ECLI:NL:OGEAA:2018:476

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
20 augustus 2018
Publicatiedatum
21 augustus 2018
Zaaknummer
Lar nr. AUA201800177
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen het uitblijven van een beslissing op bezwaar inzake vergunning tot tijdelijk verblijf

In deze zaak heeft appellante, wonend in Aruba, beroep ingesteld tegen de minister van Justitie, Veiligheid en Integratie, nadat haar verzoek om een vergunning tot tijdelijk verblijf op 25 augustus 2017 was afgewezen. Appellante heeft op 6 oktober 2017 bezwaar gemaakt tegen deze afwijzing, maar er is geen tijdige beslissing op het bezwaar genomen. Op 22 januari 2018 heeft appellante beroep ingesteld bij het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba wegens het uitblijven van een beslissing op haar bezwaarschrift. De minister heeft op 8 mei 2018 een verweerschrift ingediend.

Het gerecht heeft vastgesteld dat ten tijde van het sluiten van het onderzoek er nog geen reële beslissing op het bezwaar was genomen. Dit betekent dat de ongemotiveerde afwijzing van het bezwaar, zoals bedoeld in artikel 23, tweede lid van de Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar), niet in stand kan blijven. Het beroep van appellante is gegrond verklaard, en de minister is verplicht om binnen drie maanden na de uitspraak een reële beslissing te nemen op het bezwaar van appellante.

Daarnaast is de minister veroordeeld tot betaling van de kosten van het geding, begroot op Afl. 500,- aan gemachtigdensalaris, en het door appellante gestorte griffierecht van Afl. 25,- dient aan haar te worden terugbetaald. De uitspraak is gedaan door mr. A.J.H. van Suilen op 20 augustus 2018, en beide partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie.

Uitspraak

Uitspraak van 20 augustus 2018
Lar nr. AUA201800177
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
UITSPRAAK
op het beroep in de zin van de
Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar) van:
[appellante],
wonend in Aruba,
APPELLANTE,
gemachtigde: de advocaat mr. E. Duijneveld,
gericht tegen:
de minister van Justitie, Veiligheid en Integratie,
zetelend in Aruba,
VERWEERDER,
gemachtigde: mr. N.R. Sneek (DIMAS).

1.PROCESVERLOOP

Bij beschikking van 25 augustus 2017 heeft verweerder een verzoek van appellante om haar een vergunning tot tijdelijk verblijf te verlenen afgewezen.
Daartegen heeft appellante op 6 oktober 2017 bezwaar gemaakt.
Tegen het uitblijven van een beslissing op het bezwaar heeft appellante op 22 januari 2018 beroep ingesteld bij dit gerecht.
Op 8 mei 2018 heeft verweerder een verweerschrift ingediend.
Uitspraak is bepaald op heden.

2.OVERWEGINGEN

2.1
Het gerecht overweegt dat appellante tijdig in beroep is gekomen tegen het uitblijven van een beslissing op haar bezwaarschrift.
2.2
Ingevolge artikel 32, aanhef en onder c, van de Lar kan het gerecht onmiddellijk uitspraak doen indien de beslissing waartegen het beroep is gericht, kennelijk niet in stand kan blijven. De vaststelling dat ten tijde van het sluiten van het onderzoek nog geen reële beslissing op het bezwaar is genomen, maakt dat de ongemotiveerde, als afwijzende beslissing op het bezwaar geldende, beschikking (artikel 23, tweede lid van de Lar), kennelijk niet in stand kan blijven. Het beroep zal gegrond worden verklaard. Verweerder dient binnen drie maanden na deze uitspraak een reële beslissing te nemen.
2.3
Nu appellante met recht in beroep is gekomen en zich bij gemachtigde heeft laten vertegenwoordigen, is aannemelijk geworden dat appellante hiertoe noodzakelijke kosten heeft gemaakt. Verweerder zal worden veroordeeld in de kosten van dit geding, begroot op een bedrag van Afl. 500,- aan gemachtigdensalaris.

3.BESLISSING

De rechter in dit gerecht:
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de bestreden fictieve afwijzende beslissing op het bezwaar van appellante;
- bepaalt dat verweerder binnen drie maanden na dagtekening van deze uitspraak een reële beslissing dient te nemen op het bezwaar van appellante;
- veroordeelt verweerder tot betaling van de door appellante voor dit geding gemaakte kosten aan rechtskundige bijstand, begroot op Afl. 500,-;
- gelast dat het door appellante gestorte griffierecht van Afl. 25,- aan haar wordt terugbetaald.
Deze beslissing werd gegeven door mr. A.J.H. van Suilen, rechter in dit gerecht, en uitgesproken ter openbare terechtzitting op 20 augustus 2018 in aanwezigheid van de griffier.
Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen binnen zes weken na dagtekening van deze uitspraak hoger beroep instellen bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie (LAR-zaken).
Het hogerberoepschrift moet worden ingediend bij de griffie van dit Gerecht.
U wordt verzocht bij het indienen van het hogerberoepschrift het volgende in acht te nemen:
1. Leg bij het hogerberoepschrift een afschrift over van deze uitspraak;
2. Onderteken het hogerberoepschrift en vermeld het volgende:
a. de naam en het adres van de indiener of de gemachtigde,
b. de dag van ondertekening,
c. waartegen u in hoger beroep komt,
d. waarom u het niet eens bent met deze uitspraak (de gronden van het hoger beroep).
Voor het instellen van hoger beroep is een griffierecht van Afl. 75 verschuldigd.