhinderd te verschijnen, onmiddellijk na het intreden van die overmacht per brief aan ondergetekende rechter een verzoek om uitstel doen.
2.5
Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

3.DE BESLISSING

De rechter in dit Gerecht:
beveelt een verschijning van partijen (comparitie), bijgestaan door hun gemachtigden, voor het geven van inlichtingen, op de terechtzitting van mr. S. Verheijen in het gerechtsgebouw aan de J.G. Emanstraat 51 te Oranjestad, Aruba op 17 september 2018 om 11.00 uur tot (circa) 12.00 uur,
houdt iedere verdere beslissing aan.
Deze beschikking is gegeven door mr. S. Verheijen, rechter in dit Gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van dinsdag 21 augustus 2018 in aanwezigheid van de griffier.