ECLI:NL:OGEAA:2018:481

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
20 augustus 2018
Publicatiedatum
21 augustus 2018
Zaaknummer
Lar nr. AUA201800987
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bestuursrechtelijke procedure inzake bezwaar tegen uitblijven beslissing

In deze zaak heeft appellante, wonend in Aruba, op 3 november 2017 een bezwaarschrift ingediend tegen het uitblijven van een beschikking op haar aanvraag. Aangezien er geen reële beslissing op het bezwaar was genomen, heeft appellante op 12 april 2018 beroep ingesteld bij het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba. De rechter heeft vastgesteld dat de ongemotiveerde, als afwijzende beslissing geldende beschikking niet in stand kan blijven. De uitspraak vond plaats op 20 augustus 2018, waarbij het beroep gegrond werd verklaard. De rechter heeft verweerder, de Minister van Toerisme, Transport, Primaire Sector en Cultuur, opgedragen binnen drie maanden na de uitspraak een reële beslissing te nemen op het bezwaar van appellante. Tevens is verweerder veroordeeld tot betaling van de kosten van het geding, begroot op Afl. 500,- aan gemachtigdensalaris, en is het door appellante gestorte griffierecht van Afl. 25,- aan haar terugbetaald. De uitspraak is openbaar gedaan in aanwezigheid van de griffier, en beide partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie.

Uitspraak

Uitspraak van 20 augustus 2018
Lar nr. AUA201800987
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
UITSPRAAK
op het beroep in de zin van de
Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar) van:
[appellante],
wonend in Aruba,
APPELLANTE,
gemachtigden: de advocaten mrs. C.F.K.J. Lejuez en P.A.J. van der Biezen,
gericht tegen:
de Minister van Toerisme, Transport, Primaire Sector en Cultuur,
zetelend in Aruba,
VERWEERDER.

1.PROCESVERLOOP

Tegen het uitblijven van een beschikking op de aanvraag heeft appellante op 3 november 2017 haar bezwaarschrift ingediend.
Tegen het uitblijven van een beslissing op het bezwaar heeft appellante op 12 april 2018 beroep ingesteld bij dit gerecht.
Uitspraak is nader bepaald op heden.

2.OVERWEGINGEN

2.1
Het gerecht overweegt dat appellante tijdig in beroep is gekomen tegen het uitblijven van een beslissing op haar bezwaarschrift.
2.2
Ingevolge artikel 32, onder c, van de Lar kan het gerecht onmiddellijk uitspraak doen indien de beslissing waartegen het beroep is gericht, kennelijk niet in stand kan blijven. De vaststelling dat ten tijde van het sluiten van het onderzoek nog geen reële beslissing op het bezwaar is, maakt dat de ongemotiveerde, als afwijzende beslissing op het bezwaar geldende, beschikking (artikel 23, tweede lid, Lar) kennelijk niet in stand kan blijven. Het beroep zal gegrond worden verklaard. Verweerder dient binnen drie maanden na deze
uitspraak een reële beslissing te nemen.
2.3
Nu appellante met recht in beroep is gekomen en zich bij gemachtigden heeft laten vertegenwoordigen, is aannemelijk geworden dat appellante hiertoe noodzakelijke kosten heeft gemaakt. Verweerder zal worden veroordeeld in de kosten van dit geding, begroot op een bedrag van Afl. 500,- aan gemachtigdensalaris.

3.BESLISSING

De rechter in dit gerecht:
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de bestreden fictieve afwijzende beschikking op het bezwaar van appellante;
- bepaalt dat verweerder binnen drie maanden na dagtekening van deze uitspraak een reële beslissing dient te nemen op het bezwaar van appellante;
- veroordeelt verweerder tot betaling van de door appellante voor dit geding gemaakte kosten aan rechtskundige bijstand, begroot op Afl. 500,-;
- gelast dat het door appellante gestorte griffierecht van Afl. 25,- aan haar wordt terugbetaald.
Deze beslissing werd gegeven door mr. A.J.H. van Suilen, rechter in dit gerecht, en uitgesproken ter openbare terechtzitting op maandag, 20 augustus 2018, in aanwezigheid van de griffier.
Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen binnen zes weken na dagtekening van deze uitspraak hoger beroep instellen bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie (LAR-zaken).
Het hogerberoepschrift moet worden ingediend bij de griffie van dit Gerecht.
U wordt verzocht bij het indienen van het hogerberoepschrift het volgende in acht te nemen:
1. Leg bij het hogerberoepschrift een afschrift over van deze uitspraak;
2. Onderteken het hogerberoepschrift en vermeld het volgende:
a. de naam en het adres van de indiener of de gemachtigde,
b. de dag van ondertekening,
c. waartegen u in hoger beroep komt,
d. waarom u het niet eens bent met deze uitspraak (de gronden van het hoger beroep).
Voor het instellen van hoger beroep is een griffierecht van Afl. 75 verschuldigd.