ECLI:NL:OGEAA:2018:478

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
20 augustus 2018
Publicatiedatum
21 augustus 2018
Zaaknummer
Lar nr. AUA201800548 (voorheen AUA201800194)
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen het uitblijven van een beslissing op bezwaar inzake vergunning tot tijdelijk verblijf

Op 30 december 2016 heeft appellante, wonend in Aruba, een verzoek ingediend bij de Minister van Justitie, Veiligheid en Integratie voor de verlening van een vergunning tot tijdelijk verblijf om werkzaam te zijn bij Azzurro N.V. Na het uitblijven van een beschikking op haar verzoek heeft appellante op 8 september 2017 bezwaar gemaakt. Aangezien er geen beslissing op het bezwaar is genomen, heeft appellante op 26 januari 2018 beroep ingesteld bij het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba. De uitspraak vond plaats op 20 augustus 2018.

Het gerecht heeft vastgesteld dat ten tijde van het sluiten van het onderzoek er nog geen reële beslissing op het bezwaar was genomen. Dit leidde tot de conclusie dat de ongemotiveerde, als afwijzende beslissing op het bezwaar geldende beschikking niet in stand kon blijven. Het beroep van appellante werd gegrond verklaard, en verweerder werd opgedragen om binnen drie maanden na de uitspraak een reële beslissing te nemen op het bezwaar van appellante.

Daarnaast werd verweerder veroordeeld tot betaling van de kosten van het geding, begroot op Afl. 500,- aan gemachtigdesalaris. Ook werd gelast dat het door appellante gestorte griffierecht van Afl. 25,- aan haar werd terugbetaald. De rechter heeft de partijen geïnformeerd over de mogelijkheid om binnen zes weken na de uitspraak hoger beroep in te stellen bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie.

Uitspraak

Uitspraak van 20 augustus 2018
Lar nr. AUA201800548 (voorheen AUA201800194)
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
UITSPRAAK
op het beroep in de zin van de
Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar) van:
[appellante],
wonend in Aruba,
APPELLANTE,
gemachtigde: de advocaat mr. D.C. Lopez Paz,
gericht tegen:
de Minister van Justitie, Veiligheid en Integratie,
zetelend in Aruba,
VERWEERDER.

1.PROCESVERLOOP

Op 30 december 2016 heeft appellante aan verweerder verzocht om verlening van een vergunning tot tijdelijk verblijf om werkzaam te mogen zijn bij Azzurro N.V.
Tegen het uitblijven van een beschikking op haar verzoek heeft appellante op 8 september 2017 bezwaar gemaakt.
Tegen het uitblijven van een beslissing op het bezwaar heeft appellante op 26 januari 2018 beroep ingesteld bij dit gerecht.
Uitspraak is bepaald op heden.

2.OVERWEGINGEN

2.1
Het gerecht overweegt dat appellante tijdig in beroep is gekomen tegen het uitblijven van een beslissing op haar bezwaarschrift.
2.2
Ingevolge artikel 32, onder c, van de Lar kan het gerecht onmiddellijk uitspraak doen indien de beslissing waartegen het beroep is gericht, kennelijk niet in stand kan blijven. De vaststelling dat ten tijde van het sluiten van het onderzoek nog geen reële beslissing op het bezwaar is genomen, maakt dat de ongemotiveerde, als afwijzende beslissing op het bezwaar geldende, beschikking (artikel 23, tweede lid van de Lar), kennelijk niet in stand kan blijven. Het beroep zal gegrond worden verklaard. Verweerder dient binnen drie maanden na deze uitspraak een reële beslissing te nemen.
2.3
Nu appellante met recht in beroep is gekomen en zich bij gemachtigde heeft laten vertegenwoordigen, is aannemelijk geworden dat appellante hiertoe noodzakelijke kosten heeft gemaakt. Verweerder zal worden veroordeeld in de kosten van dit geding, begroot op een bedrag van Afl. 500,- aan gemachtigdesalaris.

3.BESLISSING

De rechter in dit gerecht:
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de bestreden fictieve afwijzende beschikking op het bezwaar van appellante;
- bepaalt dat verweerder binnen drie maanden na dagtekening van deze uitspraak een reële beslissing dient te nemen op het bezwaar van appellante;
- veroordeelt verweerder tot betaling van de door appellante voor dit geding gemaakte kosten aan rechtskundige bijstand, begroot op Afl. 500,-;
- gelast dat het door appellante gestorte griffierecht van Afl. 25,- aan haar wordt terugbetaald.
Deze beslissing werd gegeven door mr. A.J.H. van Suilen, rechter in dit gerecht, en uitgesproken ter openbare terechtzitting op maandag, 20 augustus 2018, in aanwezigheid van de griffier.
Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen binnen zes weken na dagtekening van deze uitspraak hoger beroep instellen bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie (LAR-zaken).
Het hogerberoepschrift moet worden ingediend bij de griffie van dit Gerecht.
U wordt verzocht bij het indienen van het hogerberoepschrift het volgende in acht te nemen:
1. Leg bij het hogerberoepschrift een afschrift over van deze uitspraak;
2. Onderteken het hogerberoepschrift en vermeld het volgende:
a. de naam en het adres van de indiener of de gemachtigde,
b. de dag van ondertekening,
c. waartegen u in hoger beroep komt,
d. waarom u het niet eens bent met deze uitspraak (de gronden van het hoger beroep).
Voor het instellen van hoger beroep is een griffierecht van Afl. 75 verschuldigd.