ECLI:NL:OGEAA:2018:477

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
20 augustus 2018
Publicatiedatum
21 augustus 2018
Zaaknummer
Aua201800512
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen het uitblijven van een beslissing op bezwaar inzake een koffiehuis/restaurantvergunning

Op 20 augustus 2018 heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba uitspraak gedaan in een zaak waarbij appellante, vertegenwoordigd door de advocaten mrs. C.F.K.J. Lejuez en P.A.J. van der Biezen, in beroep ging tegen de Minister van Volksgezondheid, Ouderenzorg en Sport. De zaak betreft een verzoek van appellante om een koffiehuis/restaurantvergunning, dat door de verweerder op 26 september 2016 was afgewezen. Appellante maakte op 3 november 2017 bezwaar tegen deze afwijzing, maar ontving geen tijdige beslissing. Hierop heeft zij op 27 februari 2018 beroep ingesteld bij het Gerecht.

Het Gerecht overwoog dat appellante tijdig in beroep was gekomen en dat de beslissing van de verweerder kennelijk niet in stand kon blijven, omdat er ten tijde van het sluiten van het onderzoek nog geen reële beslissing op het bezwaar was genomen. Het Gerecht verklaarde het beroep gegrond, vernietigde de afwijzende beschikking en bepaalde dat de verweerder binnen drie maanden na de uitspraak een reële beslissing moest nemen op het bezwaar van appellante. Tevens werd de verweerder veroordeeld tot betaling van de kosten van het geding, begroot op Afl. 500,- aan gemachtigdensalaris, en werd het door appellante gestorte griffierecht van Afl. 25,- aan haar terugbetaald.

De uitspraak werd gedaan door mr. A.J.H. van Suilen en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier. Beide partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken na de uitspraak hoger beroep in te stellen bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie, waarbij een griffierecht van Afl. 75,- verschuldigd is.

Uitspraak

Uitspraak van 20 augustus 2018
Aua201800512
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
UITSPRAAK
op het beroep in de zin van de
Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar) van:
[appellante],
wonend in Aruba,
APPELLANTE,
gemachtigden: de advocaten mrs. C.F.K.J. Lejuez en P.A.J. van der Biezen,
gericht tegen:
de Minister van Volksgezondheid, Ouderenzorg en Sport,
zetelend in Aruba,
VERWEERDER,
gemachtigde: mr. M.P. Jansen (DWJZ).

1.PROCESVERLOOP

Bij beschikking van 26 september 2016 heeft verweerder een verzoek van appellant om haar een koffiehuis/restaurantvergunning te verlenen afgewezen.
Daartegen heeft appellante op 3 november 2017 bezwaar gemaakt.
Tegen het uitblijven van een beslissing op het bezwaar heeft appellante op 27 februari 2018 beroep ingesteld bij dit gerecht.
Op 25 april 2018 heeft verweerder een verweerschrift ingediend.
Uitspraak is nader bepaald op heden.

2.OVERWEGINGEN

2.1
Het gerecht overweegt dat appellante tijdig in beroep is gekomen tegen het uitblijven van een beslissing op haar bezwaarschrift.
2.2
Ingevolge artikel 32, onder c, van de Lar kan het gerecht onmiddellijk uitspraak doen indien de beslissing waartegen het beroep is gericht, kennelijk niet in stand kan blijven. De vaststelling dat ten tijde van het sluiten van het onderzoek nog geen reële beslissing op het bezwaar is genomen en de omstandigheid dat verweerder op korte termijn een beslissing op bezwaar zal nemen, maken dat de ongemotiveerde, als afwijzende beslissing op het bezwaar geldende, beschikking kennelijk niet in stand kan blijven. Het beroep zal gegrond worden verklaard. Verweerder dient binnen drie maanden na deze uitspraak een reële beslissing te nemen.
2.3
Nu appellante met recht in beroep is gekomen en zich bij gemachtigden heeft laten vertegenwoordigen, is aannemelijk geworden dat appellante hiertoe noodzakelijke kosten heeft gemaakt. Verweerder zal worden veroordeeld in de kosten van dit geding, begroot op een bedrag van Afl. 500,- aan gemachtigdensalaris.

3.BESLISSING

De rechter in dit gerecht:
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de bestreden fictieve afwijzende beschikking op het bezwaar van appellante;
- bepaalt dat verweerder binnen drie maanden na dagtekening van deze uitspraak een reële beslissing dient te nemen op het bezwaar van appellante;
- veroordeelt verweerder tot betaling van de door appellante voor dit geding gemaakte kosten aan rechtskundige bijstand, begroot op Afl. 500,-;
- gelast dat het door appellante gestorte griffierecht van Afl. 25,- aan haar wordt terugbetaald.
Deze beslissing werd gegeven door mr. A.J.H. van Suilen, rechter in dit gerecht, en uitgesproken ter openbare terechtzitting op maandag, 20 augustus 2018, in aanwezigheid van de griffier.
Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen binnen zes weken na dagtekening van deze uitspraak hoger beroep instellen bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie (LAR-zaken).
Het hogerberoepschrift moet worden ingediend bij de griffie van dit Gerecht.
U wordt verzocht bij het indienen van het hogerberoepschrift het volgende in acht te nemen:
1. Leg bij het hogerberoepschrift een afschrift over van deze uitspraak;
2. Onderteken het hogerberoepschrift en vermeld het volgende:
a. de naam en het adres van de indiener of de gemachtigde,
b. de dag van ondertekening,
c. waartegen u in hoger beroep komt,
d. waarom u het niet eens bent met deze uitspraak (de gronden van het hoger beroep).
Voor het instellen van hoger beroep is een griffierecht van Afl. 75 verschuldigd.